VOORSTEL INZAKE HET VOORSCHIETEN VAN STIPEJILD


Als iemand in een traject belandt en bij een reïntegratiebureau komt, bestaat er soms de mogelijkheid om wat onkosten te kunnen declareren die te maken hebben met het volgen van dat traject, b.v.: iemand heeft geen fiets, maar heeft er wel een nodig om op de werkplek te kunnen komen, iemand moet solliciteren, maar heeft geen nette kleding meer, iemand moet reiskosten maken enz. Het gaat vaak om mensen die al jaren in de bijstand zitten en bij wie alle financiële reserves op zijn. Voor dat soort zaken heeft het reïntegratiebedrijf geld gekregen van de gemeente. Dat geld mag echter geheel naar eigen inzicht worden ingezet, voor de mensen die bij dat RIB klant zijn. Dit leidt soms tot willekeur, hoewel de gemeente wel een folder maakte over dat steungeld, officieel 'Stipejild' geheten.
De RIB-klanten krijgen die folder echter niet in alle gevallen en weten dan niets af van deze mogelijkheid.
De gemeente Leeuwarden heeft echter op 24/11/2005 in het Overlegorgaan van de Cliëntenraad met de sectoren Sociale Zaken en Werk & Inkomen gevraagd om schriftelijke ideeën van de Cliëntenraad, zodat die kunnen worden meegenomen bij de actualisering van de beleidsregels.
Gedoeld wordt m.i. op de Beleidsregels Reïntegratie van het College van B. en W. Het PEL heeft inmiddels een voorstelletje gemaakt wat is voorbesproken in het vooroverleg van de Cliëntenraad en uiteindelijk heeft geleid tot een derde versie wat de definitieve in te dienen versie is geworden namens alle deelnemers in de Cliëntenraad.
Hieronder volgt de tekst van het voor de vergadering van het Overlegorgaan CR/SZW van 27/4/2006 ingediende voorstel:

VOORSTEL INZAKE HET VOORSCHIETEN VAN STIPEJILD

Leeuwarden, 30/3/2006

Inleiding:

Citaat uit vastgesteld verslag Overlegvergadering van de Cliëntenraad van 24/11/2005:

"Mw. Probst wil graag schriftelijk de ideeën van de Cliënten¬raad ontvangen zodat de ideeën kunnen worden meegenomen bij de actualisering van de beleidsregels. In februari 2006 worden de beleidsregels herzien."

Tot nu toe zijn er geen specifieke beleidsregels t.a.v. het Stipejild dat door RIB's aan klanten mag worden betaald als zij voor uitgaven komen te staan om zaken aan te schaffen die noodzakelijk zijn bij werkaanvaarding of sollicitaties. Het is een goede zaak dat het College daartoe nu alsnog wil overgaan.

Voorstel 1 om nader uit te werken via Beleidsregels m.b.t. Stipejild:

Het Stipejild is een onkostenvergoeding waarbij het een RIB geheel vrij staat deze te geven of niet. Dit is wel erg vrijblijvend.

Daarom dient nader gedefinieerd te worden wanneer iemand *recht* heeft op Stipejild. Welke aanschaf hiervan wordt gedaan in een specifiek geval of welke dienst wordt gekocht (al zal het een treinkaartje zijn) is niet relevant, voorzover er maar een zinnige connectie is met het te volgen traject, sollicitatie of werkaanvaarding vanuit dat traject.
Kortom: Enerzijds moet er vrijheid zijn om in te spelen op de actuele behoefte i.v.m. het traject, anderzijds moet willekeur worden ingedamd.
Kortom: Stipejild wordt een recht als men voldoet aan de criteria in de Beleidsregels.

Indien iemand meent dat hij/zij recht heeft op Stipejild, maar het RIB vindt van niet, is het RIB gehouden hem/haar dat schriftelijk mee te delen. Betrokkene heeft het recht hiertegen bezwaar te maken bij de gemeente waarop het College beslist of het bezwaar terecht was of niet.

In de Beleidsregels wordt tevens opgenomen dat het RIB gehouden is, een ieder bij aanvang van een traject, de gemeentelijke folder over de Stipejild regeling te geven.

Voorstel 2 om nader uit te werken via Beleidsregels m.b.t. Stipejild:

Als er duidelijk is dat er Stipejild moet worden verstrekt kan vervolgens het probleem gaan spelen dat betrokkene niet in staat is de te maken kosten voor te schieten. Dit zou met name voor kunnen komen indien men al wat langer afhankelijk is van een bijstandsuitkering.

O.i. is het niet toegestaan om 'zomaar' als een 'vrij bedrag' iemand wat Stipejild te geven, zonder dat daar een declaratie van de gemaakte kosten tegenover staat, anderzijds is het niet verboden om een 'voorschot op declaratie' te geven, dus vooruitlopend op de declaratie.

VOORSTEL: Het RIB geeft in voorkomende gevallen bij problemen m.b.t. het voorschieten van uitgaven een toereikend bedrag aan Stipejild om de uitgave te kunnen doen. Dit kan gaan om een kleine of een grote uitgave tot maximaal EUR 900,- (maximaal per persoon te verstrekken Stipejild)

[Toelichting: Het bedrag in de overeenkomst IS het Stipejild, maar nu op voorschotbasis.]

Voorwaarden waaronder een voorschot kan worden verstrekt:

1. Betrokkene tekent bij ontvangst van het geld of voordat het geld op zijn rekening wordt gestort een kleine leningsovereenkomst.
Het is gewenst dat deze simpel is en op 1 A4-tje past qua tekst.

2. Betrokkene moet binnen een in de overeenkomst vastgelegde tijd een declaratie indienen, die betrekking heeft op datgene wat is afgesproken; in te dienen bij het RIB. Hierdoor komt de lening te vervallen.

2a. Bij een leenbedrag tot maximaal EUR 100,- hoeft niet specifiek meteen een bepaalde besteding te worden afgesproken, maar kan worden volstaan met het verantwoorden achteraf van een of meer kleinere uitgaven naar eigen inzicht, mits de uitgaven een relatie hebben tot het te volgen traject.

3. Indien de declaratie lager is dan het geleende bedrag dient het niet gebruikte geld terstond terugbetaald te worden aan het RIB. Indien de declaratie hoger is dan het geleende bedrag is het meerdere voor eigen rekening van be¬trokkene.

[Voorbeeld 1: Geleende bedragen groter dan 100 euro: Tegelijk met het tekenen van de leenovereenkomst moet het bestedingsdoel bekend zijn. Het kan gaan om bedragen van 100 tot 900 euro die worden geleend. Een fiets is b.v. noodzakelijk en kost naar schatting b.v. 250 euro. De lening is dan 250 euro. Men mag best een fiets kopen van b.v. 700 euro en dat bedrag declareren, maar er wordt 250 euro betaald. Is er b.v. 500 euro geleend, dan wordt er 500 euro betaald.
Of: Er zijn meerdere noodzakelijke grotere uitgaven. Er wordt 900 euro Stipejild geleend in afwachting van de declaraties. De declaraties bedragen in totaal 1000 euro. Het maximaal te verstrekken bedrag aan Stipejild is echter nooit meer dan 900 euro. Men zal zelf de resterende 100 euro voor eigen rekening moeten nemen. M.a.w.: De leenovereenkomst is nooit hoger dan 900 euro.]

[Alles begint bij de leenovereenkomst en het bedrag wat daar in staat. Dat is bepalend inzake de vraag hoeveel men na declaratie zelf moet betalen. Het is van het grootste belang dat men voor bepaalde uitgaven een realistisch leenbedrag in de overeenkomst zet, dus niet te laag, maar ook niet onredelijk hoog.]

[Voorbeeld 2: Geleende bedragen tot 100 euro: Hierbij hoeft men niet meteen al te weten waaraan dit geld wordt besteed, als de uitgaven maar iets met het reïntegratietraject te maken hebben.
Bijvoorbeeld: Er blijken onvoorziene reiskosten te zijn van bus of trein. Worden verdere reiskosten dan niet vergoed? Ja, dat kan wel, maar dan is het slimmer om meteen aan te geven wat een bepaald bus- of treinabo kost (voor een langere periode) en DAT bedrag in de leenovereenkomst te zetten. Zie punt 2.
Doet men dat niet, dan zal men opnieuw een bedrag moeten lenen van 100 euro, als men dit niet kan voorschieten en moet opnieuw een leenovereenkomst worden getekend. Zie punt 2a.]

3. Details overeenkomst van geldlening "Voorschot op declaratie":

a. Het is een kortlopende lening. Rente wordt niet berekend.

b. Binnen een nader te bepalen tijd dient een declaratie te worden ingediend, b.v. 30 dagen en 60 dagen indien het gaat om kosten van dezelfde soort die meerdere malen gemaakt moeten worden. De lening vervalt door de verantwoording van de gemaakte kosten.

c. Indien geen declaratie wordt ingediend of een declaratie voor een lager bedrag dan voorgeschoten, dient de lening terstond geheel of gedeeltelijk te worden terugbetaald aan het RIB. Indien dit niet gebeurt, stuurt het RIB de overeenkomst naar de gemeente en wordt het te vorderen bedrag door de gemeente op de uitkering van betrokkene ingehouden voorzover het een uitke¬ring betreft die door de gemeente wordt uitgevoerd. Indien dit niet mogelijk blijkt te zijn, geeft de gemeente de vordering uit handen aan de deurwaarder.
E.e.a. is opgenomen in de leenovereenkomst.
Bij vervalste facturen doen RIB en/of gemeente tevens aangifte van oplichting.

Het is m.i. helaas noodzakelijk om punt c op te nemen omdat er bij elke regeling helaas een minderheid is die zal trachten hier misbruik van te maken. Bij punt c is gekozen voor de gemeente als incasseerder omdat het uiteindelijk om gemeentegeld gaat. Wellicht dat er tussen gemeente en RIB ook moet worden afgesproken hoe verder te handelen met door de gemeente weer ingevorderd Stipejild.

In de Beleidsregels wordt gerefereerd aan een door de gemeente gestandaardiseerd model leningsovereenkomst die door het RIB gehanteerd dient te worden. Dit, om wildgroei te voorkomen.
Indien een RIB desalniettemin gaat werken met eigen leencontractjes, kan zij geen beroep op de gemeente doen om eventuele vorderingen op hun klanten te innen.

In de overeenkomsten tussen gemeente en de RIB's wordt opgenomen dat het RIB zich conformeert aan de relevante Beleidsregels waaronder die voor het Stipejild.

Vertegenwoordiger PEL in
Cliëntenraad


Einde tekst voorstel inzake voorschieten Stipejild.