Één van de grootste ergernissen in het leven van een bijstandsgerechtigde is het zogeheten 'girogluren' door de Sociale Dienst. Volgens de ABW zijn bijstandsgerechtigden verplicht de Sociale Dienst inzicht te verschaffen in hun inkomsten/uitgavenpatroon, met als gevolg dat de Sociale Dienst hen vraagt tijdens het heronderzoek de bank/giroafschriften over een periode van 3 maanden (in sommige gemeenten zelfs over een periode van 6 maanden!) te laten zien.
De Registratiekamer heeft omtrent het girogluren de volgende uitspraak gedaan:
- het vaststellen van de periode waarover je giroafschriften moet tonen is een zaak van B&W. Wanneer die dus vast hebben gesteld dat je je
afschriften over een periode van 3 maanden moet laten zien, dan heb je daar
maar aan te voldoen. Doe je dat niet, dan krijg je een boete opgelegd omdat je niet aan de informatieplicht voldoet. Blijf je weigeren dan kunnen ze je
uitkering stopzetten.
- de Sociale Dienst mag echter niet al die afschriften kopiëren, iets wat ze overigens voor zover ons bekend ook maar zelden doet. Ze moet dus een keuze maken.
- je hoeft de Sociale Dienst geen inzicht te verschaffen in je
uitgavenpatroon. De Registratiekamer is van mening dat inzicht in het
uitgavenpatroon van uitkeringsgerechtigden - uitzonderingen voorbehouden -
niet relevant is voor het vaststellen van het recht op uitkering. Je mag dus je uitgaven onleesbaar maken op je bank/giroafschriften.
Naar aanleiding van deze uitspraak van de Registratiekamer heeft het ministerie van SoZaWe de volgende richtlijn uitgevaardigd aan de Gemeentelijke Sociale Diensten: Uitkeringsgerechtigden hebben het recht hun uitgaven onleesbaar te maken op hun bank/giroafschriften. Wil de Sociale Dienst toch inzicht in de uitgaven van de betreffende uitkeringsgerechtigde, dan zal ze dat per geval met redenen omkleed aan moeten geven. Samengevat komt het dus op het volgende neer: