Verordening cliëntenparticipatie gemeente Leeuwarden


Hieronder de Verordening cliëntenparticipatie van de gemeente Leeuwarden.

Gemeentelijke bijlage

Verordening cliëntenparticipatie (GB05)

Deze gemeentelijke bijlage bevat de volgende onderdelen:

Algemeen (1)
Tekst van de verordening (2)
Toelichting bij de verordening (3)

1. Algemeen

Onderstaande verordening is geldig per 01.01.2005.

mer 19452

De Raad van de gemeente Leeuwarden;

gelezen het voorstel van burgemeester en wethouders van 31 augustus 2004;
gezien het advies aan het college van de cliëntenraad van 3 september 2004;
overwegende dat de gemeente verantwoordelijk is om bij verordening de realisatie en vormgeving van cliëntenparticipatie in het kader van de Wet werk en bijstand te regelen;
gelet op artikel 47 van de Wet werk en bijstand;
b e s l u i t:

vast te stellen de volgende: Verordening cliëntenparticipatie Werk en Inkomen

2. Tekst van de verordening

Artikel 1 - Begripsbepalingen

In deze verordening en de daarop rustende bepalingen wordt verstaan onder:

cliënt: degene die in relatie staat tot de dienst Welzijn in verband met een bestaande of vroegere aanspraak op voorzieningen op grond van wetten en gemeentelijke regelingen op het terrein van Werk en Inkomen;
cliëntenorganisatie: een lokaal georiënteerde organisatie die tot doel heeft in algemene zin de belangen te behartigen van cliënten op wie de wetten en gemeentelijke regelingen op het terrein van Werk en Inkomen gericht zijn;
cliëntenparticipatie: het betrekken van cliënten en hun vertegenwoordigers bij de beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering van wetten en gemeentelijke regelingen op het terrein van Werk en Inkomen;
cliëntenraad: een, op initiatief van de gemeente, ingesteld adviesorgaan; college: het college van burgemeester en wethouders van Leeuwarden;
werk en inkomen: alle aangelegenheden die betrekking hebben op het beleid en de uitvoering van de Wet werk en bijstand, gemeentelijke minimaregelingen en alle direct met deze wet en gemeentelijke regelgeving verbandhoudende onderwerpen;
wet: de Wet werk en bijstand.

Artikel 2 - Opdracht aan het college

Het college neemt bij de uitvoering van artikel 47 van de wet de regels gesteld bij of krachtens deze verordening in acht.

Artikel 3 - Verantwoordelijkheid college

Het college stelt een cliëntenraad in om gestalte te geven aan de wettelijke verplichting van cliëntenparticipatie.
Het college streeft naar een samenstelling van de cliëntenraad die een redelijke afspiegeling vormt van de cliënten en de cliëntenorganisaties.
De leden van de cliëntenraad worden door het college op voordracht benoemd.
Het college benoemt de leden van de cliëntenraad, behoudens tussentijds aftreden, voor de duur van de zittende raad.

Artikel 4 - Taken en bevoegdheden

De cliëntenraad heeft tot taak om desgevraagd of uit eigen beweging het college te adviseren over alle aangelegenheden van beleidsvoorbereiding en beleidsuitvoering die betrekking hebben op het terrein van Werk en Inkomen en van invloed zijn op de positie van de burger als cliënt. Tot de in het eerste lid bedoelde aangelegenheden behoren niet:
klachten, bezwaarschriften en andere zaken die op individuele personen betrekking hebben voor zover deze geen algemene strekking hebben;
onderwerpen van interne organisatie, voor zover deze geen aanwijsbare gevolgen heeft voor de dienstverlening aan de cliënten;
onderwerpen die een landelijke regeling betreffen, voor zover bij de uitvoering geen keuzes zijn gelaten aan het gemeentebestuur, dit behoudens de vraag of het gemeentebestuur volledig de ruimte benut die de wettelijke regeling biedt.

Artikel 5 - Onkostenvergoeding

De leden van de cliëntenraad ontvangen voor het bijwonen van de vergadering een onkostenvergoeding overeenkomstig de Verordening geldelijke en secundaire voorzieningen raads- en commissieleden gemeente Leeuwarden.
De leden kunnen in verband met het bijwonen van de vergadering de werkelijk gemaakte redelijke onkosten voor kinderopvang en vervoer vergoed krijgen.
De onkostenvergoeding wordt uitbetaald in de maand volgend op de maand waarin de vergadering heeft plaatsgevonden.

Artikel 6 - Overige faciliteiten

Het college draagt er kosteloos zorg voor dat alle noodzakelijke faciliteiten aan de cliëntenraad beschikbaar worden gesteld om te bewerkstelligen dat de cliëntenraad naar behoren invulling kan geven aan zijn functie.

Artikel 7 - Huishoudelijk reglement

Het college draagt zorg voor de totstandkoming en vaststelling van een huishoudelijk reglement voor de cliëntenraad.
Het huishoudelijke reglement geeft in ieder geval een nadere invulling aan de samenstelling, taken, bevoegdheden, werkwijze van de cliëntenraad en al hetgeen dat van belang is voor het goed functioneren van de cliëntenraad.

Artikel 8 - Wijziging en intrekking verordening

Wijziging of intrekking van deze verordening kan alleen plaatsvinden nadat de cliëntenraad daarover is gehoord.

Artikel 9 - Uitvoering

Het college draagt zorg voor de uitvoering van deze verordening.
Het college kan ter uitvoering van deze verordening nadere regels opstellen.
Het college kan, indien de toepassing van bepalingen in deze verordeningen in de individuele situatie tot grove onbillijkheden leidt afwijken van het gestelde in deze verordening.
Het gestelde in het tweede lid vindt plaats na overleg met de cliëntenraad.

Artikel 10 - Citeertitel

Deze verordening kan worden aangehaald als: “Verordening cliëntenraad”.

Artikel 11 - Verantwoording

Het college legt jaarlijks verantwoording af aan de raad over de uitvoering van deze verordening.

Artikel 12 - Inwerkingtreding

Deze verordening treedt in werking op 1 januari 2005.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van 13 oktober 2004.

, voorzitter

, griffier

3. Toelichting bij de verordening

Algemene toelichting

Artikel 47 van de WWB luidt als volgt:

“De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de personen, bedoelt in artikel 7, eerste lid, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder wordt geregeld de wijze waarop:

periodiek overleg wordt gevoerd met deze personen of hun vertegenwoordigers; deze personen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;
zij worden voorzien van de voor een adequate deelname van het overleg benodigde informatie.”

Met deze verordening geeft de gemeente gestalte aan de wettelijke verplichting van cliëntenparticipatie.

Opgemerkt dient te worden dat in de huidige praktijk van de gemeente Leeuwarden de cliëntenparticipatie voor aangelegenheden op het terrein van Werk en Inkomen al enige jaren is gewaarborgd door middel van een cliëntenraad. De werkwijze van deze cliëntenraad is vastgelegd in een reglement. Het spreekt voor zich dat bij het opstellen van deze verordening rekening wordt gehouden met de huidige werkwijze. Naar aanleiding hiervan is er ook voor gekozen om in deze verordening op hoofdlijnen invulling te geven aan de cliëntenpartipatie. Al het overige wordt met behulp van een reglement nader geregeld.

Artikelsgewijze toelichting

Artikel 1 - Begripsbepalingen.

Voor de diverse omschrijvingen is aansluiting gezocht bij de formuleringen in de huidige praktijk en de bestaande verordeningen.

Artikel 2 - behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 3 - Verantwoordelijkheid college.

In dit artikel wordt de verantwoordelijkheid van het college geformuleerd. Deze reikt verder dan alleen gestalte geven aan de cliëntenparticipatie door middel van het instellen van een cliëntenraad.

Het college streeft ook naar een evenwichtige samenstelling van de cliëntenraad. De huidige praktijk laat zien dat de cliëntenraad is samengesteld uit individuele cliënten en cliëntenorganisaties. Dit wenst het college graag zo te behouden. Vandaar dat in de verordening een bepaling is opgenomen die de afspiegeling van de individuele cliënten en cliëntenorganisaties dient te waarborgen.

Tot slot behoort het benoemen van leden ook de verantwoordelijkheid van het college. Omdat een college, uitzonderingen daar gelaten, een zittingsduur van 4 jaar heeft en de cliëntenraad het college adviseert is de benoemingsduur gelijkgesteld aan de zittingsduur van het college.

Artikel 4 - Taken en bevoegdheden.

Dit artikel bepaalt de reikwijdte en bevoegdheden van de cliëntenraad.

In het dualistische stelsel is er in Leeuwarden nadrukkelijk voor gekozen om geen organen in te stellen die advies uitbrengen aan de gemeenteraad. Naar aanleiding hiervan zal de cliëntenraad als adviesorgaan van het college fungeren. Behalve adviserende taken heeft de cliëntenraad ook recht op initiatief. De cliëntenraad kan op verzoek van het college advies uitbrengen over aangelegenheden op het terrein van Werk en Inkomen, maar kan zeker ook zelf het initiatief nemen.

Voorgaande invulling van de taken en bevoegdheden leidt binnen het dualistische stelsel tot een versterking van de positie van de cliëntenraad. In tegenstelling tot voorheen is het voor het college niet mogelijk om een besluit te nemen dan wel een voorstel te doen aan de gemeenteraad zonder daarin het advies van de cliëntenraad daadwerkelijk te hebben meegewogen. Mocht de cliëntenraad het toch niet eens zijn met het “gewogen” voorstel van het college aan de gemeenteraad dan kan de cliëntenraad nog altijd de weg van de reguliere inspraak bewandelen.
Daarbij kan worden ingesproken bij vergaderingen van de raadsadviescommissie. Is de cliëntenraad het echter oneens met een collegebesluit dat tot de bevoegdheid van het college behoort en dus niet als voorstel aan de raad wordt aangeboden dan is de cliëntenraad natuurlijk altijd vrij om zijn zienswijze onder de aandacht te brengen van de raad.

Tot slot dient te worden vermeld dat in dit artikel ook nadrukkelijk wordt geregeld ten aanzien van welke aangelegenheden de cliëntenraad geen adviesrecht of recht op initiatief heeft.

Artikel 5 en 6 - Onkostenvergoeding en overige faciliteiten.

De cliëntenraad heeft de status van een adviesorgaan. Daarbij dienen de onkosten voor het bijwonen van vergaderingen ook te worden vergoed. Dit zal plaatsvinden overeenkomstig de vergoedingen van raadsleden. Daarnaast wordt ook nadrukkelijk geregeld dat de leden bijkomende onkosten voor het bijwonen van de vergaderingen, zoals kinderopvang en parkeer/vervoerskosten, kunnen declareren.

Voor wat betreft de vergoedingen is nadrukkelijk aangegeven dat het om een onkostenvergoeding gaat. Deze vergoedingen dienen niet te worden gezien als middelen, zoals vermeld in artikel 31, eerste lid van de Wet werk en bijstand.

Daarnaast zal het college de cliëntenraad ook de gelegenheid moeten bieden om zijn taak naar behoren uit te voeren. Daartoe wordt aansluiting gezocht bij de huidige praktijk. Daarbij is bepaald dat er onder andere sprake moet zijn van het faciliteren van deskundigheidsbevordering, vooroverleg en het bieden van mogelijkheden om jaarlijks de relatie met de achterban te versterken.

Artikel 7 - Huishoudelijk reglement.

Omdat deze verordening op hoofdlijnen is geformuleerd zal het college er zorg voor dragen dat er een huishoudelijk reglement wordt opgesteld en vastgesteld. In het tweede lid staat vermeld wat er in ieder geval in het huishoudelijke reglement geregeld dient te worden. Daarbij is gekozen voor een ruime formulering, maar in concreto zullen in het huishoudelijke reglement zaken worden geregeld die verband houden met bijvoorbeeld de wijze van selectie van de leden, de wijze van benoeming, redenen voor beëindigen van het lidmaatschap, de taken van de voorzitter en de secretaris en de vergaderorde van de cliëntenraad.

Artikel 8 - behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 9 - Uitvoering.

Voor de uitvoering van deze verordening kan het noodzakelijk zijn om nadere regels opstellen. Artikel 9, eerste lid geeft het college de bevoegdheid om deze regels, in overleg met de cliëntenraad op te stellen.

Het gestelde in het derde lid heeft betrekking op de zogenaamde “hardheidsclausule”. Een dergelijke bepaling wordt in de verordening opgenomen om het college enige vrijheid te geven bij het toepassen van de bepalingen. Toepassen van deze hardheidsclausule dient echter wel tot het uiterste beperkt te worden. Bij het regelmatig toepassen van deze clausule dient aanpassing van de verordening te worden overwogen.

Artikel 10 - behoeft geen nadere toelichting.

Artikel 11 - Verantwoording.

De gemeenteraad kan slechts zijn controlerende functie op goede wijze vormgeven indien beschikt wordt over de van belang zijnde gegevens. Het college zal de raad jaarlijks voorzien van informatie over de stand van zaken van het meerjarenbeleidskader Werk en Inkomen. Daarin zal ook de informatie over de uitvoering van deze verordening en dus het functioneren van de cliëntenraad als zodanig worden opgenomen.

Artikel 12 - behoeft geen nadere toelichting.


Einde tekst Verordening plus artikelsgewijze toelichting.