In ons eerdere bericht over de situatie op de Leeuwarder kamermarkt dat
op 6-8 j.l. verscheen, werd (LC. 1-8-2001) door een woordvoerder van de
woningcorporaties gesteld dat de gemiddelde wachttijd voor een woning
was opgelopen tot 11 maanden. Betrokkene (Harry van Dijk) werkt voor
woonbedrijf BWL en voor de Stichting Studenten Huisvesting en ook werd
bericht dat studenten al niet eens meer gaan vragen om een kamer bij de
SSH 'Dat heeft toch geen zin', zo werd gesteld.
Op vrijdag 17-8-2001 kwam de Leeuwarder Courant echter met een bericht dat haaks op het
voorgaande staat:
Voorpagina Leeuwarder Courant:
LEEUWARDEN - De kamernood in Leeuwarden wordt overdreven. Hooguit zullen
studenten iets meer tijd nodig hebben om huisvesting te vinden dan
andere jaren. Hbo-coördinator Ymie Tjallinghii weerspreekt recente
uitlatingen van woningcorporaties dat voor nieuwe studenten acute
kamernood dreigt. In vergelijking met andere hbo- en universiteitssteden
doet Leeuwarden het stukken beter.
Meer hierover op pagina 13
Ja, wie moeten we nu geloven? Allereerst zegt een vergelijking met
andere hbo- en universiteitssteden mij niet veel, omdat de vraag dan
rijst: Hoe vlot komt men daar aan een kamer? Bij 'slecht' en 'heel erg
slecht' is 'slecht' ook relatief gezien beter dan 'heel erg slecht'...
Cijfers over gemiddelde wachttijden voor een kamer waarbij Leeuwarden
met andere HBO-steden wordt vergeleken zouden een beter beeld kunnen
bieden.
Ten tweede is Tjallinghii cordinator van de studentenverenigingen, die
ook altijd wel nieuwe leden kunnen gebruiken en promotor van Leeuwarden
als stad voor hoger beroepsonderwijs. In die positie heb je er belang
bij een zo rooskleurig mogelijk beeld neer te zetten omdat de
eerstejaars anders elders in het land naar andere scholen verdwijnen.
Dat kost het hbo geld: Minder leerlingen; minder centen.
Ten derde vraag ik me af wie nu beter de situatie kan beoordelen: Deze
promotor van Leeuwarden-studentenstad of de woningcorporatie. De
woningcorporatie heeft een systeem van centrale registratie van
woningzoekenden en kan daarom zo m.b.v. de computer van de CRWL de meest
actuele wachttijden produceren. Ook wij zijn wel in staat m.b.v. de
toewijzingslijsten in hun blad WoonWijzer globaal een beeld te krijgen
van de wachttijden en de druk op de goedkopere huurwoningen, zoals bv.
de vaak per kamer verhuurde split-level flats in Lekkumerend. Die druk
neemt toe en de gemiddelde wachttijd van 11 maanden zoals BWL die noemt,
kloppen gewoon. Ook wij worden i.t.t. enige jaren terug geregeld
benaderd met de vraag of wij wellicht kamers verhuren en hoe men snel
aan een kamer komt. Veelal is men dan al overal langs geweest, maar
tevergeefs.
Ten vierde vraag ik me af welk belang de woningcorporatie er bij heeft
de situatie somberder voor te stellen dan zij zou zijn. Wat zij op dit
punt stellen ondergraaft in feite hun eigen sloopbeleid in het kader van
de stedelijke vernieuwing...
Kortom: Gezien deze vier overwegingen
geloof ik eerder in dit geval de woningcorporatie dan Tjallinghii.
Vervolg van het LC-artikel op bladzijde 13:
LEEUWARDEN - In Leeuwarden is geen sprake van bijzondere kamernood onder
studenten. Hooguit moeten nieuwe studenten dit jaar iets langer zoeken
naar een kamer. Met deze opvatting weerspreekt Ymie Tjallinghii,
coördinator van de studentenverenigingen en promotor van Leeuwarden als
stad voor hoger beroepsonderwijs (hbo), recente uitlatingen van
woningcorporaties.
[Nu heet het weer 'bijzondere' kamernood. M.a.w. 'gewone' kamernood is
normaal; er is 'gewone' kamernood en dat is 'men moet iets langer
zoeken' en dat is 'normaal'...
Voor Leeuwarden is en gemiddelde
wachttijd van 11 maanden niet normaal. Kortom: Er wordt wat
euphemistisch gesproken over het kamerprobleem.]
"Er is geen enkele reden tot paniek", aldus Tjallinghii. "Het wordt wat
krapper. Maar er is nog altijd voldoende ruimte. Niemand zal in het
Leeuwarder Bos hoeven te slapen."
[Wie heeft het dan gehad over paniek?
Natuurlijk slaapt niemand in het Leeuwarder Bos, maar men zit uit pure
nood bv. tijdelijk op een camping, trekt bij kennissen in, blijft zolang
toch heen en weer reizen enz. Kortom: Allemaal nood-oplossingen en dat
lijkt me geen goede zaak.]
In Leeuwarden melden zich jaarlijks 5000 eerstejaars studenten, van wie
circa 750 op kamers gaan wonen. Corporaties signaleren wachttijden die
oplopen tot elf maanden.
[Nee, gesteld werd dat de *gemiddelde*
wachttijd was opgelopen tot elf maanden. In sommige gevallen dus korter
en in andere gevallen langer.]
De Stichting Studenten Huisvesting rept eveneens van een ongunstiger
situatie.
Studenten hebben de afgelopen weken niet vaker dan andere jaren aan de
bel getrokken bij gemeente en hogescholen over kamernood, zegt
Tjallinghii.
[Wat zou je als student daar ook moeten doen: Zij hebben
geen kamer voor je en kunnen je daar ook niet aan helpen.]
Zij bevestigt wel dat de zoektocht moeilijker kan zijn dan anders. Zij
noemt enkele oorzaken: er zijn minder particuliere kamerverhuurders,
woningcorporaties hebben door sloop minder huizen in de aanbieding en de
afgestudeerde jongelui stromen langzamer door naar 'gewone' huizen. "De
huren zijn de laatste jaren flink gestegen."
[Zo krijg je langzamerhand de situatie zoals al jaren gangbaar in de
Randstad: Afgestudeerden houden dan hun kamer vast, omdat ze niks anders
kunnen krijgen; tenminste niet snel.]
Ook zijn ouders minder snel genegen een woning voor zoon of dochter te
kopen. De hypotheekrente kan niet langer worden afgetrokken bij de
belastingaangifte.
[In het nieuwe belastingstelsel geldt de hypotheekrenteaftrek alleen nog
voor woningen waar de eigenaar zelf in woont. Wel worden de
huurinkomsten uit een verhuurde woning niet meer als inkomsten gezien,
maar als vermogensvermeerdering, zodat ze worden belast met de
vermogensrendementsheffing in box 3. Maar dat is voor de verhuurder
voordeliger dan het normale tarief inkostenbelasting betalen zoals in
het oude systeem moest. De onderhoudskosten die in het oude stelsel wel
een belastingaftrekpost vormden voor een verhuurder maar waarmee een
eigenaar-bewoner qua belastingen niks mee kon, vormen geen aftrekpost
meer voor verhuurders.]
Studenten hebben problemen soms ook volkomen aan zichzelf te wijten,
vindt de hbo-coördinator. "Ze schrijven zich steeds later in, soms een
week voor aanvang van de studie. Dan is het logisch dat je je toevlucht
moet nemen tot het prikbord in de supermarkt of moet vragen in cafés."
[Ik vraag me af hoe zij zo precies weet wanneer iemand zich laat
inschrijven. Alsof elke student haar komt vertellen: 'Ik heb me vandaag
in laten schrijven voor een kamer'. Waarschijnlijk berust de opmerking
op enige losse gevallen en die heb je uiteraard altijd. Overigens kan
men zich ook laten inschrijven - ik denk bv. aan iemand uit Maastricht -
per post: Inschrijfformulier aanvragen en alle papierboel gewoon per
post terugsturen. De fl. 35,- inschrijfgeld kan gewoon per giro betaald
worden. Dat bespaart iemand dan wel een forse reis.]
De zoektocht zal hooguit een maand meer kosten, veronderstelt ze. Voor
het eind van het jaar zal iedereen onderdak hebben.
[Dat noem ik geen
'maand meer', maar 4 maanden...]
"Na de vakantie blijken er altijd weer kamers leeg te staan, die zijn
verlaten door afgestudeerden. Het probleem lost zich dan vanzelf op."
[Natuurlijk niet: Die kamers zijn al weer verhuurd of worden de komende
weken verhuurd. De vraag overtreft gewoon het aanbod, dat is in feite
alles...
In de LC van 19-8-2001 wordt bij de advertenties
onder 'Kamers gevraagd' 10 maal een kamer gezocht. Per advertentie
worden 2 kamers aangeboden. Al weken lang is dat zo'n beetje het
beeld.]
Einde LC-bericht. Commentaar tussen [].