Zie ook "Bijstandswet werkt niet goed." Bijbaantje en aanvullende bijstand: Vreemde verrekening vakantiegeld werkgever.
Ingezonden brief van een gedupeerde in de Leeuwarder Courant van 27/6/2003.
VERENIGING PLATFORM EEN- EN TWEEPERSOONSHUISHOUDENS LEEUWARDEN
**********************************************
POSTBUS 2602 8901 AC LEEUWARDEN
************************************
TELEFOON: 058-2671636 E-mail: root@pel.xs4all.nl
Website URL: http://clik.to/pel
Onderwerp:
- Memo met toelichting
op de uitkeringsspecificaties
Leeuwarden,22/7/2003
op het laatste overleg tussen de Cliëntenraad en de
afdeling Sociale Zaken op 26/6/2003 is o.a. het Memo aan de orde geweest
met daarin een toelichting op de uitkeringsspecificaties, zoals SZ
voortaan wil verstrekken.
Tijdens dat overleg werd afgesproken dat,
indien men vragen had, men deze schriftelijk zou stellen aan de afdeling
Voorlichting en wel voor 31/7/2003.
Uw reactie zullen wij t.z.t. weer doorsturen naar het Overlegorgaan
Cliëntenraad/Sociale Zaken zodat alle deelnemers aan het Overleg hier
kennis van kunnen nemen.
Allereerst willen wij benadrukken dat we het een goede zaak vinden dat
thans bij de maandelijkse overzichten van de inkomsten een toelichting
beschikbaar is.
Bij het bekijken van de gegeven voorbeelden rezen bij ons echter wel
enige vragen die wij bij deze aan u willen voorleggen:
Over het eerste voorbeeld van een uitkeringsspecificatie, een eenoudergezin in de bijstand met een bijbaantje:
A. Vakantietoeslag: De toelichting stelt dat bij een inkomen uit loondienst vakantietoeslag wordt berekend en dat deze vakantietoeslag wordt gekort op de door SZ gereserveerde vakantietoeslag. Dit verhaal klopt niet met het eerste voorbeeld:
Norm plus toeslag is A plus B is EUR 1023,27. Het voorbeeld heeft
betrekking op de maand mei 2003. Zonder bijbaantje was dat de uitkering
geweest.
De gereserveerde vakantietoeslag die daar bij in zit, is
EUR 48,10 (Gegevens SZ per 1/4/2003 in blad Huis aan Huis 2/4/2003) Het
vakantiegeldpercentage van 4,7 procent berekend over EUR 1023,27 is
tevens EUR 48,10
F bestaat uit (C plus D plus 8 procent over C plus D) plus E is:
EUR 134,94 (C) plus EUR 125,00 (D) plus 8 procent over C plus D is 8
procent over EUR 259,94 is EUR 20,79 plus EUR 112,33 (E) is EUR 393,07
Dit bedrag wordt van de uitkering afgetrokken. Hier zit bij inbegrepen:
8 procent over C plus D is EUR 20,79 vakantietoeslag zoals berekend over
de looninkomsten.
Vraag: Als de totale vakantietoeslag EUR 48,10 (volle uitkering) is en daarop wordt gekort de VT uit loondienst is EUR 20,79, waarom is de reservering vakantiegeld (G) dan EUR 34,90 en niet EUR 27,31 ?
Volgens de toelichting bij G wordt de vakantietoeslag van SZ zelf (G)
berekend uit:
Volle uitkering min inkomsten uit arbeid min geschatte
inkomsten uit arbeid min 8 procent over de inkomsten uit arbeid.
B. De aftrek van 8 procent vakantietoeslag over de inkomsten uit arbeid van de uitkering:
Dit bedrag heeft men niet werkelijk ontvangen van de werkgever, maar
wordt pas in de maand mei van het jaar daarop uitbetaald.
Een heffingskorting van de belastingen die bijvoorbeeld niet wordt
aangevraagd, maar waarop iemand wel recht heeft, mag toch op de
uitkering in mindering worden gebracht, omdat men die korting had
*kunnen* krijgen.
Naar analogie daarvan lijkt hetzelfde te gebeuren met de
vakantiegeldopbouw van de werkgever waar iemand een bijbaantje heeft.
Deze vakantiegeldopbouw is echter niet onmiddellijk in te vorderen, maar
pas op termijn, bijzondere omstandigheden daargelaten, zoals bij het
beeindigen van een dienstverband.
Vraag: Is het daarom wel juist de vakantiegeldopbouw van de werkgever
maandelijks te korten op de uitkering?
Is het niet juister om te korten bij uitbetaling van de vakantietoeslag
door de werkgever? Of wordt bij daadwerkelijke uitbetaling van het
vakantiegeld van de werkgever in de huidige systematiek dat geld dan
nogmaals op de uitkering in mindering gebracht?
C. In het voorbeeld wordt 8 procent vakantiegeld over de inkomsten uit
arbeid ook van de uitkering afgetrokken. (Zie toelichting bij letter G)
Dit betekent dat geen vakantiegeldopbouw van SZ zelf wordt berekend over
dat bedrag.
In het voorbeeld komt dat neer op 4,7 procent over
(12 maal EUR 20,79) is EUR 249,48 maal 4,7 procent is EUR 11,72 per
jaar bij gelijkblijvende inkomsten uit arbeid. Geen groot bedrag, maar
in totaliteit bij alle mensen met aanvullende bijstand wel.
Vraag: Is het wel juist geen SZ-vakantiegeldopbouw te berekenen over een stukje inkomsten die men niet heeft gehad en die ook niet opvorderbaar zijn, maar pas op termijn?
D. Geschatte inkomsten en werkelijke inkomsten:
In de toelichting wordt gesteld dat de uitkering gekort wordt
met de geschatte inkomsten, maar dat een herberekening volgt na opgave
van de juiste inkomsten.
In het voorbeeld worden onder C de werkelijke inkomsten van de uitkering
afgetrokken en onder D worden de geschatte inkomsten van de uitkering
afgetrokken. Als we aannemen dat de werkelijke inkomsten over de vorige
maand zijn geweest en de geschatte inkomstn over de lopende maand, valt
het op dat de werkelijke inkomsten niet worden verrekend met de
geschatte inkomsten over de vorige maand. (April 2003 in het voorbeeld)
Dit betekent dat ruwweg twee maal de bijverdiensten worden gekort op 1
maanduitkering, waardoor mede daardoor de maanduitkering extra laag is.
Vraag: Is dit ook de werkwijze in werkelijkheid? Zou niet moeten worden voorkomen dat mensen in feite qua arbeidsinkomsten dubbel worden gekort in 1 maand?
Over het tweede voorbeeld van een uitkeringsspecificatie, een alleenstaande van 57,5 jaar of ouder in de bijstand met een bijbaantje:De vrijlating qua arbeidsinkomsten wordt begrensd door het maximum, is EUR 163,00 Dit wordt correct afgetrokken bij de inkomsten uit arbeid, maar vervolgens wordt over het restant weer fictief 8 procent vakantietoeslag (opbouw VT werkgever) afgetrokken.
A. Vragen: Dezelfde vragen als bij B en C hierboven.
B. Vraag: Bij het eenoudergezin was de doorbetaling aan de
zorgverzekeraar EUR 37,95 (I) en bij de alleenstaande is deze
EUR 41,50 (G)
Gaat het hier om de AV-Frieso en is het in werkelijkheid
ook zo dat een alleenstaande meer ziekenfondspremie betaalt dan een
eenoudergezin? Of gaat het hier slechts om willekeurig gekozen bedragen
als voorbeeld?
In afwachting van een reactie uwerzijds teken ik, namens de Vereniging P.E.L.,
Met vriendelijke groet,
secretaris P.E.L.
C.c.: - DB-PEL - Vertegenw. in Overlegorgaan: Piet van der Galien Hendrik de Groot (pl.v.) - Organisaties Ver. De Horzel - Secretariaat Overlegorgaan CR/SZ mw. M. Korporaal.
ONTVANGEN D.D. 30/7/2003 VAN AFDELING VOORLICHTING VAN SOCIALE ZAKEN
GEMEENTE LEEUWARDEN, [NAAM AMBTENAAR]:
Reactie op vragenbrief PEL inzake een Memo met daarin een toelichting
op de uitkeringsspecificaties zoals op de agenda stond van het
Overlegorgaan CR/SZW van 26/6/2003.
Oldehoofsterkerkhof 2
Postbus 21000
8900 JA Leeuwarden
Sociale Zaken
Gemeente Leeuwarden
Vereniging P.E.L.
t.a.v. dhr. J. Bakker
Postbus 2602
8901 AC Leeuwarden
Onderwerp Toelichting uitkeringsspecificatie
Uw kenmerk
Ons kenmerk
Team Bedrijfs Bureau/Afd. Voorlichting
Doorkiesnummer (058) 233 [xxxx Naam ambtenaar]
Bijlagen 1
Datum 29 juli 2003, verzonden:
Naar aanleiding van uw brief d.d. 22-07-2003 kan ik u het volgende meedelen.
Bij de beantwoording van uw vragen houd ik de volgorde van uw brief
aan.
Opmerking: de voorbeelden zijn kopieën van bestaande specificaties.
A. Vakantietoeslag
De vakantietoeslag (VT) wordt berekend uit het bijstandsbedrag dat
daadwerkelijk wordt uitgekeerd. M.a.w. in de norm + toeslagbedragen is
4,7% vakantiegeld inbegrepen.
Bij geen inkomsten is dat 4,7% van de totale norm + toeslag.
Zijn er inkomsten dan is dat na aftrek van de verdiensten inclusief VT.
Een andere invalshoek kan e.e.a. misschien duidelijker maken. In de
volksmond wordt altijd gesproken over het korten van de
inkomsten. Beter is het te spreken over een aanvullende bijstand op de
inkomsten.
Primair moet een ieder in de eigen kosten van het bestaan voorzien.
lukt dit niet of slechts gedeeltelijk, dan kan er (aanvullende)
bijstand worden verstrekt tot de wettelijk minimum normering.
Afhankelijk van de vorm van bijstand.
Dus in geval van inkomsten worden de inkomsten zoals beschreven in het voorbeeld beschouwd als de zelf verdiende inkomsten. Daar deze niet toereikend zijn voor de kosten van het levensonderhoud wordt er een aanvulling in de vorm van bijstand gegeven. Deze is natuurlijk lager dan de volledige norm + toeslag. Het daadwerkelijk uit te betalen bedrag aan bijstand is inclusief VT. Omdat de VT moet worden gereserveerd wordt deze uit het te betalen bijstandsbedrag gehaald (=4,7%) Vakantiegeld bij de inkomsten wordt ook alleen over de daadwerkelijke verdiensten berekend.
B. Aftrek vakantietoeslag
Het zal u bekend zijn dat er in de jaren tachtig en eerder de VT werd
gekort bij de uitbetaling van de vakantietoeslagen.
Praktisch was dit niet omdat er tussentijds natuurlijk mutaties
plaatsvonden. Mensen gingen verhuizen met of zonder
verdere opgaaf van een nieuw adres of gingen volledig aan het werk etc..
Dit betekende veel extra terugvorderingen. Bij de invoering van de
Nieuwe algemene bijstands wet (Nabw) is de berekeningswijze in deze wet
vastgelegd. Door de gemeente kan daar niet van worden afgeweken.
De VT op de bijstand moet bij verdiensten maandelijks worden bekeken.
De reservering van de VT wordt gedaan over het bedrag aan daadwerkelijk
te verstrekken bijstand. Dat kan dus maandelijks -afhankelijk van de
hoogte van de verdiensten- verschillend zijn.
C. Aftrek vakantiegeld
In uw berekening geeft u aan dat de cliënt een bedrag aan VT misloopt
door de korting op de bijstand. U noemt een bedrag van EUR 11,72 op
jaarbasis. (EUR 0,98 per maand). Als ik het goed lees dan bedoelt u dat
er over het vakantiegeld van het inkomen geen VT wordt berekend. VT over
VT berekenen is ook niet juist. Zoals eerder gezegd de inkomsten + VT
worden verrekend met de Norm + Toeslag + VT. De VT van de inkomsten
wordt derhalve ook met de in de norm inbegrepen VT verrekend. Hierdoor
is er geen sprake van "benadelen" van de cliënt.
De VT in de bijstand bedraagt totaal EUR 48,10 per maand.
In het voorbeeld van de folder heeft de cliënt vakantiegeld op de
inkomsten van EUR 20,79. Daarnaast wordt er nog een bijstandsbedrag ad
EUR 34,90 aan VT gereserveerd. Totaal bedraagt dit EUR 55,69.
Het verschil tussen dit bedrag en het in de norm vastgestelde bedrag ad
EUR 48,10 (= EUR 7,59 p/m of EUR 91,08 p/j) neemt het door u genoemde
verschil weg.
Voor uw vraag over de juistheid om geen SZ vt opbouw te berekenen over een stukje inkomsten die men niet heeft gehad en die ook niet opvorderbaar zijn, verwijs ik u naar het bovenstaande en de Nabw. Art.46 (zie bijlage)
D. Geschatte inkomsten.
Bij de korting van geschatte inkomsten vindt er na opgaaf van de
definitieve inkomsten een herberekening plaats. Hierbij
worden de eerdere berekening (vorige maand) en de definitieve
berekening (laatste maand) met elkaar vergeleken.
Dit kan leiden tot een verrekening in zowel positieve als negatieve zin.
Er vindt dus geen dubbele inhouding plaats.
Uw vragen over het tweede voorbeeld.
Bij een vrijlating is het vanzelfsprekend dat over het restant aan te
korten inkomsten vakantietoeslag word berekend alvorens dit in de
berekening op te nemen. Daar er geen keus is in de vorm van verrekening
verwijs ik u naar de antwoorden op de voorgaande B en C vragen.
Ziektenkostenpremie.
Tot slot uw vraag over de ziektenkostenpremie. Dat een alleenstaande
meer premie betaalt dan een éénoudergezin is mogelijk.
Dat is een keus die de verzekerde (cliënt) zelf kan maken.
In het eerste voorbeeld heeft de alleenstaande ouder gekozen voor de
AV-basis verzekering ad EUR 9,45. Daarnaast is er de nominale premie van
EUR 28,50. Samen is dit EUR 37,95.
De alleenstaande betaalt ook de nominale premie van EUR 28,50 en heeft
daarnaast de AV basisverzekering ad EUR 9,45 en een AV tandverzekering
van EUR 3,55. Totale premie: EUR 41,50.
Om de eventuele premies te kunnen herleiden verwijs ik naar de site van
'De Friesland', waar de meest recente premies op staan vermeld.
Ik vertrouw er op u zo voldoende van dienst te zijn geweest.
Met vriendelijke groet,
[Naam ambtenaar]
Sociale Zaken
Bedrijfs Bureau/afd. voorlichting
Bijlage bij deze brief:
Databank: Algemene bijstandswet (Abw)
Datum: 29-07-2003, 08:28
Algemene bijstandswet
Toelichting per artikel
Artikel 46. Aanspraak op vakantietoeslag; Regeling vakantietoeslag,
,Stcrt.2000, 245
Aantekening 1. Algemeen
Naar: Wettekst, Overzicht aantekeningen
Met de Bijstandsregeling vakantietoeslag 1996, Stcrt. 1995, 248, wordt
beoogd een zodanige vereenvoudiging door te voeren dat de verrekening
van vakantiegeld achteraf niet langer noodzakelijk is. Met de
forfaitaire vaststelling van het vakantiegeld wil men specifieke
verrekeningsproblemen voorkomen.
De Bijstandsregeling vakantietoeslag strekt ertoe dat per bijstandsmaand
of toekomstige aanspraak op vakantiegeld over die maand wordt
vastgesteld. Dit gebeurt forfaitair zodat het naderhand feitelijk
ontvangen vakantiegeld niet meer van belang is. De volledige
bijstandsrechten over die maand staat daardoor vast. Gelet het
minimumbehoeftekarakter van de bijstand is de rekenregel zodanig
vormgegeven dat de verschillen met de feitelijke vakantieuitkering
minimaal zijn. Anders zou er immers te veel of te weinig bijstand worden betaald.
De hoofdzaak is dat voor de berekening van de netto
vakantietoeslag wordt uitgegaan van de belasting- en premiepercentages
die gelden op het moment dat het inkomen wordt ontvangen waarover de
aanspraak op vakantietoeslag bestaat.