Ontvangen d.d. 26/2/2004 van individueel lid Cliëntenraad Margreet van der Laan:
Definitieve versie brief Cliëntenraad over "Werken met behoud van uitkering" in de Wet Werk en Bijstand. Hieronder volgt de complete tekst:
Begin december 2003 bracht de cliëntenraad een algemeen advies uit aan Gemeenteraad en College t.a.v. de uitvoering van de Wet Werk en Bijstand (WWB). In aanvulling hierop willen wij nu uitgebreider adviseren met betrekking tot een specifiek onderdeel hiervan, waarover op dit moment binnen uw gelederen wordt nagedacht, namelijk 'het werken met behoud van uitkering'.
Voor alle duidelijkheid, het gaat hier om de vraag welke voorzieningen
de gemeente verkiest in te zetten ter bevordering van
arbeidsinschakeling en /of sociale activering van
uitkeringsgerechtigden.
De WWB geeft gemeenten nogal wat beleidsvrijheid om te bepalen of zij
in deze gebruik wenst te maken van de optie 'werken met behoud van
uitkering' dan wel 'gesubsidieerde arbeid'. Gaat de gemeente
uitkeringsgerechtigden verplichten om zonder loonbetaling op een door de
gemeente aangewezen plaats arbeid te verrichten met behoud van uitkering
of kiest men voor het alternatief 'gesubsidieerde arbeid', waarbij
sprake is van een inkomen op loonniveau, een cao en een arbeidscontract.
De cliëntenraad is van mening dat er aan de optie 'werken met behoud van uitkering' grote bezwaren kleven van zowel juridische als sociaal-politieke aard.
Juridische bezwaren:
- Allereerst zou getoetst moeten worden hoe deze optie zich
verhoudt tot het Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de
Mens en de fundamentele vrijheden. Artikel 4 verbiedt 'verplichte
arbeid', zowel met als zonder loonbetaling.
- En in de Universele Verklaring van de Rechten van de mens
(Verenigde Naties) worden in artikel 23 lid 1 t.e.m. 3 de rechten op
vrije keus van beroep, gelijk loon voor gelijke arbeid en rechtvaardige
en gunstige arbeidsvoorwaarden genoemd.
- Het arbeidsrecht stelt dat, als de feitelijke situatie niet
wezenlijk verschilt van een situatie waarbij sprake is van een
dienstbetrekking, de betrokkene via de rechter loonbetaling kan
afdwingen.
Hierbij worden vier maatstaven gehanteerd:
- een persoonlijke arbeidsverplichting,
- een gezagsverhouding,
- betaling van een zeker bedrag dat als loon beschouwd kan worden,
- aan genoemde maatstaven wordt een zekere tijd voldaan.
- Tenslotte wordt in de WWB (zie o.a. de M.v.T.) aan de optie
'werken met behoud van uitkering' een aantal uitdrukkelijke voorwaarden
verbonden, waaronder: - de noodzaak om arbeidservaring op te doen i.v.m.
uitstroom naar regulier werk, - een individueel afgestemd en begeleid
reïntegratietraject en - een beperking in tijdsduur tot + een half
jaar.
Dit impliceert o.a. dat het collectief opleggen van onbetaalde arbeid
wordt verboden.
Sociaal-politieke bezwaren:
- Bij een ruimhartige gebruikmaking van 'werken met behoud van
uitkering' bestaat het gevaar dat geleidelijk aan de 'tewerkstelling van
uitkeringsgerechtigden' weer als een algemeen geaccepteerde praktijk
beschouwd gaat worden. Dit zou de rechtspositie van
uitkeringsgerechtigden jaren terugzetten en hen opnieuw tot tweederangs
burgers maken.
- Invoering van het idee is in strijd met het uitkeringsprincipe:
Een bijstandsuitkering is geen loon.
Werk dient gehonoreerd te worden met loon.
- Invoering tast op termijn het minimumloon aan.
- Bedrijven en instellingen zijn niet gebaat bij ongemotiveerde
werknemers, die 'gestuurd worden' door de uitkeringsinstantie.
- Het is slecht voor het gevoel van eigenwaarde, het
zelfvertrouwen en de motivatie van mensen om te moeten werken zonder
gelijkwaardige beloning en arbeidsvoorwaarden. Dit is ook niet
bevorderlijk voor een optimaal reïntegratieproces.
De cliëntenraad meent dat er in het kader van 'gesubsidieerde arbeid'
goede alternatieven zijn voor 'werken met behoud van uitkering', waarbij
bovengenoemde bezwaren goeddeels vermeden worden.
De vrijgespeelde
uitkering kan hierbij worden ingezet als loonkostensubsidie, die wordt
afgebouwd naarmate de productiviteit van de werknemer toeneemt.
In
verschillende gemeenten wordt met een dergelijk systeem reeds ervaring
opgedaan (o.a. Amsterdam). Als voorbeeld noemen wij het Prohefsysteem.
Dit alternatief hoeft de gemeente ons inziens niet veel extra geld te
kosten, te meer omdat zij niet gekort wordt op het inkomensdeel van de
WWB na uitstroming van de ex-uitkeringsgerechtigde naar een reguliere
baan in de categorie lage inkomens, wat meestal het geval is. Bovendien
verwachten wij dat het rendement van een dergelijk alternatief qua
doelstelling beter zal scoren.
Kort samengevat adviseert de cliëntenraad u unaniem om bovengenoemde redenen:
* Geen gebruik te maken van de in de WWB (zij het onder voorwaarden) geboden mogelijkheid om 'werken met behoud van uitkering' in te zetten ter bevordering van arbeidsinschakeling en /of sociale activering.
* In plaats daarvan een nieuwe vorm van gesubsidieerde arbeid te benutten om deze doelen te bereiken.
Leeuwarden, 19 februari 2004
Relevante link: Advies Cliëntenraad Sociale Zaken over de Wet Werk en Bijstand.
Brief 2/12/2003 aan leden Commissie Welzijn.