Het onderstaande artikel van de voorzitter van het PEL kwam op 3/8/2005 binnen. Hieronder volgen eerst enige relevante links i.v.m. het onderwerp waar het hier over gaat:
Eerste vragenbrief PEL 15/4/2005 plus reactie College B. en W. 28/4/2005 plus tweede vragenbrief PEL 11/5/2005 n.a.v. reactie B. en W.
Onderwerp: Status en lengte trajectplannen bij reïntegratie.
Op onze tweede vragenbrief werd door de afdeling Welzijn niet meer gereageerd...
Sociale Zaken werkt al sinds jaar en dag met zogeheten 'trajectplannen'. In dat plan wordt vastgelegd op welke wijze werklozen dienen uit te stromen naar de reguliere arbeidsmarkt. In theorie wordt voor elke individuele werkloze een trajectplan opgesteld dat is toegesneden op zijn/haar individuele behoeften. Dat laatste is natuurlijk slechts theorie, in feite worden trajectplannen fabrieksmatig via een lopende band procedure uitgespuugd door reïntegratiebedrijven en Sociale Zaken. Het gezwam over het leveren van 'maatwerk' is uitsluitend bedoeld voor de publieke tribune (en om de gemeenteraad zand in de ogen te strooien natuurlijk).
In de praktijk krijgen werklozen vrijwel geen inspraak in het opstellen van een trajectplan. Dat plan wordt hen eenvoudig voorgelegd met het bevel het te ondertekenen. Een werkloze die de euvele moed heeft niet te tekenen, wordt standaard bedreigd met het korten van de uitkering en alle andere onheil dat de bureaucratie in staat is over iemand af te roepen.
Dat is eigenlijk nogal merkwaardig, want wat stelt zo'n trajectplan juridisch gezien nu eigenlijk voor? Er zijn twee mogelijkheden:
- een trajectplan is een overeenkomst naar burgerlijk recht en valt onder de bepalingen uit het verbintenissenrecht zoals vastgelegd in het Burgerlijk Wetboek (BW).
- een trajectplan is een besluit van een bestuursorgaan en valt als dusdanig onder het bepaalde in de Algemene Wet Bestuursrecht (AWB).
De eerste mogelijkheid valt bij nadere beschouwing al snel af (en wordt overigens ook door niemand serieus verdedigd).
Blijft over de tweede mogelijkheid: een trajectplan is een besluit van een bestuursorgaan waarop de bepalingen uit de AWB van toepassing zijn, inclusief de bepalingen over bezwaar en beroep. In dat geval kunnen B&W echter niet eisen dat een uitkeringsgerechtigde een trajectplan van een handtekening voorziet.
Enige tijd geleden hebben wij B&W vragen gesteld over de status van
trajectplannen. Jammer genoeg viel aan het antwoord geen touw vast te
knopen. Blijkbaar was een trajectplan in de ogen van B&W een soort
'intentieverklaring'.
Hoe je het niet ondertekenen van een intentieverklaring kunt sanctioneren zal wel altijd een raadsel blijven aangezien B&W nooit hebben gereageerd op onze vraag om verduidelijking.
Ik ga er maar van uit dat de vraag te moeilijk was en B&W het antwoord
zelf ook niet weten.
Inmiddels is er over de status van trajectplannen wel iets meer duidelijkheid ontstaan. Onlangs heeft de adviescommissie voor de bezwaarschriften van de gemeente Achtkarspelen een interessante uitspraak gedaan. In oktober 2004 had B&W een uitkeringsgerechtigde in deze gemeente een korting van 20% opgelegd omdat hij weigerde een trajectplan te ondertekenen. Vanzelfsprekend heeft genoemde uitkeringsgerechtigde daartegen een bezwaarschrift ingediend. De adviescommissie komt tot de volgende conclusies:
- het niet ondertekenen van een trajectplan is niet sanctioneerbaar
- B&W mag hooguit vragen een trajectplan te tekenen voor gezien (tekenen voor gezien betekent dat je kennis hebt genomen van de inhoud maar je niet gebonden acht aan die inhoud).
- weigeren mee te werken aan de uitvoering van een traject is wel sanctioneerbaar (maar dat wisten we al).
In het bezwaarschrift werden meer kwesties aangesneden. Jammer genoeg is de commissie niet toegekomen aan de behandeling daarvan, aangezien ze overwoog dat het bovenstaande voldoende was om het bezwaarschrift gegrond te verklaren.
Het advies is nogal summier gemotiveerd waardoor het enigszins raden blijft naar de overwegingen van de commissie. We kunnen er echter van uit gaan dat zij de in het bezwaarschrift gevolgde argumentatie in elk geval in grote lijnen volgt.
De daarin gevolgde lijn was als volgt: een traject is niet een in vrijheid tot stand gekomen overeenkomst tussen twee gelijkwaardige partijen, maar een besluit van een bestuursorgaan dat wordt opgelegd aan een burger. Dat houdt in dat ten aanzien van een traject de bepalingen gelden uit de AWB. Het betreffende bestuursorgaan dient het traject in de vorm van een voor beroep vatbare beschikking mee te delen aan betrokkene. Voor betrokkene staan dan de gebruikelijke mogelijkheden tot bezwaar en beroep open.
B&W voerden in het verweerschrift aan dat B&W inderdaad verplicht zijn een traject aan te bieden in de vorm van een voor beroep vatbare beschikking, maar dat dit niet gold voor het trajectplan aangezien dat primair een intentieverklaring (dezelfde opvatting die ook Leeuwarden er op nahoudt) is tussen beide partijen.
Tijdens de zitting van de commissie werd hiertegen ingebracht dat er twee mogelijkheden zijn:
- een trajectplan is onderdeel van een traject, in welk geval de bepalingen uit de AWB van toepassing zijn. In dat geval betreft het een besluit van een bestuursorgaan waaraan rechtsgevolgen verbonden zijn. Een verplichting tot ondertekening bestaat dan niet.
- een trajectplan is inderdaad niet meer dan een intentieverklaring. Het Nederlands recht kent echter geen enkele verplichting een intentieverklaring te ondertekenen.
Blijkbaar heeft de commissie deze lijn geaccepteerd en is ze - terecht - tot de conclusie gekomen dat er geen enkele verplichting bestaat een trajectplan te ondertekenen.
Wat te doen wanneer Sociale Zaken of een reïntegratiebedrijf je een onzinnig trajectplan voorlegt?
Om te beginnen: met een reïntegratiebedrijf (RIB) heb je niets te maken. Een RIB is geen bestuursorgaan en beschikt op geen enkele wijze over formeel gezag. Voel je ook nooit op enige wijze verplicht t.o.v. een RIB. Het enige wat een RIB doet is graaien in de gemeenschapskas en daarvoor een reeks matige diensten leveren (net zoiets als het professionele welzijnswerk dus). Wanneer het zo uitkomt zullen ze jouw onmiddellijk door het riool spoelen en daar geen seconde wakker van liggen.
Dat wordt anders wanneer je te maken krijgt met Sociale Zaken (SZ). SZ kan je wel een sanctie opleggen of in het ergste geval zelfs je uitkering stopzetten.
Tips:
- neem altijd een getuige mee wanneer je een gesprek hebt met een medewerker van SZ. Die getuige hoeft niets te zeggen, alleen maar te luisteren. Trek je er niets van aan wanneer SZ daar moeilijk over doet. Je hebt gewoon het recht iemand mee te nemen, punt.
- Wanneer men jouw een trajectplan voorlegt waarmee je het niet eens bent, weiger dan dat te ondertekenen. SZ zal waarschijnlijk overgaan op de gebruikelijke intimidatietactiek en je bedreigen met alles wat los en vast zit. Niets van aantrekken. Gewoon de stelling betrekken dat er geen verplichting bestaat tot het ondertekenen van een trajectplan en dat, wanneer SZ jouw een bepaald traject wil laten volgen, ze jouw een beschikking moeten sturen.
- Mocht SZ jouw een sanctie opleggen, neem dan onmiddellijk een advocaat in de arm en laat haar/hem een bezwaarschrift indienen. Een bezwaarprocedure tegen een sanctie omdat je geweigerd hebt een trajectplan te ondertekenen win je zo goed als zeker.
- Niet eens met de inhoud van een trajectplan? Dien een bezwaarschrift in. Bedenk je ook dat de afhandeling van een bezwaarschrift SZ handen vol geld kost, maar jou - zolang je het zelf doet - geen cent. Bedenk je tevens dat een groot aantal bezwaarschriften door de indiener gewonnen wordt. Het loont dus altijd een bezwaarschrift in te dienen.
- Voel je nooit schuldig t.o.v. SZ. Bedenk je dat SZ zich, wanneer hen dat beter uitkomt, niets gelegen laat liggen aan het trajectplan. Zowel SZ als RIB zijn van mening dat zij niet gebonden zijn aan het trajectplan, maar jij wel.
Pyt van der Galiën Vereniging PEL