Na het bericht op 29-7-1999 over het door de gemeente uitgevaardigde 'woonverbod' tegen Van Asbeckstraat 13, hierbij het vervolg van het verhaal. Uit de Leeuwarder Courant van 3-8-1999:

ONTRUIMD PAND WEKT IRRITATIE OMWONENDEN


LEEUWARDEN - Het pand aan de Van Asbeckstraat 13 maakt sinds vorige week, toen het ontruimd werd op last van de gemeente, een sterk verwaarloosde indruk. Buurtbewoners maken zich kwaad over de dichtgetimmerde ramen en de rotzooi in de tuin. Om die reden gaat de gemeente mogelijk vervroegd weer bewoning van het huis toestaan, maar dan moet wel volstrekt duidelijk zijn dat dit geen nieuwe overlast zal opleveren.

De gemeente besloot tot sluiting van het pand, omdat omwonenden al lange tijd klaagden over geluids- en drugsoverlast door de huurders.
Eigenaar Harry Kruize had dit voorjaar de wacht [bedoeld zal zijn: 'de huur'] opgezegd aan de bewoners. Vervolgens verhuurde hij de woning aan vier Algerijnse asielzoekers. Vanaf dat moment verdween de overlast aan de voorzijde van het pand. Maar bewoners uit de achterliggende Spoorstraat bleven bij de gemeente klagen over lawaai.

Volgens ambtenaar Ed Muller ging het om klachten van meerdere omwonenden. 'De politie is langs geweest en heeft geconstateerd dat de overlast op de warme zomerdagen in juni en juli inderdaad weer in versterkte mate toegenomen is. We wilden eigenrichting van de buurtbewoners voorkomen en zijn daarom tot sluiting overgegaan.'
[Dus de gemeente is stomweg gezwicht voor dreigementen uit 'de buurt' om het zelf wel even te regelen. Dat belooft wat voor de toekomst: Das Gesundenes Volksempfinden aan de macht. Het komt precies uit wat we al stelden in ons verhaaltje van 2 jaar terug over dit wetsartikel: De buurt gaat veel klagen (en ook nog wat dreigen met 'eigenrichting' en de burgemeester gaat daarin mee uit angst voor 'eigenrichting'. Dit onderstreept des temeer mijn suggestie dat indien er al een dergelijk wetsartikel is, de rechter en niet de gemeente deze bevoegdheid toekomt. Tenminste: Als de hele bepaling niet in strijd is met het internationaal recht.]

Edward van der Haring, die tegenover het pand woont, is hier kwaad over: 'Van die nieuwe bewoners hebben wij nog nooit last gehad. In de anderhalf jaar ervoor was het nog nooit zo rustig geweest. De uitzetting was nergens voor nodig. Nu de ramen afgetimmerd zijn, is het een gigantische chaos rond het huis. En het is echt geen gezicht, die planken voor de ramen.'
[Hier dus een getuigenverklaring die bevestigt dat het aan de voorzijde van het pand rustig was. Overigens blijf ik in deze story de processen-verbaal missen van de politie.]

Vanmorgen heeft de Buurt Onderhouds Ploeg (BOP) van de gemeente de rotzooi uit de voortuin verwijderd. De rekening, die waarschijnlijk honderden guldens bedraagt, gaat naar Kruize, want die had zelf moeten opruimen, vindt de gemeente.
[Kruize had zijn huurders indertijd moeten aanmanen de zooi eens op te ruimen. Maar na 1-8 jl. mocht op grond van het 'woonverbod' ook Kruize als eigenaar het pand niet meer betreden. M.a.w.: Er werd iets van hem verlangd dat hij niet kon /mocht uitvoeren, want je zult dan toch de woning of althans de voortuin moeten betreden. In feite toont dit aan hoe mallotig een 'woonverbod' werkt.]

'De ontruiming kost me zeker ¦25.000 aan inkomstenderving', zegt Kruize. [Dan is de maandopbrengst van het kamerpand dus in elk geval ¦2083,-/mnd geweest... Wat dat betreft is het niet erg dat die uitbuiterij even afgelopen is, als ik even niet kijk naar de wijze waarop.]
'Daarom wil ik het pand zo snel mogelijk verkopen. Maar de koper wil natuurlijk wel de garantie hebben dat hij het dan weer mag verhuren.'
[Hier rijst de juridische vraag of een 'woonverbod' in stand blijft na verkoop van een pand. M.i. zou dat niet zo moeten zijn. Ik geef dat als inhoudelijke reactie, niet als een juridische reactie. Immers: Het pand is leeg, de 'overlast' is weg en ofwel de nieuwe eigenaar gaat er zelf in wonen ofwel hij verhuurt het. Wil hij het als kamerpand verhuren, dan moet hij voldoen aan de eisen in de Expoloitatieverordening en hij -net als elke eigenaar - moet in elk geval met zijn pand voldoen aan de 'gewone' minimum-eisen van de Woningwet.]
Muller sluit niet uit dat bewoning weer wordt toegestaan. 'Wij begrijpen ook wel dat de buurt het geen gezicht vindt. Maar pas als volstrekt duidelijk is, wie er in het huis komt te wonen en als het pand opgeknapt wordt, kan ik de burgemeester verzoeken om de sluiting van het pand in te trekken.'
[Hebben we hier nu dan het echte motief te pakken: Ambtenaar Muller stelt criteria: Het huis moet worden opgeknapt en de gemeente wil bepalen wie eigenaar wordt of huurder. Om met het eerste te beginnen: Dit lijkt toch weer op het oude Appie Timmermans-verhaal: Qua opknapbeurt meer proberen af te dwingen dan de Woningwet qua bestuursdwang toelaat in de Van Asbeckstraat. Klopt dit, dan heeft de gemeente haar oude scenario nog steeds niet opgegeven en probeert ze nu zo, pand voor pand, de bewoners te dwingen. Is dat juist, dan is het 'detournement de pouvoir' ofwel misbruik van amtelijke bevoegdheid ofwel het oneigelijk gebruiken van een wetsartikel. Ambtenaar Muller heeft wel het recht om de staat van het pand te toetsen aan de Woningwet en de Raad heeft de bevoegdheid om voor de Van Asbeckstraat een subsidieregeling te verzinnen voor verbeteringen die uitgaan boven het niveau dat de Woningwet eist. Maar omdat de Van Asbeckstraat betrokken is bij de 'herstructurering' van het hele gebied Achter de Hoven/Vegelin kan ik me voorstellen dat ook een goedwillende koper kopschuw is om geld in het pand te steken. En wedden dat dan de Raad over een tijdje wordt verteld: In de Van Asbeckstraat staan dichtgetimmerde panden te verkrotten?! Schep je eigen realiteit heet dat.

Het tweede criterium: 'Wij als gemeente koppelen het ja/nee intrekken van het 'woonverbod' aan de persoon die het pand koopt en/of wie het eventueel dan huurt', vraagt gewoon om de opgestoken middelvinger. Niemand kan het recht ontzegd worden een woning te kopen en daarin ook te gaan wonen en als een nieuwe eigenaar het pand wil verhuren, heeft de gemeente niet te bepalen wie het mag huren en wie niet. Kennelijk wil de gemeente zich dezelfde macht toebedelen voor particuliere woningen als de corporaties hebben over hun woningen, nl. bepalen wie in de woning als eigenaar of als huurder mag wonen. Dergelijke macht was m.i. geoorloofd in 1947 (Woonruimtewet '47 waarbij naast een huurovereenkomst ook een woonvergunning nodig was van de gemeente) toen woningen zeer schaars waren, maar in een tijd waarin de gemeente zelf beweert dat er fors gesloopt moet worden omdat er 'een overschot' zou zijn, kan dit echt niet.]

Einde LC-bericht. Commentaar tussen [].

Tenslotte: De basisfout van het wetsartikel is m.i. dat ze 'overlast' koppelt aan de woning, omdat de gemeente kennelijk van mening is dat nu het pand leegstaat, het 'woonverbod' niet kan worden ingetrokken en ook niet zonder meer als er een nieuwe eigenaar komt of nieuwe huurders. Indien er al overlast was, dan werd dat door mensen veroorzaakt en nieuwe eigenaren-bewoners of huurders staan daar geheel buiten.