WONINGNOOD IN LEEUWARDEN: HUURMARKT BEGINT OP DIE IN RANDSTAD TE LIJKEN


Hieronder de letterlijke tekst van een ingezonden brief van 23/7/2003, die door de Leeuwarder Courant werd geplaatst in haar 'Te Gast' rubriek op zaterdag 2/8/2003:

INGEZONDEN 23/7/2003:

WONINGNOOD IN LEEUWARDEN: HUURMARKT BEGINT OP DIE IN RANDSTAD TE LIJKEN

Op 16/7 jl. opende de Leeuwarder Courant haar berichtgeving met o.a. gegevens uit het eindelijk via informele weg naar buiten gekomen jaarverslag 2001 van de Centrale Registratie Woningzoekenden. (CRW)

Duidelijk werd toen waarom de Leeuwarder woningcorporaties dat rapport nooit openbaar hadden gemaakt: De situatie was in 2001 vrij dramatisch veranderd in een zeer krappe markt voor huurwoningen.
Het heette in het bericht, dat een starter, d.w.z. iemand die nog geen woning heeft, in Leeuwarden krap een jaar op een goedkope huurwoning moest wachten. Kennelijk is gekeken naar de inschrijfduur van de starters en is daaruit geconcludeerd dat zij dus daarna een woning kregen. Helaas is dat niet zo: Als men iets nauwkeuriger kijkt in het verslag, ziet men dat begin 2001 het aantal ingeschreven woningzoekenden tegen de 6000 zat, het aantal uitschrijvingen in dat jaar op rond 3000, het aantal woningtoewijzingen tegen de tweeduizend en het aantal nieuwe inschrijvingen in 2001 weer pakweg 6000 was. Eind 2001 is de stand zo'n 7000 ingeschreven woningzoekenden.
Een uitschrijving is iets anders dan een woningtoewijzing: Deze cijfers worden apart onderscheiden. Een uitschrijving kan bijvoorbeeld ontstaan door: Vergeten de inschrijving jaarlijks te verlengen, particuliere huur- of koopwoning gevonden, kamer gevonden, aanbod viel tegen; men wil niet meer verhuizen, iemand komt te overlijden enz.
Zo'n groot aantal uitschrijvingen trekt de gemiddelde inschrijftijd omlaag. Bureau Quintis die de computercijfers van de CRW analyseerde, berekende de gemiddelde wachttijd op basis van het aantal mensen dat ook actief woonbonnen instuurde. Als bv. het aantal actieve woningzoekenden 2000 is en het totale woningaanbod in dat jaar is 500, dan is de slaagkans 25 procent. De gemiddelde wachttijd is dan 4 jaar.
Quintis komt op basis van haar berekeningen op een gemiddelde wachttijd in Leeuwarden van pakweg 3 jaar voor een flat en 8 jaar voor een eengezinswoning.
Het hangt van de wijk af, of men sneller of trager aan de bak komt dan de gemiddelde wachttijd.

Voor Leeuwarden zijn dit schokkende cijfers: Het PEL bestaat sinds 1978 en bij ons weten is het nog nooit zo slecht geweest voor wat betreft de goedkopere huurwoningen!

Wij vinden dat dit gegeven, samen met de economische teruggang, noopt tot bijstelling van de Kadernota Stedelijke Vernieuwing die december 1999 door de Raad werd vastgesteld. Ook op andere wijze dan via sloop en dure vervangende nieuwbouw in de koopsfeer in de bestaande wijken, kun je een beleid voeren. Wij vinden dat het woord 'renovatie' terug moet op de agenda en dat er alleen gesloopt moet worden als alle andere opties uitgeput zijn. Bij renovatie denken wij aan alle gradaties:
Aan groot-onderhoud, aan standaard-renovaties en aan upgrading renovaties, al naar de mogelijkheden (plattegrond, huurprijzen, lokatie, doelgroep enz.) van zowel eengezinswoningen als appartementen.
Zo besloot Woningbouwvereniging Breda vorig jaar om tegen de zin van de gemeente in, 11 flatblokken niet te slopen, maar te renoveren voor gemiddeld EUR 42.000 per woning.
Als je je flatblokken met zorg uitkiest, zijn dat renovaties die zoden aan de dijk zetten.
Daarnaast moet Stedelijke Vernieuwing ook inhouden:
Een veel beter sociaal beheer van de bestaande wijken: Wonen moet ook leuk zijn en geen ergernis opleveren.

Kortom: De Raad is aan zet bij het woningbouwbeleidsplan waarmee de wethouder na de zomer wil komen.

Leeuwarden, 23/7/2003 Secretaris Vereniging P.E.L.


Einde tekst ingezonden brief secretariaat PEL.