AAN DE GEMEENTERAAD VAN DE GEMEENTE LEEUWARDEN
POSTBUS 21000
8900 JA LEEUWARDEN
Onderwerp: Concern-begroting 2000 en de Zalm-snip
Leeuwarden, 5-11-1999
Geachte Raadsleden,
In de Leeuwarder Courant van 27-10-1999 was o.a. het volgende bericht te lezen:
ZALMSNIP STIJGT IN WAARDE
LEEUWARDEN - De Zalmsnip wordt in Leeuwarden ¦118,45 waard. Dit kan, doordat het stadsbestuur het kadootje van minister Gerrit Zalm volgend jaar over een kleinere groep Leeuwarders uitsmeert, 38.000 in plaats van 41.000. Tot de drieduizend mensen die de snip mislopen behoren zij die geen afvalstoffenheffing betalen, studenten en bewoners van verpleegtehuizen.
De snip wordt, als de gemeenteraad instemt, voortaan verrekend met de
afvalstoffenheffing. Op die manier dient de rijksgeste niet langer
als inkomensondersteuner, maar louter nog als lastenverlichter. Dat
is een goede zaak, vindt financiën-wethouder Hermien de Haan, want
het is gemeenten bij wet verboden om aan inkomenspolitiek te doen. De
Haan heeft er nooit een geheim van gemaakt de snip een onding te
vinden. De oude manier van verdelen kost te veel ambtelijke inzet, is
fraudegevoelig en werkt rechtsongelijkheid in de hand, oordeelt ze.
De PvdA-wethouder vindt het goed te verdedigen dat armere Leeuwarders
nu achter het net vissen. 'Voor hen hebben we een goed minimabeleid.'
Einde LC-bericht.
Naar onze indruk liep de Zalm-snip in 1999 voor het eerst 'goed' qua uitvoering, nadat de start in 1998 begon met uitsluitingen van o.a.
kamerbewoners. Nu schijnt alle narigheid opnieuw te beginnen, omdat
de wethouder schijnt te menen dat het gemeente-geld is dat volgens
door de gemeente op te stellen regels kan worden verdeeld zoals het
haar goeddunkt. Wij hebben ons laten vertellen dat de Zalm-snip bij
de behandeling van de begroting in de Raad van 8-11-1999 wordt
meegenomen. We constateren dan qua procedure, dat dit punt nooit is
behandeld in een openbare commissievergadering (bijv. Bestuur en
Middelen) zodat burgers en belangengroepen het recht op inspraak is
ontnomen.
Kennelijk moet de andere werkwijze er min of meer stiekum, verstopt
binnen een 'groot' agendapunt op de raadsvergadering, er 'doorheen
gejast' worden, zonder al te veel 'lastige' inspraak/commentaar van burgers.
Inhoudelijk: Voor burgers is er nauwelijks meer qua gegevens dan het
bericht uit de krant. Op blz. 23 van de Uitgangspunten Begroting
staat weinig meer dan dat er najaar 1999 met de Raad wordt overlegd
over de verdere gang van zaken m.b.t. de Zalm-snip, dat de Zalm-snip
wordt teruggegeven aan de burger (overigens al een onjuist
uitgangspunt, er wordt niets teruggegeven wat eerst door de burger
aan de gemeente moest worden betaald; er wordt Rijksgeld doorgegeven
aan de burger; dat is heel iets anders.) en dat de wijze waarop
onderwerp is van overleg. Bij dat laatste zou dan gedacht kunnen
worden aan verrekening met de gemeentelijke afvalstoffenheffing.
Gezien het krantebericht en uitspraken van wethouder De Haan voor
Omroep Friesland lijkt het er echter op, dat B&W reeds tot
besluitvorming is gekomen. Wat schijnen nu de wijzigingen te zijn
m.b.t. de werkwijze van dit jaar:
- Studenten krijgen niks. O.i. wordt bedoeld: Kamerbewoners.
Reactie: Zie antwoord minister Zalm aan leden Tweede Kamer over o.a. bewoners van onzelfstandige woonruimte (kamers):
Op 2-2-1998 antwoordde de Minister op schriftelijke vragen van de
Kamerleden mw. Nijpels-Hezemans en dhr. Hendriks o.a. als volgt:
'Zoals bij diverse gelegenheden aan de Tweede Kamer is gemeld,
voorziet de regeling erin dat degenen die een belastingaanslag
krijgen voor de desbetreffende gemeentelijke belasting in aanmerking
komen voor de lokale lastenverlichting. De ¦ 100 maatregel voorziet in een vermindering op het aanslagbiljet voor de OZB/RZB, of, als de Eerste Kamer instemt met het wetsvoorstel begrotingswet gemeentefonds 1998, de afvalstoffenheffing/reinigingsrecht of het rioolafvoerrecht.
De bewoners van niet-zelfstandige woonruimten krijgen geen
(individuele) aanslag voor deze heffingen. Wel is het zo dat de
gemeenten via het gemeentefonds voor elk van deze niet-zelfstandige
woonruimten worden gecompenseerd. Het kabinet gaat er daarom van uit
dat gemeenten het bedrag van ¦100 ook doorsluizen naar de bewoners van niet-zelfstandige woonruimten. De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mevr. Van de Vondervoort, heeft in de Tweede Kamer aangegeven dat het kabinet de gemeenten dringend adviseert om een zodanige voorziening te treffen dat ook aan diegenen die geen
zelfstandige aanslag krijgen toch ¦100 wordt uitgekeerd. De gemeentefondsbeheerders hebben in een circulaire van 3 december 1997 de gemeenten hierop gewezen. Overigens heeft ook de VNG in haar ledenbrief de gemeenten aangespoord om ook bewoners waarvoor wel
compensatie plaatsvindt via het gemeentefonds, maar waarvoor de
regeling geen vermindering voorschrijft, te laten profiteren van de
lokale lastenverlichting.' Einde citaat.
Kortom: De gemeenten worden via het gemeentefonds voor ELK van deze
niet-zelfstandige woonruimten gecompenseerd, dus voor elke kamer.
Deze opmerking van de Minister en het verhaal van vorig jaar van de
gemeente Leeuwarden waarin wordt gesteld dat slechts ¦100,-/wooneenheid op basis van de FVW (Financiële Verhoudings Wet) wordt betaald lijken ons niet helemaal te sporen.
Naar ons idee kan dit twee dingen betekenen:
Ofwel het Rijk betaalt ¦100,- per huisnummer ofwel het Rijk betaalt ¦100,- per huishouden. In onze optiek voert ook een kamerbewoner een zelfstandig huishouden, weliswaar in onzelfstandige woonruimte.
Hij/zij heeft de andere kamerbewoners niet voor het uitzoeken. Dezen
komen wanneer de huisbaas verhuurt en gaan wanneer zij dat willen.
(einde huurovereenkomst) Zij zijn niet verplicht hun bestaanskosten
te delen met andere kamerbewoners, hoe vaak bijv. de sociale dienst dat
via haar regelgeving ook doet voorkomen. (Korting ABW voor
kamerbewoners) Bovendien gaat het bij kamerbewoners meestal om
studenten. Zij hebben met de ABW niets te maken. Indien het Rijk
betaalt per huisnummer (incl. de onzelfstandige woonruimte - v.m.
HAT-eenheden - die een eigen huisnummer meekregen en incl.
woongroepen-panden waar elke wooneenheid een eigen huisnummer heeft)
moet elk kamerpand dat niet als zodanig bij het Rijk bekend is,
tenminste 1 maal ¦100,- krijgen, door de kamerbewoners onderling te verdelen. De regeling zoals die dit jaar is, wijst er echter op, dat elk huishouden recht heeft op ¦100,- en zo is het indertijd in de Kamer ook door de minister gesteld. De gemeente stelde in haar rubriek in het blad "Huis aan Huis" dit jaar namelijk:
'Personen die geen directe 'relatie' hebben met de Frigem (zoals veel
kamerbewoners) en die dus niet automatisch de snip ontvangen, kunnen
bij de afdeling Belastingen een formuliertje halen waarmee ze de
Zalmsnip kunnen aanvragen.' Einde citaat.
Kortom: Dit leek eindelijk goed geregeld, maar nu lezen we geklaag
over 'fraudegevoeligheid'. Voor wat betreft deze categorie lijkt ons
dat niet zo moeilijk dat uit te sluiten door legitimatie te vragen en
even op de terminal te kijken of persoon in kwestie wel op het
opgegeven adres in het GBA zit. En zo niet, dan had ons verhaal
geweest: Je moet je nu ter plekke laten inschrijven, anders geen
Zalm-snip. Een win/win situatie dus: De gemeente een inwoner rijker,
dus meer geld voor het Gemeentefonds en de kamerbewoner ¦100,- rijker.
De gemeente wil nu kamerbewoners weer uitsluiten door
uitvoeringstechnisch de Zalm-snip te verrekenen in het tarief voor de
afvalstoffenheffing. Kamerbewoners betalen echter wel degelijk
afvalstoffenheffing, omdat de verhuurder dit via de huurprijs
doorberekent. Hoewel in strijd met art. 12 HPW berekent de
kamerverhuurder veelal een all-in huur. Hierin zit dus ook de
Frigem-nota voor het hele pand verwerkt. De afvalstoffenheffing is
veelal een 'meereizende post' op de Frigem-nota. (Zichtbaar op de
Frigem-eindnota) Het totaalbedrag wordt door verhuurder doorberekend.
Indien nu B&W de Zalm-snip via de afvalstoffenheffing willen
verrekenen, gebeurt het volgende: Voorbeeld: Een verhuurder heeft 12
panden in de Vegelinbuurt per kamer verhuurd. Per pand staat het
Frigem-aansluitpunt op zijn naam. Hij vangt dan 12 maal ¦100,- plus nog eens ¦100,- voor de woning waar hij zelf woont. Kassa voor meneer: ¦1200,- extra ten onrechte verdiend! Eerder is wel door de gemeente gesteld, dat hij dat geld moet doorsluizen naar de kamerbewoners. Er zal in kringen van kamerverhuurders ongetwijfeld hartelijk zijn gelachen om dergelijke tentoongespreide onnozelheid bij de gemeente...
- Mensen die geen Afvalstoffenheffing betalen krijgen niks. Dit is
NIEUW: Het gaat hier m.n. om mensen die kwijtschelding vragen en krijgen van Afvalstoffenheffing; mensen met inkomsten op of onder bijstandsniveau. Dit is in strijd met de Gemeentewet. Zie hieronder antwoord op vragen van kamerleden inzake soortgelijke handelwijze in het verleden van de gemeente Voorschoten:
ANTWOORD OP VRAGEN TWEEDE KAMER DOOR DE STAATSSECRETARIS:
- 2 en 3. Ingevolge artikel 255a van de Gemeentewet komt ook degene die om kwijtschelding verzoekt in aanmerking voor de lastenverlichting.
Onder meer in de gemeentefondscirculaires van 15 september en 3
december 1997 aan de gemeenten is kenbaar gemaakt dat de
lastenverlichting ook is bedoeld voor diegenen die kwijtschelding van
de gemeentelijke belastingen krijgen. De maatregel van de gemeente
Voorschoten is dus niet in overeenstemming met de bedoelingen van het
kabinet.
- 4. In de brief aan de Tweede Kamer van 26 januari jl. heeft de
minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid het volgende gemeld
over de lokale lastenverlichting: 'De toepassing en het moment van
verrekening kan per gemeente verschillen. Het kabinet zal in overleg
met de gemeenten nagaan hoe deze maatregel wordt geeffectueerd
conform de oogmerken'. Op korte termijn krijgt dit vorm door in
overleg met de VNG in de enquête ten behoeve van de Monitor Lokale
lasten 1998 een vraag op te nemen die hierover meer duidelijkheid zal
verschaffen.
- 5 en 6. De gemeente Voorschoten baseert de aanpassing van haar
kwijtscheldingsbeleid op artikel 255, derde lid, van de Gemeentewet.
In artikel 255 van de Gemeentewet is opgenomen dat gemeenten bij het
verlenen van kwijtschelding de regels hanteren die zijn neergelegd in
de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990. Artikel 255 is in de
Gemeentewet opgenomen om te voorkomen dat de gemeenten het
inkomensbeleid van de centrale overheid zouden doorkruisen. Voorts is
in artikel 255 van de Gemeentewet opgenomen op welke punten de
gemeenten van de uitvoeringsregeling kunnen afwijken. Een van de
afwijkingsmogelijkheden is dat gemeenten in het geheel geen dan wel
gedeeltelijk kwijtschelding kunnen verlenen. De achtergrond van deze
bepaling is dat gemeenten, evenals het rijk, bepaalde belastingen van
kwijtschelding kunnen uitsluiten (zie voor het rijk art. 8, lid 2,
van de Uitvoeringsregeling Invorderingswet 1990). Bij de gemeenten
gaat het dan met name om heffingen die een retributief karakter
hebben. Het invoeren van een drempel in het kwijtscheldingsbeleid is
op zichzelf niet in strijd met deze bepalingen van de Gemeentewet.
Echter, door het tijdstip en de wijze waarop het raadsbesluit is
genomen, is er sprake van een doorkruising van duidelijk kenbaar
regeringsbeleid, en handelde de raad in strijd met (toen) komend
recht. Bij brief van heden heeft de Staatssecretaris van Binnenlandse
Zaken, mevrouw Van de Vondervoort, haar bezwaren tegen het
raadsbesluit kenbaar gemaakt. In deze brief is aangegeven dat zij
nadere stappen zal zetten om vernietiging op grond van artikel 268
van de Gemeentewet te bevorderen, als het gemeentebestuur het besluit
niet binnen enkele weken aanpast.
- Bewoners van verpleeghuizen krijgen niks. Alsof de
Afvalstoffenheffing die het tehuis betaalt niet wordt doorberekend in
de kosten die de bewoners in rekening wordt gebracht. Dit standpunt
getuigt van een misselijk makende mentaliteit die tevens weer in
strijd is met de bedoelingen van het Rijk. Zie verder hierboven het
antwoord van minister Zalm van 22-2-1998 aan leden van de Tweede Kamer.
Verder wordt door de wethouder een drogreden gebruikt, door te
stellen dat de gemeente niet aan inkomenspolitiek mag doen.
Want: Het gaat om Rijksgeld, niet om gemeentegeld.
De enige rol van de gemeente hoort te zijn: Het verdelen van dat
rijksgeld, volgens de regels zoals het Rijk die vaststelde, verder
niks. De wethouder gaat op de stoel van de minister zitten en doet of
zij uitmaakt, hoe dit geld verdeeld moet worden. In 1998 gebeurde dit
in feite ook, door toen kamerbewoners niks te geven er ¦307.100,- OVERBLEEF! WAAR IS DAT RIJKSGELD GEBLEVEN ?!
Ons staat hierover het volgende bij:
B & W stelden indertijd dat kamerbewoners over 1999 i.t.t. 1998 ook
de Zalm-snip zouden krijgen, niet omdat ze er ook recht op hadden
(wat gewoon wel degelijk zo was) maar 'omdat er geld over was'. Geld
van 1998 werd dus ingezet voor 1999. Maar omdat het Rijk geld geeft
voor ALLE huishoudens, blijft er van het geld van 1999 weer geld
over. Dat geld van 1999 wordt nu niet meer ingezet voor 2000. Het te
verwachten geld voor 2000 qua Zalm-snip wordt blijkens het
krantebericht gewoon over 3000 huishoudens minder verdeeld, zodat de
rest wat meer heeft... Kortom: Als we aannemen dat het hele restant
van ¦307.100,- in 1999 is opgegaan en bekend is dat het Rijk in 1999 weer betaalde, blijft ongeveer 3 ton uit 1999 over. Het lijkt ons echter niet de bedoeling dat de gemeente dat resterende Zalm-geld zelf gebruikt voor andere doeleinden, in de algemene reserve laat
vloeien enz. Per slot ging het niet om gemeentegeld, maar om Rijksgeld.
T.a.v. de Zalm-snip voor 2000 kunnen we ons niet aan de indruk
onttrekken dat het bedrag is verhoogd tot boven de ¦100,- om het voorstel tot verhoging van de tarieven afvalstoffenheffing zonder al te veel politiek gesputter door de Raad te loodsen. Bovendien is de Zalm-snip door het Rijk bepaald op ¦100,- en niet op ¦118,45. Elke burger die dit straks krijgt wordt in feite door B&W mede-verantwoordelijk gemaakt voor het bestelen van een mede-burger die niks krijgt t.w.v. ¦18,45
- In 1999 kostte uitvoering teveel ambtelijke inzet? Hoezo? Als dat zo is, dan is dat eigen schuld, vanwege eigen krakkemikkigheid. Er is
ook geen sprake van calculerende burgers, maar van een calculerende
overheid, waardoor het maar al te vaak zo is, dat burgers in de slag
moeten met de gemeente omdat die de Zalmsnip niet betaalt, totdat
gedreigd wordt met een rechtszaak. Ja, dat levert veel onnodig werk op...
Is de regeling dan fraudegevoelig? Dat was niet zo in 1999 voor kamerbewoners: Zij konden de Zalmsnip via een formulier aanvragen. Maar je moet uiteraard dan wel even de binnengekomen formulieren checken met het GBA (Bevolkingsregister), wat een fluitje van een cent is, met de computer erbij. Bovendien: Hoeveel kamerbewoners zouden aangevraagd hebben na de EENMALIGE publicatie in de gemeentelijke rubriek in het blad "Huis aan Huis"?
Eenmalig dus, want stel je voor dat elke kamerbewoner zomaar had
aangevraagd... Hieruit bleek dus al de 'frisse tegenzin' hiertegen
omdat het punt 'kamerbewoners hebben ook recht op de Zalmsnip' moest
worden afgedwongen.. Fraudegevoeligheid ontstaat als je niet goed
nadenkt over de uitvoering van de vraag: Hoe zorgen we dat elk
huishouden 1 maal de Zalmsnip krijgt? Doe je dit via de 'ingang'
Afvalstoffenheffing, dan heb je nodig: Bestand belastingplichtigen
Afvalstoffenheffing, bestand GBA en eventueel de Frigem-lijst plus
dat je de betalingen bijhoudt opdat niet op 1 naam (Bijv. verhuurder
van kamers met meerdere panden en meerdere Frigem-aansluitpunten op
zijn naam) niet zoveelvoudig wordt betaald.
- De Zalm-snip werkt 'rechtsongelijkheid' in de hand? Bedoeld zal
zijn dat de wethouder hieronder verstaat dat zomaar huishoudens die
het moeten doen met onzelfstandige woonruimte (kamerbewoners) en
mensen in verpleegtehuizen ook ¦100,- kregen en DAT was natuurlijk erg onrechtvaardig... En het waren nog 1-persoonshuishoudens ook, in de B & W-optiek geen 'echte' huishoudens? De enige die nu aanstuurt op rechtsongelijkheid is de wethouder zelf....
- Toppunt vormt de bewering dat Leeuwarders op
minimum-inkomensniveau geen Zalm-snip krijgen omdat er voor hen al
een 'goed minimabeleid' zou zijn... Met de ene hand wordt gegeven
(FMA, categoriale bijstand ed.) en met de andere hand wordt genomen:
Geen Zalm-snip meer voor mensen die recht hebben op kwijtschelding
afvalstoffenheffing, ook een onderdeel van het minimabeleid. En dan
maar verbaasd zijn (zie blz. 31 punt 7.4 'Juridische procedures') dat
burgers gaan terugvechten richting overheid?
- De wethouder motiveert haar verhaal o.a. door te stellen dat de
gemeente niet aan inkomenspolitiek mag doen. Het Rijk mag echter wel
aan inkomenspolitiek doen en een van de manieren hoe het Rijk dat
doet is via de Zalm-snip, of dat nu de schoonheidsprijs verdient of
niet. De gemeente is hierbij belast met de rol van 'doorgeefluik' en
als men hier ongelukkig mee is, is er altijd nog het VNG-platform om
dat gezamenlijk bij het Rijk aan te kaarten. De onvrede wordt nu
echter uitgeleefd op een forse groep burgers door hen niets te geven,
alsof zij de regeling bedachten. De wethouder doet echter nu wel
degelijk aan gemeentelijke inkomenspolitiek door deze vorm van
rijks-inkomenspolitiek te doorkruisen door op de stoel van de
minister te gaan zitten en eigen regels vast te stellen, die groepen
burgers tegen de bedoeling van het Rijk in, uitsluiten.
Wij hopen dat u als Raadslid u sterk zou willen maken voor de
Zalm-snip in die zin dat deze ¦100,- conform de bedoelingen van het Rijk aan alle burgers wordt uitbetaald, zonder uitzonderingen.
Namens het Dagelijks Bestuur van de Vereniging P.E.L.,
secretaris