Op 10/9/2004 werd de volgende brief verzonden aan het College van B. en W. in het kader van de procedure dat vanaf 1/9/2004 de Concept-Verordeningen die gemaakt moeten worden i.h.k. van de WWB vier weken ter inzage liggen voor belanghebbenden en dat tot uiterlijk 29/9/2004 zij hun 'zienswijze' kunnen geven aan het College van B. en W.
VERENIGING PLATFORM EEN- EN TWEEPERSOONSHUISHOUDENS LEEUWARDEN
POSTBUS 2602 8901 AC LEEUWARDEN TELEFOON: 058-2671636
E-mail: root@pel.xs4all.nl URL website: http://clik.to/pel
====================================================
AAN HET COLLEGE VAN B. EN W.
T.a.v. de Sector Werk en Inkomen
POSTBUS 21000
8900 JA LEEUWARDEN
Onderwerp:
- ZIENSWIJZE Boeteverordening WWB
inzake verplichtingen op grond van
de Wet Inburgering Nieuwkomers
ZIENSWIJZE
Leeuwarden,10/9/2004
in de gemeentelijke rubriek in
het blad Huis aan Huis van 1/9/2004 heeft u gemeld dat
belanghebbenden tot uiterlijk 29/9/2004 hun 'zienswijze' bij u
kenbaar kunnen maken inzake alle ter inzage gelegde concept-Verordeningen
(6 stuks) die gemaakt moeten worden in verband
met de Wet Werk en Bijstand.
De vereniging P.E.L. meent op grond van haar statutaire doelstellingen dat zij belanghebbende is.
Bij deze delen wij u mee, dat onze 'zienswijze' waarover wij
tevens advies van derden-organisaties hebben ingewonnen,
inzake de WWB-Boeteverordening nieuwkomers i.h.k. van de Wet
Inburgering Nieuwkomers als volgt luidt:
Ter oriëntatie: Wat is een nieuwkomer?
De Wet Inburgering Nieuwkomers zegt hierover:
"Artikel 1 lid 1: In deze wet en de daarop berustende
bepalingen wordt verstaan onder:
a. nieuwkomer:
1.,
De vreemdeling die in Nederland rechtmatig verblijf heeft op grond van een verblijfsvergunning voor bepaalde tijd als bedoeld in artikel 14 en artikel 28 van de Vreemdelingenwet 2000, die de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en die voor de eerste keer in Nederland is toegelaten, behoudens degene die hier voor een tijdelijk doel verblijft, tenzij hij behoort tot een bij regeling van Onze Minister voor Grote Steden- en Integratiebeleid aan te wijzen categorie van
vreemdelingen, en behoudens degene die op grond van bepalingen van verdragen of van besluiten van volkenrechtelijke
organisaties niet verplicht kan worden aan een
inburgeringsprogramma deel te nemen, en
2.,
de Nederlander die geboren is buiten Nederland, de leeftijd van achttien jaar heeft bereikt en voor de eerste keer in Nederland ingezetene in de zin van de wet gemeentelijke
basisadministratie persoonsgegevens is;". Einde citaat.
Algemene opmerking over de wettekst:
Het Landelijke Bureau ter Bestrijding van Rassendiscriminatie stelt:Algemene opmerkingen over de Boeteverordening Wet inburgering nieuwkomers:
1. Met een boetesysteem bevorder je geen inburgering. Het gaat uit van een negatieve houding ("Nieuwkomers willen niet
inburgeren, we moeten ze verplichten.")
Die houding is
ongegrond. Mensen willen zich kunnen redden in de omgeving waar ze leven en zullen daarom altijd in zekere mate
inburgeren. De overheid heeft een zeer beperkte kijk op
inburgeren. Zij ziet vaak alleen het hebben van een baan, als teken van een geslaagde inburgering. Want wie krijgt er straks een boete voor het slecht inburgeren? Dat zijn de nieuwkomers die niet naar de verplichte cursus gaan en die een
bijstandsuitkering hebben. De nieuwkomer met een baan, zal heus geen boete krijgen omdat zij/hij hierdoor geen tijd heeft voor de cursus.
2. Afgelopen voorjaar presenteerde het kabinet de
Contourennota Herziening Inburgeringsstelsel die uiteindelijk moet uitmonden in een nieuwe wet inburgering, die op zijn vroegst juni 2005 in werking treedt.
Een opvallend element hierin is, dat een nieuwkomer zijn eigen inburgeringscursus moet betalen, maar als hij binnen drie jaar het diploma haalt het geld weer terug krijgt. Een cursus kost al gauw een aantal duizenden euro's.
Verplicht inburgeren gaat dan ook gelden voor 'oudkomers'.
Waar moeten nieuwkomers al dan niet in de bijstand en
oudkomers met weinig geld die duizenden euro's vandaan halen om die cursus te betalen?
Ook de VNG denkt dat migranten met een minimuminkomen de kosten voor de inburgeringscursus niet kunnen opbrengen.
Resultaat is uiteraard dat velen niet naar cursus gaan, waarop vervolgens de gemeente hen een 'bestuurlijke boete' gaat
opleggen en daarna moet constateren dat van een kale kip niets te plukken valt?!
Kortom: Wat is en wordt straks het realiteitsgehalte van deze Verordening?
Opmerkingen over de Verordening zelf:
A. Artikel 3 lid 1 verwijst naar een aantal verplichtingen voor de nieuwkomer zoals opgenomen in de WIN.
Voorbeeld 1: Verwezen wordt o.a. naar artikel 2 lid 1 van de WIN.
Daar staat dat een nieuwkomer zich moet melden voor het houden van een inburgeringsonderzoek met een door hem ingevuld
aanmeldingsformulier.
Hoogte van de bestuurlijke boete: 20 procent van de
bijstandsnorm.
Bij de Maatregelenverordening Wet werk en bijstand worden in artikel 10 een aantal gedragingen in strijd met de WWB in groepen ingedeeld al naar de ernst van de gedragingen en in artikel 11 worden deze gedragingen groepsgewijs vervolgens gekoppeld aan een bepaalde procentuele verlaging van de bijstandsuitkering.
Artikel 10 lid 1a sub 1 geeft een gedraging van de eerste categorie, nl. het zich niet tijdig laten registreren als werkzoekende. Volgens artikel 11 lid 1 sub a hoort hier een verlaging van de uitkering bij van 5 procent gedurende 1 maand.
Wij vinden deze situatie toch wel erg lijken op de situatie waarin een nieuwkomer zich niet meldt met een aanmeldingsformulier voor een inburgeringscursus.
Laatstgenoemde loopt echter een bestuurlijke boete op van 20 procent.
N.B.: Het gaat bij de Boeteverordening om een bestuurlijke boete; het gaat bij de Maatregelenverordening om een verlaging van de bijstandsuitkering, maar inhoudelijk gaat het gewoon om geld dat men hetzij moet betalen, hetzij niet krijgt.
Het gaat ons erom dat we vinden dat het principe gehanteerd moet worden dat bij een vergelijkbare zwaarte van de overtreding van de WIN of de Maatregelenverordening de resp. boete of korting even hoog moet zijn.
Voorbeeld 2: Artikel 3 Boeteverordening stelt dat overtreding van artikel 4, vierde lid WIN, leidt tot een bestuurlijke boete. Daar staat in, dat de nieuwkomer zijn medewerking moet verlenen aan het inburgeringsonderzoek. Zo niet: 20 procent bestuurlijke boete. (Van het voor hem geldend bijstandsniveau)
Naar onze mening lijkt dit nogal op artikel 10 lid b sub 2, van de Maatregelenverordening waarin het niet of in
onvoldoende mate meewerken aan een onderzoek naar de
mogelijkheden tot arbeidsinschakeling of scholing via artikel 11 lid 1 sub b leidt tot een verlaging van de uitkering met 10 procent, ofwel een maatregel van de tweede categorie.
Heeft een nieuwkomer bijstand, dan blijft een bestuurlijke boete achterwege als *voor dezelfde gedraging* een maatregel, in de vorm van een verlaging van de bijstand is opgelegd, zo stelt artikel 5 van de Boeteverordening.
Dit is het anti-cumulatie artikel, maar dit werkt maar ten dele omdat het in artikel 5 gaat om *dezelfde gedraging*.
Deelt u onze mening niet t.a.v. bovenstaande voorbeelden inzake de vergelijkbaarheid of anders gezegd: Zou u in zijn algemeenheid van oordeel zijn dat de boetewaardige
overtredingen van de artikelen in de WIN, waarnaar artikel 3 van de Boeteverordening verwijst, niet vergelijkbaar zijn met de gedragingen zoals omschreven in artikel 10 van de
Maatregelenverordening, dan heeft de nieuwkomer met een
bijstandsuitkering een probleem.
Voorbeeld: De nieuwkomer verzuimt zijn werkzoekenden
registratie bij het CWI te verlengen: Artikel 10 lid sub 1 is van toepassing evenals artikel 11 lid 1a van de
Maatregelenverordening: 5 procent verlaging van zijn
bijstandsuitkering.
Tevens overtreedt hij bv. artikel 10 lid 3 van de WIN: Legt geen toets af bij de door hem gevolgde inburgeringscursus. Via artikel 3 en 4 van de Boeteverordening leidt dit tevens tot een boete van 20 procent van het voor hem geldende
bijstandsniveau.
Resultaat: WWB-uitkering 5 procent omlaag en een te betalen boete van 20 procent van zijn normale WWB-bedrag qua uitkering.
M.a.w.: Het anti-cumulatie artikel werkt niet omdat het niet als *dezelfde gedraging* wordt gezien.
Heeft de nieuwkomer geen bijstand, dan treft hem/haar altijd 20 procent bestuurlijke boete bij de eerste overtreding van de in artikel 3 Boeteverordening genoemde artikelen in de WIN. Elke nuance of differentiatie ontbreekt. Indien de nieuwkomer bijstand had gehad, had in sommige gevallen het anti-cumulatie artikel van toepassing geweest en had hij/zij wellicht minder geld hoeven in te leveren. Dit leidt tot ongelijke behandeling van nieuwkomers met of zonder bijstandsuitkering in voorkomende gevallen.
B. Artikel 18 lid 6 van de WIN stelt: "De bevoegdheid tot het opleggen van een boete vervalt twee jaar nadat de overtreding is begaan." Einde citaat.
C. Artikel 18 lid 2 van de WIN stelt: "De hoogte van de boete wordt afgestemd op de ernst van het feit, de omstandigheden waarin de nieuwkomer verkeert, en de mate van verwijtbaarheid." Einde citaat.
Wij zagen terwille van de duidelijkheid naar burgers toe bovenstaande artikelen graag overgenomen in de Boeteverordening. Dit is nu niet het geval. Gesteld zou kunnen worden dat dit niet nodig is omdat dit al in de WIN staat, maar nergens staat dat het niet toegestaan is dit tevens ook even in de Verordening te zetten.
Artikel 6 lid 3 zou eventueel kunnen worden vervangen door de tekst van artikel 18 lid 6 van de WIN, zoals hierboven geciteerd.
Ons advies aan Raad, Commissie Welzijn en aan het College is:
Inzake punt A: Tracht naar analogie van de
Maatregelenverordening artikel 4 lid 1 van de Boeteverordeningen ook te categoriseren op basis van de ernst van de overtreding van de WIN.
Het gaat om de WIN-artikelen zoals opgesomd in artikel 3 van de Boeteverordening.
Door alle boetewaardige gedragingen te categoriseren op 20 procent boete van het voor hem/haar geldend bijstandsniveau wordt o.i. bovendien geen of in onvoldoende mate recht gedaan aan artikel 18 lid 2 van de Wet Inburgering Nieuwkomers.
Hieruit maken we namelijk op dat er wel degelijk vrijheid bestaat om de ernst van verschillende feiten 'te wegen'.
Inzake punt B: We adviseren om de tekst van artikel 18 lid 6 van de WIN letterlijk over te nemen in de Verordening.
Inzake punt C: We adviseren om de tekst van artikel 18 lid 2 letterlijk over te nemen in de Verordening en het bestaande artikel 6 lid 3 te schrappen.
In de hoop dat u aan onze zienswijze serieus aandacht zou willen schenken, teken ik, mede namens het Dagelijks Bestuur,
met vriendelijke groet,
secretaris Ver. P.E.L.