Persbericht ministerie VROM m.b.t. provincie Friesland d.d. 19-4-2000 n.a.v. verschijnen WBO 1998. (Woning Behoefte Onderzoek 1998)
Hierbij: Commentaar secretaris PEL
19 April 2000
In Friesland is een tekort aan kwalitatief goede koopwoningen op aantrekkelijke locaties. In totaal kan Friesland slechts voor de helft voldoen aan de vraag naar duurdere koopwoningen. Dat blijkt uit het onlangs door het ministerie van VROM gepubliceerde WoningBehoefte Onderzoek (WBO).
Stedelijke vernieuwing noodzaak.
De vraag naar woningen met meer kwaliteit, vooral in de koopsector, blijft toenemen. Juist in de steden zijn dergelijke woningen maar beperkt aanwezig.
In de steden staan vooral goedkopere woningen, overwegend in de huursector, met een kwaliteit waaraan steeds minder behoefte is. Om aan de vraag naar meer kwaliteit te voldoen zullen woningen in buurten met een verslechterde marktpositie drastisch verbeterd of zelfs gesloopt moeten worden. Buurten moeten aantrekkelijker worden door woningen terug te bouwen die beter
aansluiten op de groeiende kwaliteitsvraag. Ook de woonomgeving zal aan
kwaliteit moeten winnen. Door het bieden van meer differentiatie kunnen
huishoudens, die op zoek zijn naar een betere woning, in hun buurt
blijven wonen. De uitdaging voor de steden zal zijn om aantrekkelijke
woonmilieus te creëeren, die tegemoet komen aan de toenemende vraag naar meer kwaliteit, om zo de midden en hogere inkomens aan de stad te
blijven binden. De oplossing moet zowel in de centrumstedelijke als in
de buiten-centrum stedelijke woonmilieus gezocht worden. Krachtige
voortzetting van het al door de steden ingezette proces van stedelijke
vernieuwing is daarom noodzakelijk. Vooral stedelingen zijn op zoek naar
kwaliteit. Vooral huurders vragen een betere kwaliteit van woning en
woonomgeving. Huurders wonen overwegend in de steden en daar wordt dan
ook relatief meer verhuisd dan in de dorpen. In de steden wil ruim één op de drie huurders verhuizen. Deze doorstromers zijn vooral op zoek naar een woning met meer kwaliteit. Vaak wordt daarbij de overstap naar een koopwoning overwogen. Daarnaast wil circa één op de vier huurders in de stad zijn huurwoning kopen. Als verhuurders aan deze wens tegemoet komen blijft ook de verbondenheid aan de buurt behouden. In de steden ligt dus een aanzienlijke opgave om het aanbod meer op de veranderende marktvraag af te stemmen.
Kwalitatieve druk op woningmarkt.
In Friesland is sprake van een redelijk ontspannen woningmarkt. De woningmarkt is in kwantitatieve zin in evenwicht. Het woningtekort is verder gedaald en is nu bijna nihil. De druk op de Friese woningmarkt wordt dan ook niet veroorzaakt door een tekort aan woningen, maar vooral door een toenemende discrepantie in kwalitatief opzicht tussen de vraag naar en het aanbod van bestaande woningen en woonmilieus.
Sterke vergrijzing.
Friesland is evenveel vergrijsd als gemiddeld in Nederland. De vergrijzing zal de komende tijd verder toenemen en zal zich op het Friese platteland sterker voordoen dan in de steden. In toenemende mate zal het beleid zich moeten gaan richten op een gevarieerd aanbod van voor ouderen geschikte woningen en het aanbieden van zorg op maat.
Woonkwaliteit voor lage inkomens.
In Friesland is het inkomen per huishouden beduidend lager dan het gemiddelde in Nederland. Ook het aandeel van de huishoudens dat behoort tot de doelgroep (huishoudens met een laag inkomen) is hoger dan het gemiddelde in Nederland. Verder is in afwijking van de landelijke ontwikkeling het aantal huishoudens met een laag inkomen de afgelopen jaren licht gestegen.
De doelgroep in de steden woont voor bijna driekwart in de huursector. In het proces van stedelijke vernieuwing dienen ook voor deze groep voldoende kwalitatief goede woningen en woonmilieus beschikbaar te blijven.
Voor nadere informatie kunt u contact opnemen met de Inspectie Volkshuisvesting voor de provincies Drenthe, Friesland en Groningen, de heer O. Dolstra, tel: 050-5992679.
Einde persbericht VROM.
Commentaar:
Het persbericht n.a.v. de uitkomsten van het Woningbehoefte Onderzoek 1998 van het CBS zoals VROM dat afgelopen voorjaar uitgaf per provincie, is m.i. toch wel wat tegenstrijdig.
Aan de ene kant heet het dat 'stedelijke vernieuwing' noodzaak is omdat er veel vraag zou zijn naar kwalitatief goede koopwoningen - lees: dure koopwoningen - en anderzijds zouden het vooral de huurders zijn die meer 'kwaliteit' willen en moeten die dure koophuizen vooral in de stad komen.
Een stokpaardje is tegenwoordig dat huurders 'in hun eigen buurt' moeten kunnen blijven wonen als ze een koopwoning en 'meer kwaliteit' willen. Is dat nu echt een wens van de huurders of is dat alleen beleid van VROM; ofwel: Wil VROM dat gewoon, zonder zich af te vragen of de huurders dat willen?
Anderzijds constateert het persbericht dat het inkomen per huishouden in
Friesland beduidend lager ligt dan in de rest van Nederland; gemiddeld
gesproken. Ook zijn er meer mensen met een laag inkomen en dat aantal is
ook nog wat gegroeid, zegt VROM. Je zou dan zeggen dat je die dure koopwoningen niet zomaar massaal in bestaande wijken met de wat goedkopere huurwoningen neer kunt zetten. Dat doen betekent nl. massale sloop van delen van de 'ijzeren voorraad' nog m.b.v. huursubsidie betaalbare huurwoningvoorraad. Dat lijkt me strijdig met de constatering dat er wel voldoende en goede betaalbare huurwoningen beschikbaar moeten blijven. Dit des te meer nu het leegstandspercentage in 1999 bij de corporatie-huurwoningen nog maar 0,75% was, het laagste percentage in 20 jaar...
Conclusies:
secretaris PEL