Leeuwarder Courant 2-10-1999
Weekendbijlage 'Sneon en Snein'
Commentaar tussen []

Met de sloperskogel begint de verpaupering


Leeuwarden lijdt aan megalomane grootheidswaanzin. De stad wil meedoen met de grote jongens. Daarom worden arme bewoners met bulldozers uit hun huizen geramd, en krijgen de rijkelui wijken die het platteland in dorpsheid moeten overtreffen.
'Leeuwarden bouwt en sloopt zichzelf kapot', voorspelt Johan Bakker. De voorzitter [moet zijn: secretaris] van het Platform Een- en Tweepersoonshuishoudens Leeuwarden (PEL) geldt in de stad als de uitdagendste en meest hardnekkige criticus van de stedelijke vernieuwing.
Hij laat een zeldzaam ongewassen tegengeluid horen.

In het PEL-kantoortje, tweehoog in Heechterp, lacht de activist als CDA-wethouder Bearn Bilker ter sprake komt. Die kreeg van de raadsleden nogal op z'n kop. een dikke week geleden. Zijn slooplocomotief dampt dat het een aard heeft, maar rijden ho-maar. 'In mijn ogen doet Bilker het fantastisch', zegt Johan Bakker over zijn onverwachte bondgenoot. 'Hoe meer hij laat mislukken, hoe beter'.

Bakker is ervan overtuigd dat Leeuwarden een ramp wacht wanneer het stadsbestuur werkelijk de sloopkogel laat slingeren in de armere buurten, en tegelijkertijd de betonmolens laat grommen in de uitleggebieden. Arme burgers zullen het slachtoffer worden, betoogt hij.

In de sloopdiscussie heeft de goed ingelezen Bakker vanaf het begin een consistent geluid laten horen. Twee jaar geleden in het Oranjehotel, tijdens het startcongres over de aanpak van de wijkenombouw, hield hij praktisch als enige in een zee van opgeheven armen de zijne naar beneden. De zaal, gevuld met politici, ambtenaren, makelaars, corporatiebazen en aannemers, koos geestdriftig voor zoveel mogelijk sloop. Bakker voor een beter wijkbeheer.
'Het leek net een Sovjet-congres, een Stalin-festival', herinnert hij zich.

Over de massale nieuwbouw in de uitleggebieden veranderde hij gaandeweg wel van standpunt. 'Aanvankelijk dacht ik: als het allemaal waar is wat ze beweren, moeten we inderdaad alles zo gauw mogelijk volbouwen met dure koopwoningen.'
Spoedig was hij van dit denkbeeld af.

De twee - sloop en nieuwbouw - grijpen op een gevaarlijke manier in elkaar, meent hij. Bovendien steekt er volgens hem een dubieuze filosofie achter.

Bakker: 'Leeuwarden wil met de dure nieuwbouwwijken rijkere mensen aan zich binden. Deels moeten die teruggehaald worden uit de dorpen. Maar waarom zou iemand terugkomen, als je in zo'n dorp naar tevredenheid woont?' Een onmogelijke missie, denkt hij.

De bewoners zullen volgens hem vooral Leeuwarders zijn. 'Je zag het in Goutum-Noord: zo'n 80 procent van de bewoners komt gewoon uit de stad zelf. Het effect was, dat in de bestaande wijken huizen leeg kwamen te staan. Leeuwarden bouwt zichzelf op die manier kapot.'

Lege, dichtgespijkerde huurhuizen zijn niet alleen een luguber gezicht maar roepen ook nieuwe vertrekbewegingen op, redeneert het stadsbestuur, met verpaupering als gevolg. Sloop wat niet gewild is, en maak de wijk weer fris, groen, ruim en aantrekkelijk, is het motto van de stedelijke vernieuwing. Bakker vindt dat het verhaal niet eerlijk wordt verteld.

Los van zijn overtuiging dat de leegstandscijfers zijn opgepompt, is er naar zijn mening een verkeerde gevolgtrekking gemaakt. 'Er is inderdaad sprake van toenemende leegstand. Vooral in de dure huursector. Logischerwijs zouden ze dus de dure huurwoningen moeten slopen. Maar dat is voor de corporaties verschrikkelijk kostbaar. Het is een boekhoudkundig verhaal. Om kort te gaan: als je die sloopt, zijn de corporaties in één klap failliet. Dus wat doen ze, naast de verkoop van die huizen? Ze slopen de goedkope huurwoningen en drijven de mensen naar de dure huurwoningen. Dan zijn die ook weer gevuld.' En de huursubsidie die mag dienen als verkapte exploitatiesubsidie, schampert hij.

Ook als het verhaal van het gemeentebestuur wel zou kloppen, blijft het volgens Bakker een bloedlinke zaak. 'Het gekke is, dat erkennen ze zelf ook! En toch zetten ze door. Henk Drewel van het CDA zei het vorige week: 'sodemieter zo snel mogelijk die boel plat, voordat de economie instort'.'

Bakker ziet het rampscenario al voor zich: de recessie zet in, kopers met te hoge hypotheken komen klem te zitten, de vraag naar huurhuizen trekt aan, maar die zijn dan al vermalen tot puin.
Nog sterker gekant is hij tegen de achterliggende filosofie. 'Het doel heet 'een evenwichtige bevolkingsopbouw' te zijn. Dat is het paradepaardje van dit college. Men is uit op modelinwoners, middenklassegezinnen die de voorzieningen overeind houden. In werkelijkheid richt het verhaal zich tegen de armere bevolkingsgroepen. Die worden als vee voor de bulldozer uit gedreven, ze worden van wijk naar wijk gesleept.'

Over de inleidende geschriften voor de herinrichting van de Vegelinbuurt heeft Bakker zich verschrikkelijk opgewonden. 'Je leest er complete haatuitbarstingen in tegen alleenstaanden. In de ene zin staat dat driekwart in de buurt alleen woont, een zin later gaat het over misdrijven. Zo suggereer je op slinkse wijze een verband tussen het verval van de buurt en alleenstaanden.'

'Automatisch wordt aangenomen dat een wijk alleen functioneert als ie goed gemengd is. Dat vind ik kwalijk. Waarom is het zo erg als allochtonen, werklozen of alleenstaanden bij elkaar kruipen? Als ze er zelf tevreden over zijn, zie ik geen probleem. Bovendien: het gemeentebestuur zet zelf de rijkeren en de middengroepen bij elkaar in de nieuwe uitleggebieden, dus hoe hou je in hemelsnaam mensen over om te mengen in de bestaande wijken?'

Hij is niet a priori tegen slooppartijen, verzekert Bakker. 'Je moet niet ontkennen dat er problemen zijn. Die zijn er. Ik ben het alleen niet eens met de oplossing en de manier waarop die wordt doorgedrukt.'

'Als de bewoners zelf zeggen: 'kom maar op met die bulldozer', wie zijn wij dan om daar tegenin te gaan?' Wij, is PEL, horzel sinds januari 1978, veertig leden. 'Waarom zitten er in de stuurgroep stedelijke vernieuwing geen burgers? In de jaren zeventig had geen gemeentebestuur het in z'n hoofd gehaald de bevolking zo te negeren.'

De reeks voorlichtingsavonden, afgelopen voorjaar, over de uitgangspunten van de herstructurering doet Bakker af als een wassen neus. 'Ach ja, Klaas Jansma mag de spreekstalmeester spelen, het publiek mag even uitrazen, en de druk is weer van de ketel.'

We geven de wethouders en stuurgroepleden Bearn Bilker en Peter den Oudsten even vakantie en maken van Johan Bakker tijdelijk collegelid. Hoe zou hij het aanpakken? 'Als ik wethouder was, zou ik geen oplossingen opleggen. Ik zou naar de bewoners gaan en vragen: hoe zien jullie het, hebben jullie know-how nodig om een plan te maken? Als het plan er is, wil ik er wel eens op kauwen, eens kijken of er een lijn inzit.'

Op een dag moet er een knoop doorgehakt, alle bewoners wijzen buurmans huis als slooppand aan, wat is dan wijsheid? Bakker aarzelt: 'Een ideale oplossing is niet te presenteren. Uiteindelijk ligt de verantwoordelijkheid bij de gemeente. Maar zoals het nu gebeurt, over de ruggen van de armeren, is zeker verkeerd.'

IRENE OVERDUIN