Onderwerp: Schriftelijke vragen inzake ABW-gezinsuitkering en betalingswijze plus relateerde vragen IB Alg. Heff.korting

Leeuwarden, 10-11-2000

L.S.,

Op de laatste vergadering van de Cliëntenraad werd afgesproken dat 'losse vragen' t.b.v. de rondvraag voortaan ook schriftelijk gesteld konden worden, zodat Sociale Zaken ook schriftelijk kan antwoorden. Vragen en antwoorden kunnen dan bij de stukken worden gevoegd voor de volgende vergadering van de Cliëntenraad.

Bij deze willen wij de volgende schriftelijke vragen voorleggen aan Sociale Zaken. Het betreft geen hypothetische vraag, maar een praktijkgeval.

Kwestie: Een vrouw ontvangt een ABW-uitkering voor een gezin. Zij woont samen en ontvangt de uitkering op haar girorekening die op haar naam staat.
Zij gaat op een gegeven moment trouwen met haar partner.
Kort daarna wordt plotseling de gezinsuitkering in twee gelijke delen gesplitst en ontvangen zij en haar man elk de helft van de gezinsuitkering op hun resp. girorekeningen.

VRAAG 1: Wij meenden te weten dat het 'splitsen' van de ABW-gezinsuitkering uitsluitend plaats vond op verzoek van betrokkenen.
De hier bedoelde splitsing vond plaats zonder verzoek, noch ging hieraan een mededeling vooraf van Sociale Zaken over het hoe en waarom.
Wij zijn van mening dat het splitsen van de gezinsuitkering uitsluitend plaats zou moeten hebben op verzoek van belanghebbende partners.
Kunt U ons informeren over de werkwijze, cq. uw beleid t.a.v. deze situaties en wat de reden is van deze handelwijze?

De Algemene Heffingskorting in het nieuwe belastingstelsel 2001 bedraagt ¦3321,- per persoon. De Belastingtelefoon deelde ons mee dat indien een van de partners de gehele gezinsuitkering ABW ontvangt op zijn/haar rekening, de partner zonder inkomsten recht heeft op uitbetaling door de belastingdienst (via een VVT - Verzoek Voorlopige Teruggave) van zijn/haar 'Algemene Heffingskorting'. De brochure 'Bijstand en het nieuwe belastingstelsel' van het ministerie SZW stelt op blz. 29 dat indien de bijstandsuitkering lager is dan ongeveer ¦560,- ,er een Verzoekformulier Voorlopige Teruggave moet worden ingevuld en dat de voorlopige teruggave in maandelijkse termijnen zal worden uitbetaald.

VRAAG 2: In de zin van de belastingwetgeving heeft de partner op wiens rekening de gezinsuitkering ABW niet binnenkomt, geen inkomsten.
O.i. zou diegene dus recht hebben op uitbetaling van zijn/haar 'Algemene Heffingskorting'. Klopt dat?

De brochure van SZW stelt verder: "Deze voorlopige teruggaaf brengt de Sociale Dienst op uw uitkering in rekening."
In de zin van de ABW lijkt deze partner wel inkomsten te hebben, omdat immers de ander de gezinsuitkering ABW ontvangt, in de zin van de belastingwetgeving echter niets. Hij/zij ontving immers geen inkomsten op zijn/haar rekening.

VRAAG 3: Hoe dient deze partner zonder inkomsten (IB) of op wiens rekening de gezinsuitkering niet binnenkwam (SZ) te handelen? Moet een VVT ter verkrijging van zijn/haar individuele 'Algemene Heffingskorting' worden opgestuurd? En wordt de gezinsuitkering op voorhand gekort met 1 maal het bedrag van de 'Algemene Heffingskorting'? (Ongeacht of hij/zij wel/niet een VVT hiervoor indient.)

VRAAG 4: De bijstand is een netto uitkering. De jaaropgave wordt a.h.w. 'gereconstrueerd' van netto naar bruto op basis van een apart, afwijkend belastingtarief. Wordt in het netto-bruto traject de individuele 'Algemene Heffingskorting' 1 maal of 2 maal verdisconteerd? De Belastingtelefoon stelt dat dit 2 maal zou moeten gebeuren bij een gezinsuitkering die aan 1 van de partners wordt uitbetaald en die leidt tot 1 jaaropgave.
Wat is uw mening hierover?

VRAAG 5: In verband met de kwestie zoals gesteld in vraag 1 de vraag: Heeft het door SZ uit eigener beweging splitsen van de gezinsuitkering iets van doen met de kwestie bij vraag 4? En zo ja, is dit ingegeven uit angst voor 'bijstandsfraude'? Of gaat het hierbij om iets anders?

Toelichting: De partner zonder inkomsten heeft recht op zijn/haar 'Algemene Heffingskorting'. Vraagt hij/zij deze aan en krijgt hij/zij deze uitbetaald, dan zijn er extra inkomsten die vanuit SZ gezien, moeten worden opgegeven en gekort op de gezinsuitkering. Gaat het om ongehuwd samenwonenden, dan zou de partner zich op het standpunt kunnen stellen dat hij/zij niet de beschikking heeft over de gezinsuitkering (komt immers niet op zijn/haar rekening binnen) en ook niets hoeft op te geven aan SZ, omdat hij/zij geen cent ontvangt van SZ. SZ zal korten op de gezinsuitkering van de partner, maar o.i. niet op voorhand: De 'Algemene Heffingskorting' zou immers door SZ al meteen verrekend worden? (Brochure SZW blz. 30) Geeft de ontvanger van de rechtstreeks uitbetaalde 'Algemene Heffingskorting' via het inkomstenformulier niets op en zwijgt tegenover de partner die de gezinsuitkering ontvangt, dan pleegt laatstgenoemde onbewust 'bijstandsfraude'.

Of zit hier juridisch gesproken tussen SZ en de Belastingdienst een 'gat' waarbij het dan zo zou kunnen zijn dat de gezinsuitkering niet gekort kan worden als de partner die niets op zijn rekening ontvangt zijn 'Algemene Heffingskorting' opvraagt?
En zo ja, is dan SZ wellicht bezig mensen 'de pas af te snijden' door haastig de gezinsuitkering te splitsen en beide de helft te betalen? (Waarbij ieders heffingskorting via het netto-bruto traject van beider uitkeringen wordt verdisconteerd.)

In afwachting van een schriftelijke reactie naar de Cliëntenraad toe, teken ik,

Met vriendelijke groet,

secretaris Ver. PEL


ONTVANGEN PER BRIEF D.D. 16-11-2000 VAN SOCIALE DIENST TER INFORMATIE T.B.V. HET CLIËNTENPLATFORM D.D. 20-11-2000: Antwoord Sociale Zaken.

Abw-gezinsuitkering en betalingswijze plus vragen over algemene heffingskorting

Voor een beschrijving van de situatie en de vragen wordt verwezen naar bijgevoegde brief van PEL.

Vraag 1:
Bij bijstandsverlening aan echtparen moeten die zaken worden onderscheiden:

De bijstand aan echtgenoten of daaraan gelijk te stellen personen wordt aan hen beiden gezamenlijk toegekend op een door hen gezamenlijk gedane aanvraag. De algemene bijstand wordt uitbetaald aan elk van beiden door de helft, dan wel op een gezamenlijk verzoek aan een van hen voor het geheel.
Tot zover de wettelijke bepalingen.

[Commentaar: Feitelijk zijn er echter legio gezinshuishoudens waarvan ofwel de man ofwel de vrouw de gezinsbijstand op zijn/haar rekening ontvangt.
Wellicht dat dit allerlei oorzaken heeft die in het verleden liggen, bv. iemand was eerst een eenoudergezin maar ging later samenwonen ed. Wat daar ook van zij, in de praktijk worden dan kennelijk de wettelijke bepalingen niet nageleefd door Sociale Zaken.]

De in de vraag vermelde "splitsing van bijstand op verzoek" is een werkwijze die met de oude ABW is verdwenen in 1996. Vanaf die tijd is het juist andersom: op verzoek wordt niet gesplitst.

[Commentaar: In de situaties waarbij of de man of de vrouw de gezinsbijstand op zijn/haar rekening ontvangt waar ik hierboven op doel, was geen sprake geweest van 'een verzoek om niet te splitsen'.]

Voor de belastingheffing is anders dan de bijstandsverlening de uitkering wel geïndividualiseerd: in de boeken van de belastingdienst komt elk van de echtgenoten/partners met de helft van de algemene bijstand voor, ook al is aan een van hen uitbetaald. Het betalen van de gehele bijstand op rekening van een van de partners betekent *niet* dat de partner op wiens rekening de (helft van de) bijstand niet wordt gestort geen belastbaar inkomen heeft.

[Commentaar: Zoals gesteld, deelde de Belastingtelefoon ons mee dat de partner zonder inkomsten recht heeft op uitbetaling door de belastingdienst (via een VVT) van zijn/haar 'Algemene Heffingskorting'. Dat zou o.a. het geval zijn indien een van de partners de gehele gezinsuitkering ABW op zijn/haar rekening ontvangt. De andere partner werd daarmee feitelijk gezien als zijnde 'zonder inkomsten'. Dit spoort niet met het antwoord van SZ.
De brochure "Bijstand en het nieuwe belastingstelsel" van het ministerie SZW stelt op blz. 29 o.a.: "Heeft u een lagere bijstandsuitkering (dan ong. ¦560,- of meer) dan kan uw algemene heffingskorting niet volledig verrekend worden. In dit geval moet u het Verzoekformulier Voorlopige Teruggaaf invullen dat verkrijgbaar is bij de Belastingdienst en de Sociale Dienst."]

Vraag 2 en 3:
Over het punt van uitbetaling van algemene heffingskorting door niet- of weinig verdienende partner is veel onduidelijkheid. Niet als er sprake is van twee inkomens uit werk, wèl als er sprake is van een laag inkomen uit werk in combinatie met bijstand.
Als de weinig verdienende partner niet de gehele algemene heffingskorting via de werkgever kan laten vergelden, kan het niet vergolden deel worden benut bij de berekening van de belasting over de uitkering. Zou men kiezen voor uitbetaling, dan zou de uitbetaling worden verrekend, waardoor er een financieel probleem ontstaat. In een dergelijke situatie moet de algemene heffingskorting niet worden uitbetaald. Als bij werkenden de algemene heffingskorting aan de minstverdienende wordt betaald en men komt in de bijstand moet zo spoedig mogelijk de Belastingdienst worden verzocht om de betaling te staken.

[Commentaar: In feite interpreteer ik het antwoord zo, dat de niet- of weinig verdienende partner gewoon recht heeft op de 'Algemene Heffingskorting'. Kan werkgever bij die partner met een klein deeltijdbaantje niet de hele 'Algemene Heffingskorting' kwijt in het bruto-netto traject van de loonbetaling, dan blijft er een stukje 'Algemene Heffingskorting' over. Dat stukje kan dan worden gebruikt bij de reconstructie van de Jaaropgave van SZ waarbij vanaf netto de bruto jaaruitkering wordt berekend.
Blijf ik zitten met de vraag waar dan de 'Algemene Heffingskorting' blijft van de partner met de (aanvullende) bijstandsuitkering. Zie verder commentaar op antwoord SZ op vraag 4.
Overigens doet me dit verhaal denken aan huidige situaties van aanvullende bijstand en een baantje waarbij SZ wil dat de tariefgroep (bv. tariefgroep 2) door de werkgever wordt benut, zodat werkgever netto het meest betaalt, opdat de *aanvullende* netto bijstand het minst hoeft aan te vullen. Ik meen dat daar een handigheidje op was bedacht door tegen de baas te zeggen: "Zet mij maar in tariefgroep nul." Dan betaalde je teveel belasting en moest SZ netto een hoger bedrag aanvullen en ik meen dat je dan weer iets terug kreeg qua teveel betaalde *Inkomstenbelasting* in plaats van dat SZ dat geld inpikte...
Of dit verhaal precies klopte weet ik niet; ik heb me hier nooit intensief in verdiept.
Dat SZ stelt: "Zou men kiezen voor uitbetaling, dan zou de uitbetaling worden verrekend" lijkt te kloppen: De brochure van SZW stelt immers: "Als u alleen bijstand en dus geen loon of een andere uitkering ontvangt, dan verrekent de Sociale Dienst daarbij de algemene heffingskorting." En dat m.i. bij de partner die de gezinsbijstand op zijn/haar rekening ontvangt.
Maar wat is dan het financieel probleem?
Toegegeven, het is wat omslachtig, maar de betaling op basis van de VVT is even hoog als de korting. Het probleem zit eerder in het niet synchroon lopen van de SZ-betaling en de VVT-betaling van de belastingdienst. Het advies van SZ: "... en men komt in de bijstand moet zo spoedig mogelijk de Belastingdienst worden verzocht om de betaling te staken" lijkt toch ingegeven te zijn met het oog op de fraudegevoeligheid of de eventuele discrepantie op dit punt tussen regelgeving SZ en regelgeving Belastingdienst? Zie het fictieve voorbeeld in onze brief bij vraag 5.]

Vraag 4:
De algemene heffingskorting kan altijd maar één maal worden verdisconteerd, ook in het wat vreemde netto-bruto-traject van de bijstand.

[Commentaar: Bij een 'ouderwets' gezin werkt de man betaald en doet de vrouw onbetaald werk thuis. Ik begreep: De algemene heffingskorting is *individueel*. De vrouw kan haar heffingskorting rechtstreeks aan haarzelf laten uitbetalen door een 'Verzoek Voorlopige Teruggave' in te dienen.
Let wel: *haar* algemene heffingskorting, de heffingskorting van de man wordt door de werkgever verrekend bij het bruto-netto traject voor de loonbelasting, net als nu nog de belastingvrije som. Man raakt in de bijstand en krijgt gezinsbijstand op zijn rekening. Nu plotseling zijn er geen twee heffingskortingen maar nog slechts één?
En de vrouw heeft het nakijken en als ze toch haar algemene heffingskorting rechtstreeks laat uitbetalen, wordt de man gekort? En als tijdens de betaalperiode aan haar, haar man in de bijstand raakt, wordt zij vriendelijk maar dringend verzocht door SZ om aan de Belastingdienst te vertellen: Stop die uitbetaling aan mij! Want dat is feitelijk wat SZ stelt.
Kortom: Is er bij gezinsbijstand aan per definitie 2 personen maar 1 algemene heffingskorting maar bij mensen met betaald werk 1 korting per persoon?
Net zoiets alsof je samen met een collega maar 1 salaris zou krijgen van de baas; een salaris dat op 2 namen staat?]

Vraag 5:
Er is geen verband.

[Commentaar: Zie de toelichting bij vraag 5; een fictief fraudegeval.
Fictief: Het is nog geen 1-1-2001. Alsdan zou de bestandsuitwisseling SZ/Belastingdienst dit aan het licht hebben gebracht. Ook vraag 1 en 4 zijn relevant. De Belastingdienst stelde in verband met haar opmerking dat bij de betaling van 1 ABW-gezinsuitkering de algemene heffingskorting 2 maal verdisconteerd moest worden, dat alle Sociale Diensten vanaf 1-1-2001 de gezinsuitkering ABW gaan splitsen in 2 halve uitkeringen: Elke partner krijgt de helft uitbetaald. Typisch dat SZ nu haast maakt met uitvoering van de wettelijke bepalingen op dit punt, bepalingen die al volgens SZ golden vanaf invoering van de nieuwe ABW...]

Einde reactie Sociale Zaken op vragenbrief PEL Commentaar tussen [].


Tenslotte: Het is de bedoeling om vragenbrief plus reactie SZ ook even om commentaar voor te leggen aan de Belastingdienst Particulieren.

Algemeen: Al dit gedoe met heffingskortingen en bijstand was te voorkomen geweest als men tegelijk met de belastingherziening 2001 van de bijstand een BRUTO uitkering had gemaakt en een ieder zijn/haar heffingskortingen had laten vragen zonder deze weer te korten. Het sectorhoofd van SZ hier noemde dit van Vermeend: "Een gemiste kans" en daar geef ik hem gelijk in.

secretaris Ver. PEL