19-6-1999

Circus 'Zalmsnip' opnieuw van start


Ook in 1999 gaat het 'circus Zalmsnip' in Leeuwarden opnieuw van start. Dit is de roemruchte ¦100,- die iedereen van het Rijk zou moeten krijgen. Ook voor 1999 wordt deze ¦100,- weer betaald en ook dit jaar zijn het de gemeenten die de uitbetaling moeten verzorgen.
In de gemeentelijke rubriek 'Aan de Grote Klok' in het blad 'Huis aan Huis' stelt de gemeente Leeuwarden:

Uitbetaling Zalmsnip
Zelfstandig wonende personen kunnen net als vorig jaar een extraatje krijgen van ¦100. De afdeling Belastingen van de gemeente verzorgt de betaling en doet dat aan de hand van de gegevens die Frigem levert. Dat is handig, want bijna iedereen met een zelfstandige huishouding heeft een aansluiting van Frigem. U hoeft de Zalmsnip niet zelf aan te vragen. Komt u voor op de lijst van Frigem dan kunt u een storting op uw bank- of girorekening tegemoet zien. Naar verwachting is de snip uiterlijk eind juli '99 op uw rekening bijgeschreven. Frigem levert alleen gegevens en heeft verder niets te maken met de Zalmsnip en de betaling daarvan. Ook Sociale Zaken heeft overigens niets te maken met de uitbetaling. Dat betekent dat u alleen met de afdeling Belastingen van de gemeente contact op kunt nemen als u vragen hebt.

Personen die geen directe 'relatie' hebben met de Frigem (zoals veel kamerbewoners) en die dus niet automatisch de snip ontvangen, kunnen bij de afdeling Belastingen een formuliertje halen waarmee ze de Zalmsnip kunnen aanvragen.

Aldus de gemeente Leeuwarden. Omdat kamerbewoners vorig jaar volgens de gemeente Leeuwarden geen recht zouden hebben op de Zalmsnip, hierbij een gedeelte van een eerder bericht hierover, waarin de knelpunten werden geschetst:
"Wij (=PEL) hebben hierna actie ondernomen en er bleek hierover een niet-openbaar besluit door B&W te zijn genomen. Dit, op basis van een schriftelijke ambtelijke notitie die echter niet-openbaar zou zijn. Via de Wet Openbaarheid van Bestuur is toen getracht een afschrift van bedoelde notitie te verkrijgen, maar B&W reageerden hier niet op, zoals veelal te doen gebruikelijk is in Leeuwarden.
Hierop hebben wij mondeling via het zogenaamde 'Vragenhalfuurtje voor burgers' opheldering gevraagd omtrent het niet afhandelen van ons beroep op de WOB. Mondeling werd toen e.e.a. door de wethouder afgedaan met een weigering om een afschrift van bedoeld memo te geven, omdat dat "niet gebruikelijk" zou zijn. Hierna hebben wij via de hiervoor bestaande procedure een klacht ingediend over het gemeentelijk handelen, waarop bedoeld memo waarop B&W hun beslissing baseerden, eindelijk werd vrijgegeven.
Bedoeld memo stelt, dat ten aanzien van de uitkering van de "zalmsnip" onderscheid moet worden gemaakt tussen belastingplichtigen en niet-belastingplichtigen. Beweerd wordt:
"Uitsluitend bij de laatste groep heeft de gemeente de keuze wie wel en wie niet de "zalmsnip" mogen ontvangen. Uitgangspunt hierbij is de Financiële Verhoudingswet (hierna FVW). Dit is de basis waarop het Rijk de middelen ter beschikking stelt aan de gemeente. Het Rijk stelt ¦100,-- beschikbaar per wooneenheid. Van belang is dat wordt vastgesteld of er sprake is van een wooneenheid in de zin van deze wet. Het College heeft besloten (10-3-1998) om per wooneenheid volgens de FVW ¦100,-- uit te keren. Dit betekent dat verpleeg- en verzorgingshuizen en studenten op flats wel meedelen in het voordeel van de "zalmsnip" en penitentiaire inrichtingen en studenten op kamers niet."

Ik merk hierover het volgende op:
Wel of geen student zijn lijkt me niet relevant als criterium bij het wel/niet geven van de Zalm-snip. Het criterium wel/niet belastingplichtig lijkt m.i. op een eigen criterium van de gemeente Leeuwarden. Indien men namelijk kwijtschelding had van de Afvalstoffenheffing (En de betaling van de Zalm-snip liep hier via de Afvalstoffenheffing) en dus niet meer belastingplichtig was, werd toch - op zich m.i. terecht - de Zalm-snip betaald. Ook is de gebruiker belastingplichtig. Kamerbewoners zijn op zich wel degelijk belastingplichtig, maar in de praktijk verrekent de verhuurder de Afvalstoffenheffing gewoon in hun all-in huur.

De gemeente Leeuwarden beweert dat op basis van de Financiële Verhoudingswet slechts ¦100,--/wooneenheid door het Rijk werd betaald.

Op 2-2-1998 antwoordde de Minister op schriftelijke vragen van de Kamerleden mw. Nijpels-Hezemans en dhr. Hendriks o.a. als volgt:
"Zoals bij diverse gelegenheden aan de Tweede Kamer is gemeld, voorziet de regeling erin dat degenen die een belastingaanslag krijgen voor de desbetreffende gemeentelijke belasting in aanmerking komen voor de lokale lastenverlichting. De ¦100 maatregel voorziet in een vermindering op het aanslagbiljet voor de OZB/RZB, of, als de Eerste Kamer instemt met het wetsvoorstel begrotingswet gemeentefonds 1998, de afvalstoffenheffing/reinigingsrecht of het rioolafvoerrecht.
De bewoners van niet-zelfstandige woonruimten krijgen geen (individuele) aanslag voor deze heffingen. Wel is het zo dat de gemeenten via het gemeentefonds voor elk van deze niet-zelfstandige woonruimten worden gecompenseerd. Het kabinet gaat er daarom van uit dat gemeenten het bedrag van ¦100 ook doorsluizen naar de bewoners van niet-zelfstandige woonruimten. De staatssecretaris van Binnenlandse Zaken, mevr. Van de Vondervoort, heeft in de Tweede Kamer aangegeven dat het kabinet de gemeenten dringend adviseert om een zodanige voorziening te treffen dat ook aan diegenen die geen zelfstandige aanslag krijgen toch ¦¦100 wordt uitgekeerd. De gemeentefondsbeheerders hebben in een circulaire van 3 december 1997 de gemeenten hierop gewezen. Overigens heeft ook de VNG in haar ledenbrief de gemeenten aangespoord om ook bewoners waarvoor wel compensatie plaatsvindt via het gemeentefonds, maar waarvoor de regeling geen vermindering voorschrijft, te laten profiteren van de lokale lastenverlichting."
Einde citaat.

Kortom: De gemeenten worden via het gemeentefonds voor ELK van deze niet-zelfstandige woonruimten gecompenseerd, dus voor elke kamer.
Deze opmerking van de Minister en het verhaal van de gemeente Leeuwarden waarin wordt gesteld dat slechts ¦100,--/wooneenheid op basis van de FVW wordt betaald lijken me niet helemaal te sporen.
Mijn vraag is, hoe dit nu exact zit. Dat lijkt me namelijk belangrijk om vast te kunnen stellen of de gemeente Leeuwarden nu terecht of onterecht stelt dat ze maar ¦100,-/pand krijgt, dus maar 1 maal ¦100,-- voor een pand dat kamersgewijs is verhuurd.

Laatste punt is de betalingssystematiek van de gemeente Leeuwarden.
Het Memo stelt onder het kopje "Belastingplichtigen": "Onder de groep belastingplichtigen (42.000) vallen alle personen die op 1 januari woonachtig zijn binnen de gemeente Leeuwarden en in de heffing worden betrokken van de afvalstoffenheffing. Doordat de gemeente Leeuwarden voor de heffing en inning van de afvalstoffenheffing meelift op de Frigem-nota is in samenwerking uitvoering gegeven aan de uitbetaling van de "zalmsnip".

M.a.w.: Wie het aansluitnummer van de Frigem (gas/elektra) op zijn/haar naam had staan en tevens via Frigem (als 'meeliftende post') de Afvalstoffenheffing betaalde, kreeg de Zalm-snip.
Verhuurders van diverse kamerpanden in de stad streken dus op:
Aantal Frigem-aansluitpunten op hun naam maal ¦100,- , dus exact zoals nu juist niet de bedoeling leek. Heette het aanvankelijk dat kamerbewoners niets kregen om te voorkomen dat huisjesmelkers zoveel maal ¦100,-- opstreken, hoewel anderzijds later ook weer werd beweerd, dat de gemeente niet precies wist waar kamerpanden zaten, uiteindelijk heette het dat de kamerverhuurder de ¦100,-- moest doorgeven aan de kamerhuurders. Wat zullen een aantal criminelen in de stad gelachen hebben...

Het effect van slechts betalen indien aan beide criteria (Frigem-aansluitnummer op naam plus 'Afvalstoffenheffing' als meeliftende post op Frigem-nota) was, dat mensen die wel het elektra en gas aansluitnummer op hun naam hadden staan maar de Afvalstoffenheffing rechtstreeks betaalden, niets kregen, ondanks dat het hier ging om zelfstandig wonende huishoudens en er geen punt van discussie mogelijk was of men wel recht had op de Zalm-snip...
In enkele gevallen is alsnog betaling afgedwongen na dreiging met een rechtszaak, maar degenen die niet hebben opgelet, kregen niets...

Het heet nog in het gemeentelijk memo: "Bij studenten die op kamers wonen bij een particulier is er geen sprake van een huishouden noch wooneenheid."

Indien bedoelde particulier het gehele pand kamersgewijs verhuurt en hier zelf niet woont, hoe is het dan mogelijk dat iemand die op een kamer woont, niet als huishouden wordt gezien? Mij lijkt dit gewoon een extra 'beveiliging' van de gemeente tegen het uitgangspunt van het kabinet om alle huishoudens een koopkrachtvoordeel te geven van ¦100,-- Door nu te stellen dat alle dieren gelijk zijn, maar sommige dieren meer dan andere, omdat zij een huishouden voeren, ontloopt de gemeente de betaling aan kamerbewoners van de Zalm-snip.

Kortom: In 1998 kregen kamerbewoners in Leeuwarden geen Zalm-snip, ondanks Kamervragen hierover van diverse politieke partijen.

Overigens zouden B&W voor 1999 de Zalm-snip weer WEL aan kamerbewoners willen geven, omdat 'er geld over is'. Dit zou gaan om ¦307.100 Minister Zalm had in oktober jl. aan de gemeente laten weten de opvatting van het Leeuwarder gemeentebestuur af te keuren. Voor 1999 wordt nu toegegeven, niet omdat B&W wellicht ongelijk had maar omdat er ¦307.100,- 'over' zou zijn...

Hoe ziet het er nu uit in 1999? Kamerbewoners kunnen dus een formuliertje halen bij de Afdeling Belastingen van de gemeente. Zijn ze niet ingeschreven bij het GBA, dan zouden ze dat bij inlevering van het formulier alsnog ter plekke meteen moeten kunnen doen. Daar zou de gemeente - die voor elke inwoner geld krijgt van het Rijk via het Gemeentefonds - eigenlijk een leuke actie van moeten maken voor kamerbewoners (vooral studenten): Verdien 100 piek van Zalm; laat je inschrijven! Dat is voordelig voor beide partijen. (En geef bijv. een Stadsgidsje mee; raakt men ook eens van die voorraad af, of nog beter: Geef wat VROM-voorlichtingsmateriaal mee zoals hun boekje over het huren van een kamer.)

Maar is hiermee het probleem verdwenen dat verhuurders van kamerpanden in Leeuwarden, die het Frigem-aansluitpunt van dat pand op hun naam hebben staan, niet vangen: Aantal aansluitpunten op naam maal ¦100,- ? (De Afvalstoffenheffing is meestal een 'meeliftende post' op de Frigem-nota. Staat dan vermeld op de jaarlijkse Frigem-Eindnota.) Nou, nee dus... In tegenstelling tot 1998 is nu het resultaat bij gelijkblijvende systematiek dat zowel de kamerbewoner ¦100,- krijgt als ook de daar niet zelf wonende verhuurder van dat pand, die ook op zijn woonadres ¦100,- vangt... En dan straks de gemeente natuurlijk roepen dat ze tekort hebben gekregen van het Rijk en dat kamerbewoners daar de oorzaak van zijn... Remedie: De gemeente moet ook kijken in haar GBA. (Bevolkingsregister) Kloppen naam bij het Frigem-aansluitpunt en naam in Bevolkingsregister niet met elkaar op hetzelfde adres, dan woont degene die het aansluitpunt heeft, niet op dat adres. Dit betekent dat het een kamerverhuurpand is. Het is geen als zelfstandige woning verhuurd adres, want dan heeft de huurder het aansluitpunt op zijn naam staan en staat ook op hetzelfde adres ingeschreven. Kortom: T.a.v. kamerbewoners gaan we nu de goede richting op qua betaling maar het probleem van de zoveel maal ¦100,- vangende kamerverhuurder is nog niet opgelost door de gemeente.

Er was nog een gemeentelijk criterium: Je moest zowel het Frigem-aansluitpunt op je naam hebben staan als ook via de Frigem je Afvalstoffenheffing betalen. De gemeente had echter in haar Memo zoals eerder deels geciteerd, zelf al gesteld dat zij geen keuze had betalen/niet betalen t.a.v. belastingplichtigen voor haar Afvalstoffenheffing. Maar door haar uitvoeringssystematiek vielen toch de mensen buiten de boot die OP AANSLAG RECHTSTREEKS AAN DE GEMEENTE HUN AFVALSTOFFENHEFFING BETAALDEN, tenzij men noodgedwongen een ultimatum stelde in de zin van: Binnen 14 dagen nu betalen of anders de kantonrechter...

Uit eerdere contacten met Frigem is mij bekend dat Frigem de totale lijst met aansluitnummers in 1998 had aangeleverd, waarbij bij sommigen een code stond vermeld. Dat betekende dat Frigem bij hen niet de Afvalstoffenheffing inde, omdat de klant bijv. had gevraagd om die meeliftende post niet meer via Frigem in rekening te brengen. (Bijv. om reden dat de gemeente nooit hun bezwaarschrift behandelde tegen de Afvalstoffenheffing of omdat men een Aanslagbiljet wilde van de gemeente ed.) Als dat verhaal klopt, betekent dat dat de gemeente zelf het aangeleverde bestand 'zeefde' op het criterium: Wel of niet via Frigem Afvalstoffenheffing betaald? Dat was dan fout, want men had het bestand van belastingplichtigen Afvalstoffenheffing ook moeten raadplegen, dan had men die mensen ook gewoon bereikt. Kortom: Dit kon bij gelijkblijvende uitvoeringssystematiek door de gemeente ook dit jaar wel weer eens een knelpunt worden. Nu zou de gemeente wel eens kunnen stellen dat men dan zelf maar via het formuliertje voor kamerbewoners de Zalmsnip aan moet vragen, maar zo ligt het niet: Op 2-2-1998 heeft de Minister n.a.v. Kamervragen gesteld dat iedereen die een belastingaanslag krijgt, recht heeft op de Zalmsnip. (Zie eerder in dit bericht) Leeuwarden koos voor de invalshoek: Afvalstoffenheffing. Maar de wijze van betalen is niet relevant.
Zoals vorig jaar al eerder betoogd, voert de gemeente een soort ontmoedigingsbeleid voor diegenen die niet via Frigem betalen. De redenen zijn simpel: