INSPRAAKVERHAAL VAN INGE RODENHUIS VAN KOMITEE VROUWEN EN DE BIJSTAND OP VRIJDAG 14/11/2003 IN COMMISSIE WELZIJN.
ONDERWERP:
WET WERK EN BIJSTAND.


Wij ontvingen het volgende verhaal van een van de andere aangesloten organisaties (Komitee Vrouwen en de Bijstand) bij Vereniging De Horzel:


Aan de leden van de commissie Welzijn,
d.d. 14 november 2003

Geachte dames en heren,

"Werk moet"
"Voor wat hoort wat"
"Iedereen kan iets"

Dit soort bewoordingen boezemen mij angst in. Ik maak mij grote zorgen over het gemak waarmee dit wordt gezegd en hoe snel er wordt geoordeeld over mensen die geen betaald werk hebben.

Wie bent u, of iemand anders die mij niet kent om te zeggen wat ik wel of niet kan. Hoe weet ik dat mijn mogelijkheden en onmogelijkheden juist worden ingeschat? En kan dat gebeuren binnen een uur?

De wet werk en bijstand doet een beroep op de zelfstandigheid en verantwoordelijkheid van de burger en vanuit dat perspektief wordt ook gezegd dat iedereen iets kan. Nou, laat ik u uit de droom helpen: niet iedereen kan iets wanneer dat iets betaald werk is, of wanneer men gedwongen wordt tot iets, wat boven zijn of haar kunnen ligt.

In de meeste gevallen gaat het bij mensen die ingedeeld zijn in fase 4 om mensen die eigenlijk in de WAO of de Wajong hadden gemoeten en die dus wel degelijk arbeidsgehandicapt zijn. U moet hierbij denken aan ruwweg 50 tot 70 procent van de mensen in de bijstand.

De mensen om wie dit gaat willen wel maar kunnen gewoonweg niet. En dat niet kunnen wordt alleen maar groter naarmate er meer druk op hen wordt uitgeoefend. Met name wanneer er psychische componenten in het spel zijn dan moet men voorzichtig zijn met het stellen van eisen en voorwaarden waaraan men moet voldoen. Deze mensen hebben een evenwicht gevonden wat echter vaak wankel is, juist door druk op deze mensen uit te oefenen worden zij uit hun evenwicht gehaald. U moet hierbij ook denken aan de zogenaamde "sociale activering".
Hierbij zou ik u erop willen wijzen dat zelfs in de memorie van toelichting genoemd wordt dat sociale activering niet verplicht mag worden gesteld, indien dit niet leidt naar betaald werk.

Het commerciële aspekt van de reïntegratie bedrijven geeft daarbij de nodige zorg, mede doordat wij de indruk hebben dat er nogal kreatief kan worden omgegaan met de doelstellingen van reïntegratie en de eis dat het moet leiden naar betaald werk. Alleen op welke termijn? Ons zijn gevallen bekend waarin in wezen hetzelfde reïntegratie traject zich blijft herhalen zonder dat betaald werk in zicht komt. U kunt wel raden wie hier beter van wordt...

In de memorie van toelichting wordt niet uitgelegd wat wordt bedoelt met de kreet "Voor wat hoort wat". De populaire mening die bij sommige bestuurders en raadsleden in het land heerst, is: "Ze moeten maar wat doen voor hun uitkering". En wat houdt dat "doen" in? De straat schoonvegen voor 5 euro per dagdeel? Zodat de burger toch nog blij kan zijn met de anders overlast gevende junkies?

Of misschien dat over twee jaar in het kader van de nieuwe Zorgwet, waarvoor de gemeenten verantwoordelijk worden, iemand die zorg nodig heeft, verplicht wordt opgescheept met de buurman of buurvrouw, indien deze een bijstandsuitkering heeft? Degene die zorg vraagt moet namelijk eerst nagaan of hulp van de buren kan worden verkregen.
Nu is 1 plus 1 echter 2 en vervolgens kan buurman of buurvrouw zorg gaan verlenen "met behoud van uitkering". Zou dat nu worden bedoeld met "je verantwoordelijkheid nemen"?

Ik wil ervoor pleiten om de mensen die arbeidsgehandicapt zijn zelf de regie in handen te laten houden, door ze met rust te laten. Laat hen zelf het initiatief nemen indien zij aanspraak willen maken op een traject. Iemand weet zelf het beste wat hij of zij kan en met minder druk van bovenaf komen deze mensen verder.
U moet er echter rekening mee houden dat de bijstand in een deel van de gevallen permanent als een soort arbeidsongeschiktheidsuitkering zal moeten functioneren door de doorgedraaide formele hoge eisen die er aan de WAO of de Wajong worden gesteld.

Ik vraag u rekening te houden met deze groep mensen, omdat zij het zwaarst worden getroffen onder de nieuwe wet werk en bijstand oftewel de wet water en brood.