Naar aanleiding van het artikel over de sociale recherche in 'Het Werkbriefje' van november 1999 ontvingen wij onderstaande brief per email. Het is een vrij schokkend verhaal, waarvan wij uiteraard niet weten of het ook helemaal klopt. Vooralsnog hebben wij echter geen reden aan te nemen dat het verhaal niet klopt. Betrokkene heeft ons toestemming gegeven om zijn verhaal inclusief personalia op onze website te zetten.
Laatste ontwikkelingen onderaan deze pagina.

PEL


Mijne Dames / Heren,

Onderstaand mijn trieste ervaringen en die van mijn vriendin met de Sociale Recherche en de Rechterlijke Macht in Nederland anno 1999.

Met vriendelijke groeten,
C. John Vrolyks
Rua de Cima s/n
Casal de Almeida - Vinha da Rainha
3130-223 Soure, Portugal
Tel.: 00351 - 39 - 50 89 11 of 12
Fax: 00351 - 39 - 50 89 13
Email: cjohnv@worldonline.nl


Door de Edelachtbare Heren (& Vrouwe) rechters, t.w.: Mr. B.N. Crol (voorzitter), Mr. J.W.P. Verheugt en Mw. Mr. F.M. Smit van de Meervoudige Strafkamer van de Arrondissementsrechtbank te Arnhem, ben ik op 29 oktober 1998 veroordeeld tot een gevangenisstraf van 18 (!) maanden, waarvan 6 voorwaardelijk, voor het vermeend samenwonen met een partner, waarmee ik gedurende al die tijd een bij de Sociale Dienst Wijchen bekende LAT-relatie heb gehad. Ik zou gedurende 2 1/2 jaar onterecht een RWW-uitkering als alleenstaande hebben genoten en daarna gedurende 4 jaar van de RWW-uitkering van mijn LAT-relatie hebben 'geprofiteerd'.
Heling wordt mij als eerste en zwaarste punt in de dagvaarding ten laste gelegd. Ik heb echter gedurende deze tijd altijd een eigen inkomen, eigen (huur)woning met (meer dan) normaal verbruik van water, gas en electriciteit, eigen bankrekening, eigen verzekeringen etc. etc. gehad.
De heren Sociale Rechercheurs Hubers en van Maanen, in dienst van de Intergemeentelijke Sociale Recherche Tweestromenland, standplaats Wijchen, zijn hun onderzoek begonnen op een moment, dat ik al niet meer in Nederland woonde en werkte. Uitgenodigd hiertoe op het Politieburo te Wijchen heb ik een verklaring afgelegd, waarbij de LAT-relatie met mijn (nog steeds een uitkering ontvangende) partner ter sprake kwam. Van deze toen tien jaar durende LAT-relatie is de Sociale Dienst van de Gemeente Wijchen altijd op de hoogte geweest (hetgeen ook blijkt uit de periodieke rapportages, waarvan wij, pas veel later en na herhaaldelijke verzoeken afschriften hebben ontvangen). De heren Sociale Rechercheurs vonden de situatie echter 'samenwonen' en hadden dit ook als zodanig in hun procesverbaal opgenomen. Later tijdens het nalezen heb ik dit constante gebruik van de term samenwonen doorgehaald. Hiervoor werd mij door de heren een potlood (!) aangeboden. Omdat ik op dat moment onder druk gezet werd, een van de heren werd gebeld door zijn vrouw, dat hij snel naar huis moest komen, omdat hij 's avonds nog moest tennissen.
Ze kregen ineens heel veel haast. Zeiden dat ik, als de zaak niet snel afgesloten kon worden, ik mee moest naar het buro te Nijmegen, daar vastgehouden zou worden, zodat men de volgende dag dan weer verder zou kunnen gaan. En in vertrouwen fluisterden ze me in het oor: 'teken nu maar, ga lekker terug naar huis (toen in Luxemburg) en ga lekker verder met je eigen leven. Het onderzoek is nu afgelopen en daar in Luxemburg kunnen ze je toch niets maken'.
'Maar', voegden ze er nog aan toe 'zeg nooit dat wij dit gezegd hebben want dat zullen we ten allen tijde ontkennen'. Omdat ik 's avonds dringend terug moest naar huis en ik op de correcte afhandeling van mijn verbeteringen vertrouwde, heb ik het 'verbeterde document' dat uit de printer rolde, getekend. Later, toen mijn advocaat dit stuk onder ogen kreeg, bleek overal weer de term 'samenwonen' op te duiken en het hele stuk vol suggestieve opmerkingen te staan.

Tijdens de zitting op 15 oktober jl. bleek echter alles te draaien om deze verklaring. Aan feiten, door mij naar voren gebracht, werd totaal geen aandacht geschonken. Slechts het feit, dat ik de handelwijze van de heren Sociale Rechercheurs, alsmede hun redactie van het rapport, afkeurde, veroorzaakte irritatie bij een van de heren rechters (Mr. Verheugt) en de Officier van Justitie (Mr. Weerkamp).
Wist ik wel wat ik zei? Deze heren hadden een ambtseed afgelegd!!!! Deze heren hiervan te betichten, zeer onbetamelijk, zoiets doet een ambtenaar niet!!!
Zeer waarschijnlijk heeft deze opmerking geleid tot deze hoge eis door de Officier en de volledige overname hiervan, zonder enige vermindering, door de heren rechters. Op mijn verweer dat hier toch altijd sprake is geweest van een bij de Sociale Dienst bekende LAT- relatie en mijn vertaling van het begrip 'LAT' 'living apart together' wist de Officier te pareren met 'ziet U wel: de L staat voor living dus samenwonen'. Voor het gemak had hij de 'A', essentieel voor apart wonen maar weggelaten.

Mijn vertrouwen in Justitie en de Overheid is hiermee zeer ernstig geschaad en ook het begrip Rechterlijke Macht blijkt min of meer voor een soort Russisch Roulette te staan. De strijd van de normale burger met een ambtenaar cq. ambtelijke instantie lijkt bij voorbaat al door de eerste verloren te worden. Tijdens een gesprek, dat ik met de heer Stef Wolken, bijstandsconsulent van de Gemeente Wijchen, mocht hebben en hem wees op het feit dat de Gemeente toch altijd van onze relatie op de hoogte was geweest, ontkende hij dit stellig en wist mij fijntjes glimlachend nog toe te voegen: 'en ons ambtenaren geloven ze toch eerder als jullie burgers'(!!!!) Ook mijn (pro deo) advocaat had mij al van deze stelling op de hoogte gebracht. Dit schijnt in Nederland normaal te zijn. Welnu, uit het verleden weten we allemaal tot welke handelingen ambtenaren in staat zijn: IRT-affaire, Antifraudeteam Justitie verdacht van oplichting, de affaire Lancee, zelfs Euro-commissarissen en -parlementariërs en wat dacht U van deze: Begin 2000 staat in Arnhem de 51-jarige officier van justitie mr. Van Spierenburg van het parket in Breda terecht als misdrijf-verdachte, samen met de Brabantse recherche-chef P. van Zon. De magistraat wordt beschuldigd van liegen in de rechtszaal!!!!
De Officier vond dat ik deze hoge straf verdiende, omdat ik me 'verrijkt' zou hebben met gemeenschapsgeld (de Sociale Dienst wil nu ¦19.000,- van mij terugvorderen!). Welnu, zo dit al het geval geweest zou zijn, komen er bij mij toch ernstige vermoedens van klassejustitie en willekeur bovendrijven. Een top-ambtenaar uit Drente, die 800.000 gulden aan gemeenschapsgeld in zijn eigen zak steekt, toch enige malen meer dan wat mij (ten onrechte) ten laste wordt gelegd, krijgt hiervoor door de Arrondissementsrechtbank te Assen slechts een straf van 240 uur onbetaalde arbeid opgelegd!!!
En dan nog het bericht uit De Gelderlander van 12 maart jl., waarin melding gemaakt wordt van de zaak van de Nijmeegse familie, die de Sociale Dienst voor bedragen van resp. 200.000 en 400.000 gulden zouden hebben opgelicht en waarvoor op notabene dezelfde Arrondissements-rechtbank een straf wordt opgelegd van 240 uur dienstverlening!!! Dit afgezet tegen wat mij toebedeeld is: 18 maanden, op mijn 52e jaar, als 'first offender'. Daar moet toch iets vreselijk mis zitten. Waar liggen hier dan de verhoudingen?

Ik heb er serieus over gedacht om tegen de heren Sociale Rechercheurs een klacht in te dienen wegens misleiding en het opzettelijk verkeerd redigeren van hun rapport. Maar mijn advocaat vindt dit een slecht idee.
Het zou mijn zaak in Hoger Beroep geen goed doen. En het aloude: ze geloven ambtenaren toch eerder als burgers! Ook de zaak in de openbaarheid brengen zou hetzelfde gevolg hebben. Na het gewezen vonnis krijg ik nu ook te maken met terugvorderings-procedures van de Gemeente Wijchen voor 'onterecht verkregen bijstand' en van het Ministerie van Volkshuisvesting voor onterecht verkregen huursusidie met boetes. Ook zij vermelden in hun terugvorderingen steeds weer als 'bron' van hun recht tot terugvordering de rapportage van de heren Sociale Rechercheurs.
Zoals het er nu uitziet zou ik als Nederlands staatsburger nergens recht op hebben gehad! Ik voel me gemangeld door de ambtelijke instanties, maar wens me koste wat het koste te verdedigen en terug te vechten. Er moet in Nederland toch zo iets als recht bestaan. Het kan toch niet zo zijn, dat een ambtenaar altijd gelijk heeft/krijgt?

Intussen is ook mijn vriendin veroordeeld door dezelfde rechter. Ook zij heeft anderhalf jaar gevangenisstraf, waarvan zes maanden voorwaardelijk gekregen. De argumentatie van de rechter was dat ik per slot van rekening eerder al deze straf gekregen had en hij haar dus niets minder kon geven!!!! Het door ons overlegde bewijs in de vorm van o.a. een meer dan normaal gebruik van gas, water en electriciteit voor onze afzonderlijke woningen is nog niet eens serieus bekeken. Het was volgens de officier van justitie allemaal boos opzet geweest!!!! Uiteraard zijn wij beide in Hoger Beroep tegen dit volledig onterechte vonnis gegaan.

Inmiddels heb ik zeer sterke aanwijzingen dat een klikbrief naar aanleiding waarvan de zaak door de Sociale Recherche onderhanden is genomen door deze instantie zelf is vervaardigd!!! De reden van deze heksenjacht kan ik slechts vermoeden: zo'n dertien jaar geleden zijn deze zelfde heren rechercheurs al eens op mijn spoor gezet omdat er destijds sprake zou zijn van een zgn. 'schijnverlating'. Deze zaak hebben ze toen moeten staken omdat er geen enkel bewijs hiervoor gevonden kon worden.
De werkwijze van deze heren was toen dermate schlemielig en opvallend 'onopvallend' dat ik hierover enige opmerkingen heb gemaakt bij de Sociale Dienst. Ongetwijfeld hebben ze dit toen te horen gekregen en probeert men nu de geleden 'schade' van toen dubbel en dwars vergoed te krijgen.
Trouwens het ook door U gesignaleerde verschijnsel dat de vrouw als eerste verhoord wordt is in ons geval voorgekomen. Na een verblijf/verhoor van zo'n zes uur op het politieburo heeft zij haar handtekening gezet onder een stuk, dat later ook naar de wensen en verlangens van de heren Sociale Rechercheurs is aangepast.

Haar uitkering is toen onmiddellijk stopgezet. Toen ze later geprobeerd heeft hernieuwd een uitkering te krijgen was de eerste vraag van de Sociale Bijstandsmedewerker, dhr. Stef Wolken - Gemeente Wijchen (zie ook hierboven!) 'Is Uw toestand dan gewijzigd' (daarop doelde hij op een eventuele samenwoning met mij) waarop zij antwoordde: 'Neen, natuurlijk niet.' (volledig naar waarheid, omdat we ook niet samenwoonden).
Waarop hij triomfantelijk verklaarde: 'Nou, dan kan ik U hierbij mededelen dat wij U geen bijstandsuitkering kunnen geven. Laat de heer Vrolyks maar voor U zorgen. Zolang U kontakt met de heer Vrolyks hebt (!!!) hoeft U op ons niet te rekenen..!!!' Mijn vriendin heeft haar woning moeten verlaten, omdat ze de huur niet meer kon betalen. Is een zwervend bestaan gaan leiden en wordt thans, omdat ze nog geen werk gevonden heeft, door haar broer onderhouden... Ook zij heeft inmiddels de terugvorderings-procedures door de Overheid (Gemeente Wijchen: ten onrechte ontvangen Bijstand en Ministerie van Volkshuisvesting: ten onrechte ontvangen huursubsidie) ten bedrage van enige honderdduizenden guldens voor haar kiezen gekregen.
Nederland anno 1999. Diep droevig, maar helaas waar!!!!

P.S. Wat betreft het (a)sociale beleid van de Gemeente Wijchen nog even het volgende: Sommige (?) mensen die in Wijchen een bijstandsuitkering ontvangen moeten bij hun maandelijkse inkomstenbriefje ook nog een tweede formulier invullen waarin informatie gevraagd wordt over het bezoek van en aan eventuele partners. De cliënten moeten op het vragenformulier aangeven wanneer en hoe lang zij in de afgelopen periode bij hun partner geweest zijn. Dezelfde informatie wordt gevraagd over het verblijf van de partner bij de uitkeringsgerechtigde.
De manier waarop Wijchen privé-gegevens probeert te krijgen is voor het Tweede Kamerlid De Wit van de SP aanleiding om schriftelijke vragen te stellen aan minister De Vries van sociale zaken en werkgelegenheid.
Interessant detail hierbij is dat de invoering van dit 'extra' formulier dateert uit de periode dat onze zaak in Wijchen is gaan spelen.


Ingekomen email (8-12-1999):
'Inmiddels heb ik een beslissing van de Gemeente Wijchen ontvangen op mijn bezwaarschrift tegen hun terugvordering van de door mij 'ten onrechte genoten uitkering'. Zij blijven bij hun beslissing tot terugvordering op grond van het rapport van de heren Sociale Rechercheurs, maar hebben het terug te vorderen bedrag terug gebracht van ¦19.314,54 bruto tot ¦13.964,27 (!!!) In hun beslissing vemeldt de Gemeente terloops het feit dat ik door de strafrechter hiervoor veroordeeld ben tot een gevangenisstraf van 18 maanden en komt dan tot de conclusie: 'Achtergrond van deze relatief zware straf is dat betrokkene op een geraffineerde wijze gedurende een lange periode de informatieplicht heeft geschonden........'(!!!)
Dat men al die tijd (hetgeen blijkt uit de eigen rapportages) op de hoogte is geweest van mijn LAT-relatie wordt gemakshalve maar vergeten. Dat men niet eerder aktie ondernomen heeft verklaart de Gemeente als volgt: 'al vroeger' (!) waren er vermoedens omtrent mijn 'relatie' met mijn vriendin, maar er waren op dat moment onvoldoende instrumenten om dat hard te maken.... (!!!).