Afgelopen tijd hebben we diverse berichten gepubliceerd over de
OZB-kwestie i.v.m. de tariefvaststelling voor de onroerende zaak
belasting voor 2001.
De kwestie was afgelopen voorjaar zo
'opgelopen' dat B en W zich gedwongen voelden juridisch advies te vragen
aan bureau Monsma en Partners. Een van de detailpuntjes die toen al aan
ons opviel, was de vraag van B en W aan hen of de tarieven OZB met
terugwerkende kracht niet wat omhoog konden (nee dus) en of er niet wat
'creatief' met de WOZ-waarden kon worden omgegaan...
Vooral dat laatste
vond ik onthullend. Bureau Monsma antwoordde uiteraard dat dat helemaal
niet kon. Dit was een van de punten die wij in een brief aan de Raad
afgelopen voorjaar al hadden genoemd. De twijfel of de WOZ-waarden hier
in Leeuwarden wel eerlijk worden bepaald slaat nu echter verder toe.
Uit de Leeuwarder Courant van 18-8-2001:
DEN HAAG (GPD) - De Vereniging Eigen Huis (VEH) heeft grote twijfels
over de eerlijkheid van de waardevaststelling van particuliere woningen.
In minstens 10 procent van de Nederlandse gemeenten zouden
gemeentebesturen dubieuze afspraken hebben gemaakt met taxatiebureaus.
Daarnaast laakt de VEH het gebruik dat hertaxaties vaak worden
uitgevoerd door dezelfde bureaus die voor de eerste, omstreden
waardeschatting verantwoordelijk waren.
[Dat laatste is in Leeuwarden ook het geval: Bureau Houdringe doet zowel
de taxaties als de hertaxaties als iemand bezwaar gaat maken. Verder is
er nog een punt inmiddels boven water gekomen: Een medewerkster-taxateur
van dat bureau vertelde ons op 17-8 jl. het volgende: Als een eigenaar
of huurder bezwaar maakt tegen de aanslag, heeft hij/zij het recht het
z.g. 'taxatieverslag' op te vragen. Daarin staan de z.g.
'referentiewoningen' waarmee het huis is vergeleken. Hier bleek uit zo'n
verslag dat men werkt met kub.m. inhoud en uiteraard de getaxeerde
waarde van de in het verslagje genoemde woningen. Als je dat dan
omrekent naar een prijs per kubieke meter klopt er niks van als je die
prijs vervolgens loslaat op je eigen woning; ook niet bij benadering.
Maar dat terzijde.
Zij deelde mee dat deze 'referentiewoningen' HELEMAAL
DE ECHTE REFERENTIEWONINGEN NIET ZIJN! Ze stelde dat de gemeente in
werkelijkheid een ANDERE referentie gebruikt, nl. de recente verkopen.
Zo was in bedoeld geval als referentie precies 1 recente verkoop
gebruikt van een soortgelijke woning. Twee dingen deugden daar
inhoudelijk niet aan: Ten eerste moeten er minimaal 2 referentiepanden
worden gebruikt en ten tweede lag die verkoopdatum NA DE
WAARDEPEILDATUM, ofwel NA 1-1-1999...
Kortom: Als een eigenaar of huurder vraagt om het taxatieverslag waar
hij/zij volgens de wet recht op heeft, stuurt de gemeente Leeuwarden
hem/haar iets toe wat 'fake' is omdat die referentie in werkelijkheid
helemaal niet is gebruikt, maar iets anders...
Kortom: Dit is een van de
manieren hoe de gemeente Leeuwarden de boel belazert. Uiteraard heeft de
in werkelijkheid gebruikte referentiewoning een hogere waarde dan de
WOZ waarde waartegen de eigenaar bezwaar maakte, zodat het lijkt alsof
hij/zij met zijn/haar woning in feite nog aan de lage kant is getaxeerd
en dus niet moet zeuren...
Kortom: De gebruikelijke boerenslimheid van
het College van B en W.]
De VEH heeft minister van binnenlandse zaken Klaas de Vries gisteren in
een brief op de hoogte gesteld van haar twijfels en eist een diepgravend
onderzoek. "Als de informatie die wij hebben klopt, dan is er reden om
ernstig te twijfelen aan de eerlijkheid van waardevaststellingen.
Bovendien kunnen burgers dan met reden vraagtekens gaan zetten bij de
betrouwbaarheid van de overheid", aldus Frank van Loon, directeur
algemeen ledenbelang van de VEH.
Het gaat om de waardevaststelling van woningen in het kader van de Wet
Waardering Onroerende Zaken. Die eenmaal per vier jaar te vernieuwen
vaststelling vormt de basis voor de berekening van het
eigenwoning-forfait, de onroerendzaak-belasting en de waterschapslasten.
Een te hoge waardevaststelling kan burgers dus vier jaar lang te veel
geld kosten.
De VEH kwam de zaak op het spoor via een onderzoek van de situatie in de
Gelderse gemeente Renkum. Daar tekende maar liefst 22 procent van alle
woningeigenaren bezwaar aan tegen de geschatte waarde van hun huizen. De
gemeente schakelde voor een tweede taxatie geen onafhankelijke derde in,
maar hetzelfde bureau dat voor de eerste, omstreden taxatie
verantwoordelijk was.
[Zoals opgemerkt: Dat is in Leeuwarden ook zo.]
Volgens de VEH is inmiddels duidelijk geworden dat een soortgelijke gang
van zaken in minstens vijftig gemeenten gebruikelijk is. Bovendien
zouden taxatiebureaus in veel gemeenten afspraken hebben gemaakt die tot
verstrengeling van belangen kunnen leiden.
Einde LC-bericht. Commentaar tussen [].
Tenslotte:
Rest nog de vraag: Hoe creatief is de gemeente Leeuwarden met haar
waardevaststelling van de woningen?
Daar zou m.i. nader onderzoek naar
moeten worden ingesteld. Ik baseer dat op het volgende: Uit het
vergaderstuk voor de behandeling van de tarievenkwestie OZB in de
Commissie Bestuur en Middelen op 28-3-2001 bleek dat met name de
incourante niet-woningen ten tijde van het Raadsbesluit over de
vaststelling van het OZB-tarief (december 2000) qua WOZ-waarde berustten
op onjuiste schattingen. (Dus niet op al gemaakte taxaties) Tevens bleek
uit de bij het commissiestuk behorende brief van PricewaterhouseCoopers:
"In een verslag van het taxatieoverleg wordt vermeld dat per 8 december
2000 45.775 objecten van de 47.021 zijn ingevoerd." Daarna stond in het
rapport 'kwaliteitsanalyse taxaties' van januari 2001 van het
taxatiebureau zelf, dat op het moment van indiening van deze
kwaliteitsanalyse (18-1-2001) er nog 2.526 objecten (van de 47.401) zijn
waarvan de taxatie nog niet (volledig) is afgerond. Hiervan hadden 683
objecten (van de 762) betrekking op incourante niet-woningen. Aldus een
letterlijk citaat.
Dus: 2526 min 762 is 1764 woningen waarvan op 18-1-2001 de taxatie nog
niet (volledig) was afgerond. Volgens dezelfde brief meldde het
taxatiebureau op 14-2-2001 dat alle taxaties per 12-2-2001 waren
afgerond. Op 7-2-2001 werd in een intern memo van een medewerker van
Concerncontrol (gemeente) gemeld dat de waarde van de niet-woningen
ongeveer 1 miljard lager was dan geraamd. Dit werd NIET aan B en W
doorgegeven. Op 23-2-2001 werd dit feit uiteindelijk door de interim
teamleider Belastingen aan de wethouder doorgegeven.
Als je praat over 'creatief' omgaan met WOZ-waarden van woningen, dan
kun je denken aan doelbewust gerommel op voorhand bedacht, maar ook aan
de verleiding op creatief te worden uit pure nood: Stel je voor: De
afdeling Belastingen ontdekt een 'gat' van 1 miljard omdat de
waardeinschattingen dat bedrag hoger liggen dan de taxaties zoals tot
die tijd binnen zijn gekomen...
Eerste probleem: Hoe vertel ik DIT aan
de wethouder?!
Tweede probleem: Moeten we niet redden wat er te redden
is?
Ofwel: De verleiding op dat moment om creatief te worden wordt dan
wel groot voor zo'n afdeling...
De vraag is dan bv.: Is er tussen 7-2 en 12-2-2001 contact geweest
tussen de afdeling Belastingen en het taxatiebureau m.b.t. de *woningen*
waarvan de taxatie nog niet was afgerond en zo ja, werd toen wellicht
(gezien het dreigende debacle met de incourante niet-woningen)
ingegrepen in de (voorlopig bepaalde) WOZ-waarden van de woningen
waarvan de taxatie nog niet was afgerond?! Dit, om de opbrengstschade
OZB wat te verzachten?!
Hierbij gevoegd de vraag van B en W (zie begin van dit verhaal) aan
bureau Monsma en Partners of er niet wat creatief met de WOZ-waarden kon
worden omgegaan en de juiste ingrediënten om over te gaan tot enige
creativiteit uit nood, zijn aanwezig.
Kortom: Het motief is er, maar
het harde bewijs ontbreekt. (nog?) De vraag of ook in Leeuwarden
creatief is omgesprongen met de WOZ-waarden is alleen door nader
onderzoek wellicht te bepalen.
secretariaat Ver. PEL