Onderwerp: Schriftelijke vraag inzake aan sociale zaken inzake ABW en naamswijziging

Leeuwarden,6-11-2000

L.S.,

Op de laatste vergadering van de Cliëntenraad werd afgesproken dat 'losse vragen' t.b.v. de rondvraag voortaan ook schriftelijk gesteld konden worden, zodat Sociale Zaken ook schriftelijk kan antwoorden. Vragen en antwoorden kunnen dan bij de stukken worden gevoegd voor de volgende vergadering van de Cliëntenraad.

Bij deze willen wij de volgende schriftelijke vraag voorleggen aan Sociale Zaken. Het betreft geen hypothetische vraag, maar een praktijkgeval.

Kwestie: Een vrouw ontvangt een ABW-uitkering voor een gezin. Zij woont op dat moment samen. Op een gegeven moment wordt de samenwoning omgezet in een huwelijk. O.i. heeft volgens de wet de vrouw het recht om te kiezen ofwel haar eigen naam te blijven voeren (bv. mw. Veenstra) ofwel om de naam van haar man te gaan voeren, bv. mw. Jansen-Veenstra.
Zij vraagt of Sociale Zaken haar achternaam wil wijzigen. Zij ontving het volgende antwoord:

"U heeft doorgegeven uw achternaam te willen wijzigen. Dit is zowel systeemtechnisch als administratief niet mogelijk.
Uw achternaam is gekoppeld aan uw cliëntnummer. Tevens bent u hoofduitkeringsgerechtigde.
De inkomstenverklaring hoeft, zolang meneer x (geanonimiseerd) nog geen verblijfsvergunning heeft, niet de inkomstenverklaring te ondertekenen.

[Opm. secr. P.E.L.: Dit staat er letterlijk.]
Hieruit volgend kunt u bij de vraag hebt u een partner op het moment het vakje nee aankruisen." Einde citaat.

VRAAG 1: Waarom weigert Sociale Zaken het verzoek om naamswijziging als de wet het mogelijk maakt voor een gehuwde vrouw om de naam van haar man te voeren?

N.B.: In onze optiek mogen systeemtechnische en administratieve redenen niet worden aangevoerd om dergelijk verzoek te weigeren. Wij vinden dat 'het zich verschuilen achter de computer'. De computer moet volgen en niet 'de leiding' hebben.

VRAAG 2: Waarom zou het argument "U bent hoofduitkeringsgerechtigde" de naamswijziging ook in de weg staan?

N.B.: In onze optiek draagt de 'hoofduitkeringsgerechtigde' voortaan een andere naam; meer niet.

VRAAG 3: Gesteld wordt dat betrokkene op de inkomstenverklaring bij de vraag: "Hebt u een partner?" het vakje 'nee' kan aankruisen.

a. Is degene met wie zij is gehuwd maar (nog) geen verblijfsvergunning heeft ja/nee een 'partner' in de zin van de ABW?

b. Is de mededeling van de medewerker van SZ op dit punt feitelijk wel correct?
Betrokkene heeft nl. feitelijk wel 'een partner' met wie zij een duurzame gemeenschappelijke huishouding voert, of hij nu een verblijfsvergunning heeft of niet.
Leidt het aankruisen van 'nee' bij deze vraag niet tot het geven van onjuiste inlichtingen, cq. bijstandsfraude en leidt het tevens niet tot de constatering dat haar uitkering (gezinsuitkering) moet worden gewijzigd in hetzij een alleenstaandenuitkering hetzij in een uitkering voor een eenoudergezin? (Dit dan bv. na een 'heronderzoek'.)

In afwachting van een schriftelijke reactie naar de Cliëntenraad toe, teken ik,

Met vriendelijke groet,

secretaris Ver. PEL


Ontvangen van Sociale Zaken d.d. 16-11-2000: Schriftelijke reactie op vragenbrief Ver. PEL

Beantwoording vragen Vereniging PEL

Naamwijziging bij de Abw

Voor een beschrijving van de situatie en de vragen wordt verwezen naar bijgevoegde brief van PEL.

Vraag 1:
Sociale Zaken sluit bij de tenaamstelling aan bij de naam waaronder betrokkene bekend is bij Burgerzaken van de gemeente. Als de naam wordt gewijzigd bij Burgerzaken, om welke reden dan ook, heeft dat consequenties voor de tenaamstelling die Sociale Zaken gebruikt. Als naam wijzigt, wijzigt het dossiernummer ook. Dat is administratief vervelend, maar het mag niet zo zijn dat het dossiernummer een dermate vast gegeven is dat een eventuele wijziging in de tenaamstelling in de weg staat.
Zolang de wens van cliënte nog niet bij Burgerzaken is verwerkt, behoeft Sociale Zaken ook niet tot wijziging over te gaan.

[Commentaar: In het specifieke geval toonde persoon in kwestie ons een uittreksel van Burgerzaken met daarop behalve haar eigen (meisjes)naam haar 'aanspreeknaam' ofwel de naam van haar man waarmee ze eerst samenwoonde en later gehuwd was.
Zolang SZ in haar reactie de volgorde van de gebeurtenissen omkeert, zoals zij doet door te stellen: "Zolang de wens van cliënte nog niet bij Burgerzaken is verwerkt..." , zal het wel modderen blijven op dit punt.
Gewoon de inkomstenverklaring ondertekenen met de nieuwe naam, zou ik zeggen en laat de soos maar opkomen met haar geëtter...]

Vraag 2:
Ook het feit dat iemand hoofduitkeringsgerechtigde is, kan een wijziging in de tenaamstelling niet in de weg staan.

[Commentaar: Dat is fijn om te horen, maar gezien het antwoord op een vraag in een van de twee andere vragenbrieven over het splitsen van de gezinsuitkering als zijnde 'standaard' bij de nieuwe Abw, vraag ik me af, wat onder 'hoofduitkeringsgerechtigde' moet worden verstaan.]

Vraag 3:
Iemand moet op het inkomstenformulier de vraag naar het hebben van een partner bevestigend beantwoorden als iemand gehuwd of ongehuwd met een ander een gemeenschappelijke huishouding voert. Dat staat ook in de toelichting op de achterzijde van het inkomstenformulier. Het gaat om de feitelijke woonsituatie. De vraag of die partner dan ook uitkeringsgerechtigd is, wordt later, na nader onderzoek, beantwoord en is op het moment van invulling niet aan de orde.

Het is overigens best voorstelbaar dat in overleg met de contactpersoon wordt aangeraden aan te geven dat er geen partner is, zodra duidelijk is dat de partner geen uitkeringsrechten heeft. Fraude hoeft nooit te ontstaan want in de toelichting op het inkomstenformulier staat dat in geval van twijfel over de juiste invulling contact moet worden opgenomen met de contactpersoon.

[Commentaar: Vraag 3a waarin wordt gevraagd of iemand met wie betrokkene is gehuwd, maar die nog geen verblijfsvergunning heeft, een 'partner' is in de zin van de Abw, wordt in feite inconsistent beantwoord: Het heet dat de feitelijke woonsituatie beslissend is (dus wel 'partner') maar geen partner opgeven kan ook als de contactpersoon dat zegt, omdat de 'partner' toch geen uitkeringsrechten heeft. Het woord 'verblijfsvergunning' als criterium wordt niet direct aangevoerd.
De toelichting op de achterzijde van het inkomstenformulier stelt: "Partners zijn gehuwde of ongehuwde personen van gelijk of verschillend geslacht, die samen een gemeenschappelijke huishouding voeren. Alle personen kunnen elkaars partner zijn, behalve (pleeg)ouders en kinderen. Of Sociale Zaken u als partners beschouwt hangt uiteraard van de feitelijke woonsituatie af."
Er staat tevens: "Als u niet weet hoe u dit formulier in moet vullen, belt u dan met uw contactpersoon. Geeft u met dit formulier namelijk onjuiste informatie, ook al doet u dat niet opzettelijk, dan pleegt u fraude! Sociale Zaken kan u in zo'n geval een boete opleggen of aangifte doen bij justitie." Einde citaat.

Neem ik dit alles letterlijk, dan doe je het in deze situatie altijd fout:
Vrouw plus kinderen vormen een-ouder gezin en ze gaat samenwonen met iemand zonder verblijfsvergunning. De feitelijke woonsituatie: Ze heeft wel een 'partner'. Dat geeft ze op. Dus: Een gezinsuitkering. Maar: De partner heeft geen recht op een uitkering (geen verblijfsvergunning). M.a.w.: Geen gezinsuitkering, maar uitkering voor eenoudergezin. Vrouw heeft dus 'gefraudeerd' en ten onrechte teveel bijstand gehad.
Ander scenario: Vrouw overlegt met contactpersoon: Invullen: "Geen partner" zegt contactpersoon. Man heeft immers geen recht op uitkering. Maar "uiteraard hangt van de feitelijke woonsituatie af" of SZ hen als 'partners' beschouwt. Feitelijke woonsituatie: Ze wonen samen en geen 'partner' opgegeven. Uiteraard heeft contactpersoon advies niet schriftelijk bevestigd en buren bellen soos: 'Vrouw woont 'stiekum' samen... Contactpersoon heeft acuut geheugenverlies (Toegeven dat hij haar dat advies gaf, ho maar..) en vrouw heeft feiten verzwegen... Bijstandsfraude dus.
Conclusie: Als SZ rot wil doen, zit vrouw altijd fout...]

Einde schriftelijke reactie SZ op vragenbrief Ver. PEL
Commentaar tussen [].