Gemeenteraad van de gemeente Leeuwarden
Postbus 21000
8900 JA Leeuwarden

Onderwerp: OZB-problematiek, tarieven, WOZ-waarden

Leeuwarden, 27-3-2001

L.S.,

Deze brief is bestemd voor alle leden van de gemeenteraad, incl. College van B&W en in het bijzonder voor die raadsleden die deel uitmaken van de Raadsadviescommissie Bestuur en Middelen.
Omdat de leden van het DB-PEL verhinderd zijn op 28-3 wanneer de Cie B&M de ontstane OZB-problematiek bespreekt, sturen we bij deze ons commentaar in de vorm van een brief aan Raad en Commissie.

Bij dit agendapunt van de vergadering van de Commissie Bestuur en Middelen gaat het om het "Behandelvoorstel van 28-3-2001 over de OZB-problematiek", opgesteld door dhr. J. de Vries, Sector Algemene Zaken. Bij het stuk zijn een aantal brieven gevoegd.
Twee brieven zijn met name daarbij van belang:

  1. Een brief over hoe het probleem kon ontstaan van PricewaterhouseCoopers. Daar wij uiteraard niet de mogelijkheid hebben de hele ontstaansgeschiedenis van het 'gat' van 5,2 miljoen te reconstrueren, moeten we de aanname maken dat deze brief een correcte reconstructie is van de gebeurtenissen. De brief is overigens bijzonder helder. Zou het geen aanbeveling verdienen voortaan de raadsstukken maar door hen te laten schrijven: Indien B&W vertelt wat de bedoeling is, kunnen zij het wel verwoorden...
    Nu serieus: Voorstel ook van onze kant: Hun aanbevelingen voor een ordelijke en goede procedure in de toekomst overnemen, uitwerken en uitvoeren. M.a.w.: We zijn het op dit punt eens met het Collegevoorstel.

  2. Een brief van Monsma en partners met juridisch advies om ontstane situatie (althans deels) weer te herstellen. Ook deze brief is helder en duidelijk. Voorstel onzerzijds: Gewoon hun juridisch advies volgen.
    Verbazingwekkend is dat uit hun brief kan worden opgemaakt dat het College aanvankelijk de vraag had gesteld of het mogelijk was met terugwerkende kracht voor 2001 de OZB-tarieven te verhogen en of er ook wat 'creatief' met de WOZ-waarden kon worden omgegaan.

Hun antwoord was van een verfrissende duidelijkheid: "Deze vraag (dus of tarieven hoger konden over 2001) hebben wij ontkennend beantwoord. Verder hebben wij in dat advies aangegeven dat de WOZ-waarden moeten worden gesteld op de werkelijke waarden conform de regels van de Wet WOZ waarbij geen rekening kan worden gehouden met de ramingen ten behoeve van de tariefdifferentiatie voor de onroerende-zaakbelasting." Einde citaat.

Het College spreekt in haar besluit onder punt 3 'om de 700 nog niet verstuurde beschikkingen opnieuw te bekijken'. Het gaat hier dan m.n. om het incourante deel van de objecten niet-woningen.
In het stuk wordt niet gesproken over al die WOZ-beschikkingen en OZB-aanslagen die nog niet zijn verzonden aan de huurders.
De Leeuwarder Courant van 7-3-2001 schreef onder het kopje: "Tegenvaller corporatie bij belasting" hierover o.a.:
"Leeuwarden heeft Nieuw Wonen Friesland bij wijze van uitzondering geen definitieve aanslag gestuurd, maar een voorlopige. De partijen overleggen nog." Even verderop staat in dat bericht:
"De waardebepalingen zijn momenteel onderwerp van bespreking met de gemeente. "Echt onderhandelen kun je het niet noemen. We lopen de taxaties na en brengen er eventueel iets tegenin. Het wordt een kaasschaaf-kwestie." Aldus volgens de LC het hoofd financiën van WBC Nieuw Wonen Friesland, dhr. Anton Weda."
Er is ons gemeld dat ook de huurders van woonbedrijf Patrimonium nog geen WOZ-beschikking en/of OZB-aanslag ontvingen.
Conclusie: Een 'voorlopige' WOZ-beschikking sturen kan niet, een voorlopige OZB-aanslag kennelijk wel. Dergelijke aanslag ontvangen is in feite een gemeentelijke uitnodiging om te gaan 'onderhandelen'. Ook een 'kaasschaafmethode' waarbij overal een beetje WOZ-waarde af gaat, noemen wij 'onderhandelen." Dat is meten met twee maten t.o.v. particuliere woningeigenaren die niet kunnen 'onderhandelen' over de WOZ-waarde van hun huis, maar slechts een bezwaarschrift kunnen indienen. Bovendien kan dit leiden tot de situatie dat indien in een blok identieke woningen van NWF een deel is verkocht en een ander deel niet, de WOZ-waarde van de huurwoningen lager uitkomt. De woningeigenaar zou zich kunnen beroepen op het gelijkheidsbeginsel in zijn bezwaarschrift, ware het niet, dat het bericht ook meedeelt: "De definitieve aanslagen worden volgens gemeentelijk woordvoerder Arjan van de Leur volgende maand verzonden." Dus in april.
De particuliere woningeigenaren ontvingen hun WOZ-beschikking op 28-2-2001. Laat nu half april net de bezwaarschrift-termijn zijn verstreken...
Kortom: Is dit gewoon weer boerenslimheid van het College?!

Het voorstel van B&W draait vooral om een herberekening van het 'tijdvakpercentage'. Dit uit te rekenen percentage geeft het verschil aan tussen de tarieven voor woningen en niet-woningen en was aanvankelijk berekend op 17 procent.

Wij gaan in deze brief niet uitgebreid in op de techniek om te komen tot een tijdvakpercentage. O.i. is het handig om de uitleg hierover te lezen van de v.m. teamleider van het team Belastingen, dhr. Van der Muur. (Zie Behandelvoorstel tarieven OZB voor Cie B&M van 11-10-2000 blz. 15 bijlage 1 'Tariefdifferentiatie')

Om het tijdvakpercentage vanaf 1-1-2002 te kunnen verhogen is het nodig om de tarieven OZB voor de woningen over 2001 met terugwerkende kracht te verlagen. Volgens Monsma en partners kan dit i.t.t. verhogen, omdat de belastingplichtige hierdoor niet in zijn belangen wordt geschaad.
De keuze voor verhoging van het tijdvakpercentage is terecht omdat correctie van het tarief voor niet-woningen bij een gelijkblijvend tijdvakpercentage betekent dat ook de woningtarieven in 2002 'op sleeptouw' worden genomen door die verhoging. (Zie blz. 4 eerste alinea brief Monsma) Gezien het feit dat uit de nadere berekeningen (zie blz. 4 onderaan commissiestuk zelf en bijlage 4 punt 1 tabel 1.1. onder kolom B 'gecorrigeerde berekening') blijkt dat volgens de uitgangspunten van de Raad m.b.t. het OZB-tarief de woningtarieven 2001 al te hoog zijn berekend, zou dat de scheefheid in het 2-tarief systeem slechts vergroten ten nadele van de woningeigenaren en -huurders.

Duidelijk is dus dat het OZB-tarief voor woningen in 2001 omlaag moet. B&W stellen voor om de woningtarieven eigenaar en gebruiker elk met 1 cent/¦5000 waarde te verlagen. (blad 4 commissiestuk zelf) In bijlage 4 bij de toelichting op tabel 2.1 staat o.a.:
"Openbreken van het tijdvakpercentage betekent volgens het advies van Adviesbureau Monsma & Partners dat beide woningtarieven (eigenaar en gebruiker) dienen te worden verlaagd met 1 cent." Einde citaat.
Monsma en Partner geven echter helemaal geen advies m.b.t. de vraag hoeveel de woningtarieven omlaag moeten voor 2001, zij geven slechts het principe aan! Kortom: Die twee maal 1 cent is gewoon weer een ambtelijk bedenksel waarvan onduidelijk is op welke berekening zij berust.
De feiten zijn (zie blad 4 onderaan in commissiestuk zelf): "Als er goed gerekend was, waren de tarieven voor woningen ¦0,65 lager geweest dan ze nu zijn (huidige tarief ¦24,65; had moeten zijn ¦24,00). Dit betekent ongeveer ¦13,00 per woningwaarde van ¦100.000. Voor de niet-woningen zijn de tarieven ¦8,09 lager vastgesteld dan op grond van een correcte berekening mogelijk was geweest." Einde citaat.
M.a.w.: Hierboven staat hoe het Raadsbesluit tarieven OZB was uitgevallen indien de Raad toen haar besluit had kunnen nemen op grond van de juiste cijfers en op basis van de door haar gewilde uitgangspunten.

ONS VOORSTEL AAN DE RAAD: De OZB-tarieven voor de woningen worden voor 2001 met terugwerkende kracht verlaagd van ¦24,65 totaal tot ¦24,00 totaal. Het reeds teveel betaalde wordt terugbetaald aan de burgers. Er wordt een gecorrigeerde aanslag OZB gestuurd.
De OZB-tarieven voor niet-woningen kunnen vanwege de rechtszekerheid voor 2001 niet worden verhoogd met ¦8,09/¦5000 waarde en blijven daarom zoals op 18-12-2000 besloten. (Ref. brief Monsma)

In bijlage 4 bij de toelichting onder tabel 2.1 was reeds aangegeven dat een verlaging van de woningtarieven met 2 cent totaal een inkomstenderving betekent van ¦28000,- Uiteraard wordt dat tekort een stuk groter bij de verlaging van de woningtarieven zoals het feitelijk hoort. Dat echter is de consequentie van de gemaakte fouten m.b.t. de waarde-inschatting en de onjuiste tariefberekening van de niet-woningen.
De woningtarieven zijn nu gewoon te hoog berekend en de tarieven van de niet-woningen fors te laag.
Dat hoort gecorrigeerd te worden uit oogpunt van behoorlijk bestuur en niet een klein beetje gecorrigeerd omdat dat minder slecht uitkomt.

Ook ons voorstel leidt tot verhoging van het tijdvakpercentage.
Dit schept voor de komende drie jaar vanaf 1-1-2002 de ruimte om 'in te halen':

Het College heeft voorkeur voor scenario C vanaf 1-1-2002. Wij ook, m.d.v. dat we het woningtarief nu meteen wensen te corrigeren tot ¦24,- rond. Scenario C geeft een 'meevaller' van ¦1.802.600,-
In ons voorstel wordt die meevaller kleiner; naar ruwe schatting een kleine 1 miljoen. Er blijft dan nog pakweg 8 ton voordeel over.

Tenslotte: De Leeuwarder Courant van 22-3 jl. meldde dat de raad somber was over de herstel-mogelijkheden van de OZB-fout. De VVD vreest dat de OZB-verordening bij de rechter zal sneuvelen.

De brief van Monsma en Partners stelt op blz. 4 derde alinea duidelijk dat in de memorie van toelichting (Wetsvoorstel tot wijziging van de Gemeentewet m.b.t. de OZB en toevoeging van o.a. art. 220f) expliciet staat dat een gemeente haar OZB-tarieven na 1-1-2001 ter zake van dat belastingjaar met terugwerkende kracht mag wijzigen, mits de nieuwe tarieven niet in het nadeel van de belastingplichtigen zijn. Ook mag het tijdvakpercentage voor 2002 ev. worden verhoogd met 10 procent over het vastgestelde tijdvakpercentage.
Gebleken is bovendien dat terzake van het kalenderjaar 2001 tijdens het Raadsbesluit op 18-12-2000 niet kon worden beschikt over betrouwbare cijfers en stellen Monsma en Partners m.b.t. de kwestie van het 'duidelijk kenbaar maken' (tijdens het Raadsbesluit OZB) van het voornemen of de verwachting dat de OZB-tarieven moeten worden herzien: "Het is de vraag hoeveel gewicht moet worden toegekend aan deze opmerking van de regering."
Wij verwachten niet dat vanuit de hoek van woningeigenaren een juridische aanval zal worden gedaan op een tariefsverlaging voor 2001, terwijl een verhoging van het tijdvakpercentage pas concreet consequenties qua te betalen OZB (bedrijven) zal hebben in 2002 en die tarieven pas komend najaar moeten worden berekend en vastgesteld.

Ook het CDA stelt dat ze bang is voor onverbindend-verklaring van de belastingverordening als de gemeente zich waagt aan 'kunstgrepen'.

De angsten van VVD en CDA lijken ons vooral ingegeven door het besef dat de bedrijven flink meer OZB zullen moeten gaan betalen vanaf 2002 en een schot voor de boeg om te pogen althans een deel van dat 'meer' huurders en woningeigenaren in de maag te splitsen.

Dhr. Jacobse denkt hier ook zo over: "Dit jaar de tarieven verlagen met de loutere bedoeling ze volgend jaar te kunnen verhogen, spreekt mij niet zo aan."
Ons spreekt niet zo aan: Dit jaar alles laten zoals het is en komende herfst domweg de nieuwe tarieven vaststellen. "In dat geval zouden echter de eigenaren en huurders van woningen het miljoenengat helpen dichten, dat in de opbrengst uit niet-woningen is ontstaan." stelt de Leeuwarder Courant op 22-3 jl. naar onze mening terecht.
Dat laatste zou dan vooral hard aankomen bij de huurders en eigenaren van de goedkoopste koopwoningen, die naar verhouding toch al de grootste procentuele stijging van de WOZ-waarde voor hun kiezen kregen. (Geen 112 procent zoals eerst gesteld, maar 157 procent) Voor (een) eigenaar-bewoner(s) is dit jaar voor het eerst de OZB-aanslag hoger dan hij/zij maandelijks aan huishoudgeld te besteden heeft...
Men mag nu gaan sparen; niet voor woningonderhoud, maar voor de gemeente...

Namens het Dagelijks Bestuur van de Vereniging PEL,

Hoogachtend,

secretaris PEL