In Cliëntenraad van 31-5-2000 is behandeld: Beleid m.b.t. ABW en Bijzondere Bijstand bij detentie.
Praktijkgeval: Alleenstaande man heeft ABW en huurschuld. Man treft aflossingsregeling met WBC/deurwaarder. SD verzorgt de aflossing. Man heeft meer schulden in vorm verkeersboetes. Kan deze niet betalen en gaat daarom voor 2 maand gevangenis in. De ABW stopt dan.
Beleid: Bij kortdurende detentie wordt bijzondere bijstand verleend in de doorbetaling van vaste lasten. Man regelt dit met SD. De huur wordt netjes door SD overgemaakt vanuit de Bijzondere Bijstand.
Echter: De aflossingsregeling die via de ABW liep wordt gestaakt. SD stuurt kort briefje naar WBC: 'Aflossingsregeling wordt gestaakt.' No reason given...
Strikt formeel alles correct. Gevolg: Terwijl man in gevangenis zit laat WBC woning ontruimen na vonnis.
Man uit gevangenis: Huis weg, meubels opgeslagen bij Friesland Milieu. Ook zijn identiteitspapieren liggen daar.
Weigering om die althans terug te geven opdat hij zich kan legitimeren bij SD voor aanvraag nieuwe ABW-uitkering en voor hernieuwde inschrijving bij Burgerzaken. Eerst betalen, stelt Friesland Milieu. Opslag kost ¦75,-/week.
SD staat uiteindelijk toe dat man zich legitimeert met een nog in zijn bezit zijnd kopie van zijn paspoort. Hiermee is vicieuze cirkel doorbroken...

De vragen:

  1. Suggestie/vraag: Inzake dergelijke situaties waarbij noodzakelijke papieren voor hernieuwde inschrijving Burgerzaken en SD bij Friesland Milieu liggen: Eens een overleg houden tussen Sociale Dienst/Burgerzaken en Friesland Milieu teneinde te komen tot werkafspraken m.b.t. legitimatiepapieren die bij Friesland Milieu zijn beland.
  2. Het stuk 'detentie en bijstand' stelt bij "Bijstand in doorgaande vaste lasten tijdens detentie" o.a.: "Behoud van de huisvesting moet wel gewaarborgd zijn bij verlening van bijstand; dus geen betalingsachterstanden met een risico van ontruiming."
    Begrijpelijk is, dat SD niet bij Bijzondere Bijstandsverlening ook nog wat 'ongeregelde huurschuld' op haar nek wil nemen.
    Vraag: Geldt dit standpunt ook indien direct voorafgaand aan de detentie en de bijzondere bijstandsverlening sprake was van 'geregelde huurschuld' op basis van een inhouding op de ABW-uitkering en uitgevoerd door de SD?

Inhoudelijke reactie van een der ambtenaren van SZ:

Bij een ontruiming moet de politie aanwezig zijn . De betreffende politieambtenaar houdt toezicht en neemt de spullen van waarde in zoals identiteitspapieren. De politieambtenaar legt dit vast in een proces-verbaal en de door hem meegenomen spullen worden op het politiebureau bewaard. De brief waarin de ontruiming wordt aangekondigd is voldoende om de betrokken ambtenaar te traceren en weer de beschikking te krijgen over de spullen die voor de betrokkene van belang zijn en geen zakelijke waarde vertegenwoordigen. Ik heb met de betrokken collega die verantwoordelijk is voor het gemeentelijk beleid bij ontruimingen geoordeeld dat het geval zoals door van der Galiën geschetst een uitzonderingssituatie is en dat er geen aanleiding is om een overleg tot stand te brengen voor het maken van werkafspraken. Ik ga ervan dus uit dat het een incident is geweest; anders is de betrokken ambtenaar bereid Friesland Milieu aan te spreken op het achterhouden van stukken die het betrokkenen onmogelijk maken maatschappelijk te functioneren.
Verlening van bijstand in doorgaande vaste lasten tijdens detentie is alleen effectief als de betrokkene kan terugkeren naar zijn vroegere woning. Daarom is als punt van beoordeling geformuleerd dat aanwezige betalingsachterstanden niet het risico van ontruiming in zich moeten hebben. Dat risico is er als de verhuurder al stappen heeft gezet om ontruiming te bewerkstelligen. Die dreiging moet blijken uit houding en gedrag van de verhuurder ( in hoeverre is er bereidheid om de huurovereenkomst voort te zetten na schuldregeling) en is ook afhankelijk van de opstelling van de huurder ( legt hij zich er bij neer of gaat hij de juridische strijd aan met kracht van argumenten) Het is uiteindelijk altijd weer een individuele beoordeling.

De voorgelegde vraag is of een "geregelde huurschuld" een belemmering is voor bijzondere bijstand in de vaste lasten. Ook hier geldt dat weer maatwerk geleverd moet worden en dat veel afhankelijk is van de situatie zoals die zich voordoet.
Het kan zijn dat de verhuurder genoegen neemt met betaling van de maandelijkse huur tijdens de detentie, ervan uitgaande dat de betaling verplichtingen van een "geregelde huurschuld" hoger uitvallen dan de normale maandelijkse huur. In die situatie is er geen sprake van een dreigende ontruiming en kan de bijstand ook niet op die grond worden onthouden.
Het ligt anders als de verhuurder de huurder houdt aan een onverkorte uitvoering van de overeenkomst en dus betaling vergt van de afgesproken bedragen. Als vaststaat dat de verhuurder dit kan eisen binnen de grenzen van een redelijke uitvoering van de overeenkomst, komt de vraag op het bordje van het bijstandverlenend orgaan of het mogelijk is om bijstand te verlenen in betalingsverplichtingen die hun oorzaak hebben in vroeger ontstane schulden.
Zoals bekend is bijstand in schulden lastiger dan bijstand tijdens detentie.
In beginsel kan geen bijstand worden verleend in dat deel van de betalingsverplichtingen, behoudens de aanwezigheid van zeer dringende redenen ( art. 15 Abw). Over de uitkomst van een dergelijke beoordeling kan ik geen uitspraken bij voorbaat doen en ik zou het bijstandverlenend orgaan ook ontraden om een algemene uitspraak daarover te doen. Alles hangt af van de feitelijke situatie maar de gemeente zal het grote belang van huisvesting niet onderschatten en dit meewegen in het antwoord op de vraag of zich zeer dringende redenen voordoen die een afwijken van de hoofdregel rechtvaardigen.
Als het antwoord positief is dan zal de bijstand voorzover betrekking hebbend op de vroegere schuld worden verstrekt in de vorm van een geldlening en dus worden teruggevorderd.
Als Pel er behoefte heeft om op dit onderwerp terug te komen dan horen we at bij gelegenheid van de eerstvolgende platformvergadering.

Ambtenaar SZ.