Op 16/1/2003 stuurden wij een brief naar de gemeenteraad over een
voorstel van B. en W. voor de vergadering van de Raad op 20/1/2003.
B. en W. stelden daarin voor de Belastingkamer die bij bezwaarschriften
over gemeentelijke belastingen advies uitbrengt aan B. en W., maar op te
heffen. Wij vonden dat geen goed idee, zoals uit onze brief bleek.
Op 17/3/2003 kwam er een reactie van B. en W. Onze brief heette 'te laat
binnengekomen' om te worden meegenomen in de vergadering van de Raad van
20/1/2003. Of de reactie van B. en W. die 'namens de Raad' was
teruggestuurd ooit in de Raad aan de orde is geweest is ons onbekend.
Het zou net zo goed kunnen dat de Raad deze reactie nooit onder ogen
kreeg.
[Toevoeging: Inmiddels is achterhaald dat onze brief op 10/3/2003 op de mededelingenlijst heeft gestaan voor de gemeenteraadsvergadering van die avond. Geen enkele politieke partij vond het toen kennelijk nodig om alsnog iets te zeggen over dit onderwerp, want op 17/3/03 ontvingen wij het goedgekeurde concept-antwoord van B. en W. op onze eerdere brief.]
Onze oorspronkelijke brief is indertijd ook via de e-mail
verzonden aan de Raadsleden, zodat die brief hen in elk geval wel heeft
bereikt. Niet dat ook maar 1 politieke partij zich geroepen voelde hier
iets mee te doen:
Men was akkoord met de onmiddellijke opheffing van de
Belastingkamer, hierbij even vergetend dat daarbij formeel ook de
lopende zaken die daar al lagen, niet meer afgehandeld zouden kunnen
worden; in feite daarmee leidend tot onbehoorlijk bestuur richting
betrokken bezwaarschriftindieners.
Gelukkig heeft de Belastingkamer dat formele beletsel maar gewoon genegeerd en is bezig de laatste daar nog lopende zaken af te handelen.
Hieronder eerst de reactie 'namens de Raad' op onze brief van 15/1/2003 in zijn geheel en daaronder nogmaals de reactie, voorzien van commentaar op de internet-manier; dus 'gequote':
Gemeenteraad van Leeuwarden
Groeneweg 1
Postbus 21000
8900 JA Leeuwarden
Telefoon 058 2338833
Onderwerp vaststelling verordening Adviescommissie Bezwaar-
schriften
Uw kenmerk
Ons kenmerk 1155
Sector Financiële Dienstverlening
Team Belastingen
Doorkiesnummer (058) 233 8142 [Naam ambtenaar]
Bijlagen
Datum 29 januari 2003, verzonden: 17 maart 2003
Telefax 058 2153949
E-mail gemeente@leeuwarden.nl
Vereniging PEL
t.a.v. [secretaris]
Postbus 2602
8901 AC LEEUWARDEN
vaststelling verordening Adviescommissie Bezwaarschriften
Financiële Dienstverlening Belastingen
(058) 233 8142 [naam ambtenaar]
29 januari 2003, verzonden: 17 maart 2003
Geachte heer, mevrouw
Wij hebben uw schrijven met betrekking tot de vaststelling verordening 'Adviescommissie bezwaarschriften' in goede orde ontvangen. Uw schrijven is op 20 januari bij ons binnengekomen, derhalve helaas te laat om mee te nemen in de beraadslagingen van de raadsvergadering van 20 januari jongstleden.
In uw schrijven geeft u een tweetal redenen die pleiten voor
de handhaving van de Belastingkamer als onderdeel van de adviescommissie voor de bezwaarschriften. Enerzijds stelt u dat de juridische argumenten om tot opheffing over te gaan juist zijn, echter dat het inhoudelijk wenselijk is om een onafhankelijk orgaan te handhaven.
Anderzijds stelt u dat de laagdrempeligheid, mede uit het
oogpunt van het kostenaspect, in het geding komt.
Met betrekking tot die onafhankelijkheid het volgende. In de bezwaarprocedure gaat het erom, dat door de gemeente aan de hand van het gemaakte bezwaar nog eens opnieuw wordt bekeken, of de belastingschuld al dan niet op de juiste hoogte is vastgesteld. Van een daadwerkelijk conflict, waarbij een onafhankelijk oordeel van belang is, is in deze fase in beginsel nog geen sprake. De vaststelling van de belastingschuld wordt opnieuw beoordeeld en zo nodig aangepast door middel van een geheel of gedeeltelijk toewijzende uitspraak op het bezwaarschrift en een ambthalve vermindering van de vastgestelde belastingschuld. Daarnaast is het zo -anders dan in uw schrijven staat vermeld- dat de hoorzittingen worden gehouden door een ambtenaar die niet bij de voorbereiding van het bestreden besluit betrokken is geweest. Er wordt dus wel degelijk met andere ogen naar gekeken.
Het is overigens niet zo dat het horen via de Belastingkamer werd ontmoedigd. Mensen die in hun bezwaarschrift aangegeven hebben te willen worden gehoord werd de keus gelaten over de aard van het horen, hetzij intern hetzij door de Belastingkamer. De meeste indieners wilden door de gemeente zelf worden gehoord. Het gaat belanghebbenden er meestal om het ingediende bezwaarschrift te verduidelijken, bovendien kan via de interne weg ook gelijk een afspraak worden gemaakt. Hierin ligt tevens een belangrijke reden om tot afschaffing van de Belastingkamer over te gaan, anders dan puur de juridische overbodigheid. De afhandelingtermijn van een interne hoorzitting is vele malen sneller.
Onjuist is uw stelling dat de hoorzittingen achteraf plaatsvinden dus na de formele uitspraak. Het is wel zo dat er altijd eerst een concept uitspraak wordt vervaardigd. Immers als meteen al duidelijk is dat aan het bezwaar volledig tegemoet zal worden gekomen dan wordt de belanghebbende ook niet in zijn belang geschaad en derhalve hoeft een hoorzitting (op grond van art. 25 AWR) ook niet plaats te vinden.
Het door u gestelde dat uitspraken op bezwaarschriften niet
gemotiveerd worden, komt ons vreemd voor. Onderdeel van een
uitspraak op een bezwaarschrift moet de motivering zijn.
Als dit in voorkomende gevallen niet is gebeurd dan is dit
niet juist door de gemeente afgehandeld.
Voor wat betreft argument van de kosten van de beroepsprocedure geldt dat de hoorzitting van de Belastingkamer onderdeel is van de bezwaarprocedure en niet van de beroepsprocedure. In de beroepsfase is er sprake van een conflict waarin een externe -de Belastingrechter- een uitspraak doet. De uitspraak in de bezwaarfase ligt hoe dan ook altijd bij de gemeente. Komt men in de bezwaarfase niet tot overeenstemming, dan staat de mogelijkheid van beroep open.
De kosten verbonden aan een beroepsprocedure, zowel de griffierechten als eventueel de overige proceskosten, worden bij geheel of gedeeltelijke in gelijkstelling van belanghebbende door de gemeente vergoed.
Vertrouwende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
de Raad van Leeuwarden,
namens deze,
voorzitter,
griffier,
Einde tekst reactie gemeente Leeuwarden van 17/3/2003.
Hieronder nogmaals hun reactie plus commentaar:
Gemeenteraad van Leeuwarden
Groeneweg 1
Postbus 21000
8900 JA Leeuwarden
Telefoon 058 2338833
Onderwerp vaststelling verordening Adviescommissie
Bezwaarschriften
Uw kenmerk
Ons kenmerk 1155
Sector Financiële Dienstverlening
Team Belastingen
Doorkiesnummer (058) 233 8142 [naam ambtenaar]
Bijlagen
Datum 29 januari 2003, verzonden: 17 maart 2003
Telefax 058 2153949
E-mail gemeente@leeuwarden.nl
Vereniging PEL
t.a.v. [secretaris]
Postbus 2602
8901 AC LEEUWARDEN
vaststelling verordening Adviescommissie Bezwaarschriften
Financiële Dienstverlening Belastingen
(058) 233 8142 [naam ambtenaar]
29 januari 2003, verzonden: 17 maart 2003
Geachte heer, mevrouw
Wij hebben uw schrijven met betrekking tot de vaststelling verordening 'Adviescommissie bezwaarschriften' in goede orde ontvangen. Uw schrijven is op 20 januari bij ons binnengekomen, derhalve helaas te laat om mee te nemen in de beraadslagingen van de raadsvergadering van 20 januari jongstleden.
In uw schrijven geeft u een tweetal redenen die pleiten voor
de handhaving van de Belastingkamer als onderdeel van de adviescommissie voor de bezwaarschriften. Enerzijds stelt u dat
de juridische argumenten om tot opheffing over te gaan juist
zijn, echter dat het inhoudelijk wenselijk is om een onafhankelijk orgaan te handhaven.
Anderzijds stelt u dat de laagdrempeligheid, mede uit het
oogpunt van het kostenaspect, in het geding komt.
[Reactie: Het gaat er om dat de vrijheid om op puur juridische
argumenten de Belastingkamer op te heffen niet inhoudt de PLICHT om de
Belastingkamer op te heffen en dat de opheffing de laagdrempeligheid van
de bezwaarprocedure aantast. Immers: In de bezwaarprocedure kan dan geen
onafhankelijk oordeel (in de vorm van een advies aan B. en W.) meer
worden verkregen, zodat men sneller dan MET een Belastingkamer, zich
genoodzaakt kan zien in beroep te gaan bij de Belastingkamer van het
Hof.
Een beroepsprocedure is niet kosteloos en voor burgers lastiger toegankelijk dan de gang naar de gemeentelijke Belastingkamer.]
Met betrekking tot die onafhankelijkheid het volgende. In de bezwaarprocedure gaat het erom, dat door de gemeente aan de hand van het gemaakte bezwaar nog eens opnieuw wordt bekeken, of de belastingschuld al dan niet op de juiste hoogte is vastgesteld. Van een daadwerkelijk conflict, waarbij een onafhankelijk oordeel van belang is, is in deze fase in beginsel nog geen sprake. De vaststelling van de belastingschuld wordt opnieuw beoordeeld en zo nodig aangepast door middel van een geheel of gedeeltelijk toewijzende uitspraak op het bezwaarschrift en een ambthalve vermindering van de vastgestelde belastingschuld. Daarnaast is het zo -anders dan in uw schrijven staat vermeld- dat de hoorzittingen worden gehouden door een ambtenaar die niet bij de voorbereiding van het bestreden besluit betrokken is geweest. Er wordt dus wel degelijk met andere ogen naar gekeken.
[Reactie: Het woord 'conflict' is hier niet op zijn plaats:
Vanaf het
moment dat een burger een bezwaarschrift indient bestaat een verschil
van mening/inzicht over de waarde van zijn of haar woning in het kader
van de Wet Waardering Onroerende Zaken; niet meer, maar ook niet minder.
Daarom is het beter om een nadere beoordeling over te laten aan een
onafhankelijke derde en niet aan een van de bij het geschil betrokken
partijen; cq. de gemeente. Het oordeel van die derde beperkt zich
overigens tot een advies, waarop B. en W. vervolgens de beslissing nemen.
Indien mensen die bezwaren hadden ingediend en in hun bezwaar hadden
vermeld dat ze gehoord wensten te worden, telefonisch reageerden op een
brief waar in stond dat hun bezwaar zou worden afgewezen, werden zij
doorverbonden met degene die hun bezwaarschrift had behandeld...
Deze probeerde dan vervolgens weer de beller te misleiden, in die zin,
dat pas na doorvragen bleek, dat ze slechts zouden worden uitgenodigd
voor een gesprek met de ambtenaar, wat misleidend als 'hoorzitting' werd
aangeduid. Pas nadat mensen duidelijk hadden gemaakt dat zij niet
wensten te worden afgescheept met een soort 'ambtelijke hoorzitting',
werd de Belastingkamer ingeschakeld.]
Het is overigens niet zo dat het horen via de Belastingkamer werd ontmoedigd. Mensen die in hun bezwaarschrift aangegeven hebben te willen worden gehoord werd de keus gelaten over de aard van het horen, hetzij intern hetzij door de Belastingkamer. De meeste indieners wilden door de gemeente zelf worden gehoord. Het gaat belanghebbenden er meestal om het ingediende bezwaarschrift te verduidelijken, bovendien kan via de interne weg ook gelijk een afspraak worden gemaakt. Hierin ligt tevens een belangrijke reden om tot afschaffing van de Belastingkamer over te gaan, anders dan puur de juridische overbodigheid. De afhandelingtermijn van een interne hoorzitting is vele malen sneller.
[Reactie: Het is eenvoudigweg onjuist dat mensen de keuze voorgelegd
kregen tussen gehoord worden voor een ambtenaar of door de
Belastingkamer.
Pas na doorvragen bleek de z.g. 'hoorzitting' slechts te
bestaan uit een gesprek met de ambtenaar zelf.
Zo hebben wij mensen op
ons klachtenspreekuur gehad die in de stellige overtuiging waren dat ze
conform hun bedoeling bij de Belastingkamer waren geweest, maar in
werkelijkheid slechts hadden gesproken met de ambtenaar die hen
vervolgens een afwijzend briefje had gestuurd m.b.t. hun bezwaren,
zonder enige motivatie.
Verder is gebleken dat de door de gemeente gevolgde werkwijze ook bij
veel betrokkenen niet leidde tot meer tevredenheid dan de formele
procedure via de Belastingkamer van de gemeente. Zie de bijlage uit de
Leeuwarder Courant van zaterdag 22/3/2003: "Stortvloed aan nieuwe
belastingzaken."
Wij vragen ons af of het niet juist de gevolgde
werkwijze is geweest die leidde tot deze forse toename van het aantal
beroepszaken voor het Hof.]
Onjuist is uw stelling dat de hoorzittingen achteraf plaatsvinden dus na de formele uitspraak. Het is wel zo dat er altijd eerst een concept uitspraak wordt vervaardigd. Immers als meteen al duidelijk is dat aan het bezwaar volledig tegemoet zal worden gekomen dan wordt de belanghebbende ook niet in zijn belang geschaad en derhalve hoeft een hoorzitting (op grond van art. 25 AWR) ook niet plaats te vinden.
[Reactie: Hier wordt slechts ingegaan op een van de twee mogelijkheden,
nl. dat aan het bezwaar volledig tegemoet zal worden gekomen. De andere
mogelijkheid is dat niet aan het bezwaar tegemoet zal worden gekomen en
dan wordt door de gemeente als volgt gehandeld:
Men kan dan een afspraak maken voor een 'hoorzitting' waarbij vervolgens
blijkt dat de gemeente daarmee bedoelt: 'het gehoord worden door een
ambtenaar van de afdeling belastingen'. Pas indien men blijft aandringen
op een hoorzitting van de Belastingkamer, blijkt dat uiteindelijk toch
mogelijk.
De hoorzitting ACHTERAF is, zoals we schreven in onze brief van
16/1/2003 aan de Raad, niet in strijd met de Wet op de Rijksbelastingen,
dus formeel niet onjuist, maar o.i. wel vreemd in de ogen van burgers en
onlogisch.
I.t.t. wat gesteld wordt, is er geen sprake van een concept-uitspraak,
tenzij een briefje waarin men wordt uitgenodigd om contact op te nemen
om gehoord te worden inclusief de negatieve optie-truc dat als men niet
reageert, men het kennelijk eens is met de afwijzing van het bezwaar,
als zodanig opgevat moet worden. (Zie bijlage als voorbeeld.)]
Het door u gestelde dat uitspraken op bezwaarschriften niet
gemotiveerd worden, komt ons vreemd voor. Onderdeel van een
uitspraak op een bezwaarschrift moet de motivering zijn.
Als dit in voorkomende gevallen niet is gebeurd dan is dit
niet juist door de gemeente afgehandeld.
[Reactie: De enige manier om achter de redenen te komen waarom de
gemeente van plan is een bezwaarschrift af te wijzen, is het laten
behandelen van het bezwaar voor de gemeentelijke Belastingkamer.
Zie het bijgevoegde voorbeeld: Er wordt niet gemotiveerd waarom de
WOZ-waarde van bedoelde woning op de oorspronkelijke waarde gehandhaafd
moet blijven. Slechts 'de taxateur' kent in bedoeld voorbeeld de
redenen, de woningeigenaar niet.
Pas bij behandeling door de Belastingkamer zet de afdeling Belastingen
haar redenen om tot afwijzing van het bezwaar over te gaan, op papier
via hun verweerschrift.]
Voor wat betreft argument van de kosten van de beroepsprocedure geldt dat de hoorzitting van de Belastingkamer onderdeel is van de bezwaarprocedure en niet van de beroepsprocedure. In de beroepsfase is er sprake van een conflict waarin een externe -de Belastingrechter- een uitspraak doet. De uitspraak in de bezwaarfase ligt hoe dan ook altijd bij de gemeente. Komt men in de bezwaarfase niet tot overeenstemming, dan staat de mogelijkheid van beroep open.
[Reactie: Het is nu juist het feit van het opheffen van de
Belastingkamer wat burgers vaker zal dwingen om in beroep te gaan. Juist
het feit dat de Belastingkamer onderdeel uitmaakte van de
bezwaarprocedure leidde tot minder beroepszaken.
Het is ons uiteraard
bekend dat de Belastingkamer geen bindende uitspraak doet maar slechts
een gemotiveerd advies geeft, waarop B. en W. uitspraak doen. Het is
juist dergelijk advies wat leidt tot verhoging van de kwaliteit van de
beschikkingen en minder beroep op de niet kosteloze Belastingkamer van
het Hof. Ons hele betoog was er juist op gericht de adviesfunctie van de
Belastingkamer te handhaven.
Kortom: De gemeente praat er hier maar wat om heen.]
De kosten verbonden aan een beroepsprocedure, zowel de griffierechten als eventueel de overige proceskosten, worden bij geheel of gedeeltelijke in gelijkstelling van belanghebbende door de gemeente vergoed.
[Reactie: We blijven van oordeel dat het beter is meningsverschillen over een WOZ waarde op te lossen en af te handelen via een goede bezwaarprocedure m.b.v. argumenten, in plaats van een systeem waarbij burgers het gevoel krijgen afgescheept te zijn en daarom massaal in beroep gaan bij het Hof. In feite schuift de gemeente het werk op hen af, om er zelf snel van af te zijn.]
Vertrouwende u hiermee voldoende te hebben geïnformeerd.
Hoogachtend,
de Raad van Leeuwarden,
namens deze,
voorzitter,
griffier,
Einde reactie gemeente d.d. 17/3/2003 plus commentaar
Bijlagen bij commentaar:
- Voorbeeld van een concept-beschikking.
- Bericht uit Leeuwarder Courant d.d.
za. 22/3/2003: "Stortvloed aan nieuwe belastingzaken"