'Leeuwarden slaagt in reductie Melkertbanen'
Uit de Leeuwarder Courant van woensdag 4/6/2003 plus:
'Von Laun' moet zelf korting compenseren
Uit de Leeuwarder Courant van woensdag 4/6/2003 plus:
BROK: 'JEUGD ZONDER WERK IN ID-BANEN'
Uit de Leeuwarder Courant van donderdag 12/6/2003 plus:
'Vrijwilligerssteunpunt krijgt flinke subsidie van gemeente'
Uit on-line blad Liwwadders van woensdag 28/4/2003 plus:
NOTITIE: WERKEN MET BEHOUD VAN UITKERING
Notitie vrijdag 20/6/2003 vz. en secr. PEL.
Naar notitie PEL: "Werken met behoud van uitkering"
De situatie met de bezuinigingen op de ID-banen lijkt in Leeuwarden minder dramatisch dan het zich in januari nog liet aanzien. Wel zijn er nog onzekerheden rond wel of niet wat extra geld voor Stichting Sportwerk Friesland (42 ID-werknemers in Leeuwarden) en heeft zich een flink nummertje touwtrekkerij afgespeeld tussen Stichting Stadswacht en B. en W. om de centjes en het aantal stadswachten. Er lijkt een soort compromis in de maak, maar of dat compromis het nu echt wordt of niet, is onzeker. De dingen worden door B. en W. vaak mooier voorgesteld dan ze lijken. Aangekondigd is al dat meer geld voor de stadswachten minder geld betekent voor de andere werkgevers zodat het daar lastiger wordt om zonder gedwongen ontslagen voor ID-ers het bezuinigingsprobleem op te lossen. Januari jl. had de gemeenteraad gezegd dat er een tussenrapportage moest komen over de voortgang om ID-banen om te zetten in 'gewone' banen. Op woensdag 4/6/2003 schreef de Leeuwarder Courant daarover het volgende:
LEEUWARDEN - Het Leeuwarder gemeentebestuur vertrouwt er op dat het
aantal gesubsidieerde arbeidsplaatsen dit jaar zonder grote
strubbelingen kan worden teruggebracht van 740 naar 600. Uit een door de
gemeenteraad gevraagde tussenrapportage blijkt dat er 24 bezetters van
Melkertbanen gewoon betaald werk hebben gevonden en dat nog eens 84
uitzicht daarop hebben. Verder heeft de gemeente zelf 11 gesubsidieerde
banen omgezet in gewone formatieplaatsen.
[Dat ging om ID-banen bij de gemeente zelf. Kortom: Ook de gemeente
profiteerde van de goedkope gesubsidieerde arbeidskrachten. Dat was en
is al jaren in veel gemeenten een bekend beeld: Ambtenaren werden
wegbezuinigd en vervangen door goedkope, gesubsidieerde krachten.]
"Wy hoege dan de rest fan it jier noch mar mei tweintich plakken tebek",
aldus VVD-wethouder Arno Brok.
[Vertaling: "Wij hoeven dan de rest van het jaar nog maar 20 plaatsen te
vinden". Vrij vertaald: Letterlijke vertaling mij niet bekend. Overigens
erg optimistisch: Hij moet die 84 doorstroombanen in werkelijkheid nog
realiseren.]
Volgens Brok is de 'uitstroom' naar regulier werk gepaard gegaan met reële inkomensverbetering van betrokken arbeiders. De bezuinigingsronde is het gevolg van een korting op de gesubsidieerde arbeid door het rijk. Leeuwarden krijgt dit jaar EUR 2,6 miljoen minder.
De gemeente is nog volop in onderhandeling met grote instellingen die
veel Melkertbanen benutten. Wethouder Brok is optimistisch gestemd over
de uitkomsten daarvan.
[Op dit moment, zo half juni 2003, is bij zowel de werknemers als bij de
inlenende organisaties die werknemers hebben van Sportwerk, nog helemaal
niet bekend of ze ontslagen worden of niet. Naar verluidt zou dat
afhangen van gesprekken tussen Sportwerk enerzijds en de gemeente
Leeuwarden plus de sociale dienst Noord-West Friesland plus de provincie
Friesland anderzijds. Sportwerk is een provinciale club en als ergens
geldgaten vallen, ook al is het niet in Leeuwarden, dan kan de hele
constructie (soort uitzendbureau voor ID-werknemers) alsnog in elkaar
klappen. Het gaat er bij die gesprekken om of de diverse partijen bereid
zijn tijdelijk extra geld te geven, ook de provincie, zodat er tijd
wordt gewonnen voor het overlevingsplan van Sportwerk. Dat zou 1 juni
jl. klaar zijn, maar of dat zo was en wat er dan in staat, weten we
niet.]
Alleen bij het openbare basisonderwijs (stichting Proloog, 66
gesubsidieerde banen van 32 uur) krijgt hij geen onthaal. Brok heeft
Proloog nu gedreigd de loonkostensubsidie per 1 september met 25 procent
te verminderen.
[Op 11 juni jl. werd de tussenrapportage besproken in de Commissie
Welzijn. Uit het inspraakverhaal van Proloog werd duidelijk dat het
allemaal flauwekul was dat ze niet wilden praten: Op mij kwam de zaak zo
over:
Proloog had een bezwaarschrift ingediend en om dat op oneigenlijke
wijze van tafel te werken, dreigde de gemeente hen met die extra
korting.]
Overigens hebben verschillende grote instellingen formeel bezwaar
gemaakt tegen de opgelegde bezuinigingen. Ook loopt er nog een bezwaar
van de gemeente zelf tegen de subsidieverlaging door het rijk.
[En kort dan het rijk haar bijdrage in het gemeentefonds richting
Leeuwarden? Nee natuurlijk.]
Via een inspraakverhaal heeft het PEL op 11/6/2003
gereageerd in de Commissie Welzijn op de tussenrapportage, maar veel
antwoorden konden er niet af op onze vragen. Ook beweerde wethouder Brok
dat er tot nu toe geen gedwongen ontslagen waren gevallen bij de ID-ers
maar ons is bekend dat bij het Rudolf von Launinstituut 2 ID-ers werden
ontslagen, wat door Brok glashard werd ontkend. Keihard liegen, dat
hebben B. en W. hier altijd goed gekund...
Hun ontslag had m.i. te
maken met het volgende bericht uit de Leeuwarder Courant van woensdag
4/6/2003:
LEEUWARDEN - Het Rudolf von Launinstituut in Leeuwarden moet zelf de rijksbezuinigingen op zijn vier gesubsidieerde arbeidsplaatsen compenseren. Burgemeester en wethouders willen geen aanvullende subsidie verstrekken.
Het college vindt het instituut niet zo belangrijk dat de gemeente een
bijdrage aan de organisatiekosten moet geven. Het Rudolf von
Launinstituut houdt zich bezig met metafysica, het deel van de
wijsbegeerte dat studie maakt van het bovennatuurlijke. De organisatie
heeft eerder gezegd zich in haar bestaan bedreigd te voelen.
[Metafysica: Dat deel van de wijsbegeerte die het wezen van de dingen
bestudeert, zegt een woordenboekje. Bovennatuurlijk of niet, voor ons
gaat het er om dat toegezegd was dat er geen gedwongen ontslagen zouden
vallen bij de ID-ers en wat 'Von Laun' nu verder wel of niet is, is voor
het PEL niet interessant.]
Als alles verder loopt zoals B. en W. hadden gepland zijn er straks dus
140 ID-banen minder.
Als daardoor organisaties tekort mensen hebben en
als het bedrijfsleven nog wat gratis arbeidskrachten nodig heeft, heeft
VVD-wethouder Brok een doortrapt idee, omdat hij meent dat 'verplicht'
vrijwilligerswerk ofwel 'werken met behoud van uitkering' de truc is om
de tekorten weer op te vullen...
Dat allemaal omdat hij meent dat dat
straks mooi kan als de nieuwe Wet werk en Bijstand wordt ingevoerd.
Uit de Leeuwarder Courant van donderdag 12/6/2003 die enige uitspraken
oppikte van de wethouder uit de vergadering van de Commissie Welzijn van
11/6/2003:
LEEUWARDEN - Werkloze Leeuwarder jeugd moet straks aan de slag bij
bedrijven, die door uitstroom van mensen met een in- en doorstroombanen
(id-baan) met gebrek aan mankracht kampen.
Jongeren tot en met 23 jaar
kunnen deze plaatsen prima opvullen om werkervaring op te doen, vindt
wethouder Arno Brok van de gemeente Leeuwarden. Ze zullen hun uitkering
dan behouden.
[Dit is dus hetzelfde als de dwangarbeid zoals die nu al plaats vindt in
Helmond. Zie de bijlage "Bijstand/Een plicht tot werk" in ons eerdere
bericht van 8/6/2003: "College van B. en W. wil geen discussie over
verplicht vrijwilligerswerk: Agendapunt verwijderd van agenda Commissie
welzijn."
Dankzij de invoering van de nieuwe bijstandswet per 1 januari 2004 kan
een gemeente straks strenger optreden tegen langdurig werklozen. Is bij
de huidige wet verplichting tot arbeid niet aan de orde, straks kunnen
burgemeester en wethouders wel dwang toepassen.
[Wat een onzin: De huidige bijstandswet kent een heleboel
verplichtingen, o.a. om alles te doen om aan betaald werk te komen, er
kunnen via de Wet Boeten en Maatregelen allerlei sancties worden
opgelegd enz. Er wordt hier gesuggereerd dat het niet hebben van betaald
werk slechts berust op kwaadwilligheid van betrokkenen; kortom: De
bekende smerige journalistiek van de Telegraaf van het noorden...]
"Het moet allemaal minder vrijblijvend worden", zei Brok gisteravond
tijdens de vergadering van de raadscommissie welzijn.
Nog dit najaar wil hij daarvoor concrete plannen presenteren om mensen
aan het werk te krijgen.
"Arbeid is een doel en straks kan dit opgelegd
worden."
[Verplichte tewerkstelling bij een soort sociale werkplaats van de
gemeente of mooi zijn vriendjes de werkgevers aan gratis arbeidskrachten
helpen. Typisch VVD...]
De gemeente wil het aantal id-banen terugbrengen van 743 naar 600. In
de stad zijn genoeg jongeren om de gaten op te vullen, want het aantal
werklozen stijgt behoorlijk in de gemeente. Meldden zich een half jaar
geleden nog 3600 mensen bij de sociale dienst in Leeuwarden, nu staat de
teller op vierduizend.
"Na de zomer zullen we er hoog op in zetten. dit
aantal terug te dringen", aldus Brok.
Hij denkt dus jongeren collectief dwangarbeid te kunnen laten
verrichten. Elke organisatie in de stad die een aanbod krijgt van dat
soort 'arbeidskrachten' zou zo'n aanbod moeten boycotten.
In dat verband vermoed ik dat de Vrijwilligersvacaturebank straks een
rol van B. en W. krijgt toegedeeld in de zin van: Jongeren moeten o.a.
DAAR naar toe gaan en daar wordt hen dan 'in goed overleg' maar wel met
het dreigement van de soos erachter dat ze anders geen uitkering
krijgen, ofwel dat ze letterlijk kunnen verhongeren, 'vrijwilligerswerk'
toegewezen, pardon, ik bedoel: Ze gaan 'werken met behoud van
uitkering'...
Uit het on-line blad 'Liwwadders' van woensdag 28/5/2003:
(Tekst: collegebesluit)
Het Vrijwilligerssteunpunt krijgt een subsidie van EUR 68.800 voor huisvestingskosten, organisatie- en activiteitskosten en de personele kosten. Dat heeft het college van burgemeester en wethouders besloten. De gemeente Leeuwarden sluit nog dit jaar een uitvoeringsovereenkomst met het Vrijwilligerssteunpunt af.
Datum: Woensdag, 28 mei 2003
Het is ook zaak t.z.t. goed te letten op die uitvoeringsovereenkomst. Zo proberen B. en W. alles wat los en vast zit voor hun kar te spannen.
Met betrekking tot de beleidsvoornemens van wethouder Brok die zijn kans schoon ziet nu de Wet Werk en Bijstand eraan zit te komen, om eindelijk die gehate bijstandstrekkers tewerk te stellen, hebben we gekeken waar het in wezen om draait bij dat 'werken met behoud van uitkering'. Hieronder de tekst van een notitie d.d. 20/6/2003 van voorzitter en secretaris PEL gezamenlijk:
Al geruime tijd speelt de kwestie van het 'verplicht'
vrijwilligerswerk of anders gezegd: "Werken met behoud van uitkering".
Ook de term 'verloning' (van de uitkering) duikt zo nu en dan op in
bladen die zich bezig houden met uitkeringen van sociale diensten. Ook
de wat mistige term 'sociale activering' wordt wel gebruikt.
Afgezien van allerlei inhoudelijke overwegingen over de wenselijkheid of onwenselijkheid van "werken met behoud van uitkering" zou er duidelijkheid moeten komen over de vraag of dit mag of niet mag in verband met internationale regelgeving waartoe ook Nederland zich heeft verbonden.
Vooraf eerst het volgende: De discussie gaat NIET over de situatie
dat iemand die een bijstandsuitkering zelf vraagt aan Sociale Zaken of
hij/zij bepaald vrijwilligerswerk mag doen. Betrokkene dient dit te
vragen omdat toestemming vereist is van de Sociale Dienst. (Artikel
115 ABW) Ook aspecten als: Leidt dit tot verdringing van loonarbeid,
spelen hierbij een rol.
De discussie gaat over de vraag of een gemeente
iemand met een bijstandsuitkering mag verplichten om zonder loonbetaling
op een door de gemeente aangewezen plaats arbeid te gaan verrichten 'met
behoud van uitkering'.
Artikel 113 lid 1 sub g stelt:
"De belanghebbende die voor de zelfstandige voorziening in het bestaan is aangewezen op arbeid in dienstbetrekking is verplicht:
g. mee te werken aan scholing of opleiding die noodzakelijk wordt geacht voor de inschakeling in de arbeid, dan wel aan andere aangewezen activiteiten die de zelfstandige bestaansvoorziening bevorderen."
Het gaat met name om "andere aangewezen activiteiten die de zelfstandige bestaansvoorziening bevorderen."
Dit moet door het College handen en voeten worden gegeven in de vorm van een stukje 'beleid' wat moet worden ontwikkeld. Dat is nodig, omdat geen enkele wet alle situaties in detail kan regelen. In zoverre is sprake van wetsinterpretatie en een stukje beleidsvrijheid van het College.
In een schriftelijke reactie d.d. 14/2/2003 op een brief met vragen van de Vereniging P.E.L. te Leeuwarden over dit onderwerp hebben B. en W. het standpunt ingenomen dat:
a. Vrijwilligerswerk als een onderdeel van een traject naar werk is verplicht, omdat dit de kans op betaald werk kan vergroten. b. Indien uit het trajectplan blijkt dat werk niet het einddoel is van het traject kan vrijwilligerwerk niet als verplicht einddoel worden opgenomen.
Dit Collegestandpunt is nadien bij gelegenheid opnieuw verwoordt door de wethouder van Sociale Zaken, dhr. Brok.
Het standpunt kan worden opgevat als nader ingevuld beleid, cq. wetsinterpretatie van artikel 113 lid 1 sub g.
De vraag is nu of deze wetsINTERPRETATIE ofwel deze beleidskeuze in
strijd is met een of meer wetsartikelen vanuit het internationaal
recht.
Het gaat dan om het verplichte karakter van vrijwilligerswerk als
onderdeel van een traject naar werk.
Welke tijdsduur dat onderdeel
heeft of maximaal mag hebben is niet door het College aangegeven in
bedoelde brief van 14/2/2003.
Citaat: "Europees Verdrag tot bescherming van de Rechten van de Mens en de fundamentale vrijheden:
Art. 4
1. Niemand mag in slavernij of dienstbaarheid worden gehouden.
2. Niemand mag gedwongen worden dwangarbeid of verplichte arbeid te
verrichten." Einde citaat.
Het artikel verbiedt 'verplichte arbeid', zowel met loonbetaling als zonder loonbetaling.
Naast dit EVRM-artikel is er nog artikel 23 lid 1, 2 en 3 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens. (Verenigde Naties 10/12/1948)
Artikel 23 lid 1: "Een ieder heeft recht op arbeid, op vrije keuze van beroep, op rechtvaardige en gunstige arbeidsvoorwaarden en op bescherming tegen werkloosheid."
Verplicht aangewezen 'vrijwilligerswerk' lijkt geen 'vrije keuze van beroep' en 'werken met behoud van uitkering' ook niet.
Artikel 23 lid 2: "Een ieder, zonder enige achterstelling, heeft recht op gelijk loon voor gelijke arbeid."
Indien iemand 'met behoud van uitkering' tewerk wordt gesteld op een
door de gemeente aangewezen plaats is geen sprake van 'gelijk loon'
bij gelijke arbeid.
Een bijstandsuitkering is geen loon in ruil voor
verplichte arbeid. Ook arbeidsovereenkomst en CAO ontbreken.
Ook een kritische beschouwing op dit punt van de beloning bij
sommige ID-banen (functies) en WIW-banen, vergeleken met dezelfde
functies bij regulier werk zou niet verkeerd zijn.
Artikel 23 lid 3: "Een ieder, die arbeid verricht, heeft recht op een rechtvaardige en gunstige beloning, welke hem en zijn gezin een menswaardig bestaan verzekert, welke beloning zo nodig met andere middelen van sociale bescherming zal worden aangevuld."
Bij 'werken met behoud van uitkering' worden bedoelde 'middelen van sociale bescherming' via 'verloning' als een soort 'loon' gebruikt en het is de vraag of dat als een 'rechtvaardige en gunstige beloning' kan worden gezien.
In dit verband zijn de volgende wetsartikelen van belang:
Artikel 7 Opdracht college
1. Het college is verantwoordelijk voor:
a. het ondersteunen van personen die algemene bijstand ontvangen,
personen met een uitkering op grond van de Algemene nabestaandenwet
en niet-uitkeringsgerechtigden bij arbeidsinschakeling en,
indien het
college daarbij het aanbieden van een voorziening, waaronder begrepen
sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling noodzakelijk acht,
voor het bepalen en aanbieden van deze voorziening,...
Het College moet dus in voorkomende gevallen o.a. 'sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling' 'aanbieden'.
De Wet Werk en Bijstand verstaat onder 'sociale activering':
Artikel 6 c.
sociale activering: het verrichten van onbeloonde maatschappelijke
zinvolle activiteiten gericht op arbeidsinschakeling of, als
arbeidsinschakeling nog niet mogelijk is, op zelfstandige
maatschappelijke participatie.
Het gaat hier dus niet meer alleen om 'werken met behoud van
uitkering' of 'verplicht' vrijwilligerswerk gericht op het uiteindelijk
verkrijgen van betaald werk, maar ook om 'maatschappelijke
participatie'. Dat zou kunnen betekenen dat de Wet Werk en Bijstand het
ook geoorloofd vindt dat het College zich gaat bemoeien met iemands
'maatschappelijke participatie'.
Begint dat niet te raken aan de
elementaire vrijheid van een individu om binnen het kader van de wet te
leven en te handelen zoals hem/haar goeddunkt?
Artikel 9 Plicht tot arbeidsinschakeling
1. De belanghebbende van 18 jaar of ouder doch jonger dan 65 jaar is, vanaf de dag van melding als bedoeld in artikel 44, tweede lid, verplicht: a. Weggelaten, in dit kader niet relevant. b. gebruik te maken van een door het college aangeboden voorziening, waaronder begrepen sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling, alsmede mee te werken aan een onderzoek naar zijn mogelijkheden tot arbeidsinschakeling.
Conclusie: Gezien de definitie van het begrip 'sociale activering'
lijkt het dat zowel 'werken met behoud van uitkering wat op termijn
leidt tot betaald werk' als 'werken met behoud van uitkering zonder dat
dat leidt tot betaald werk', tot de beleidsmogelijkheden gaan behoren
van het College.
"Arbeid is een doel en straks kan dit opgelegd worden"
stelde wethouder Brok op 11/6/2003 in de Commissie Welzijn.
(Citaat uit Leeuwarder Courant van 12/6/2003)
Verplichte arbeid is echter op grond van artikel 4 lid 2 EVRM (zie boven) niet toegestaan.
Voordat ook maar welk beleid op dit punt geformuleerd kan worden,
dient helderheid te bestaan over de verenigbaarheid van huidig en
toekomstig beleid en de formele regelgeving van de Wet Werk en Bijstand
met het EVRM en andere internationale wet- en regelgeving.
Het voorstel is dan ook het College op te dragen om middels een
opdracht aan bv. een advocatenkantoor, gespecialiseerd in arbeidsrecht,
internationaaal recht ed. om te laten onderzoeken en schriftelijk terug
te rapporteren aan de gemeenteraad:
1. Is het huidige beleid van het College in het kader van artikel 113 lid 1 sub g ABW wel/niet in strijd met bovengenoemde artikelen uit het EVRM en de Universele Verklaring?
2. Zijn bovengenoemde wetsartikelen 7 lid 1 sub a en 9 lid 1 sub b van de Wet Werk en Bijstand wel/niet op bepaalde onderdelen in strijd met bovengenoemde artikelen uit het EVRM en de Universele Verklaring?
3. De gemeente moest bezuinigen op het aantal ID-banen, maar B. en W.
willen dit 'oplossen' door de bedrijven en instellingen die daardoor
te weinig mensen krijgen, mensen te sturen (jongeren tot 23 jaar) in
het kader van 'werken met behoud van uitkering'. Dit lijkt de
hoofdlijn te worden van het toekomstig beleid van B. en W. t.a.v.
dit punt. (Bron: Leeuwarder Courant 12/6/2003)
Vraag is of dat voorgenomen beleid op bepaalde onderdelen niet in
strijd komt met bovengenoemde artikelen uit het EVRM en de Universele
Verklaring?
Het College heeft bij monde van wethouder Brok op 11/6/2003 aangekondigd dat nog dit najaar op het punt van 'werken met behoud van uitkering' in het kader van de Wet Werk en Bijstand concrete plannen worden gepresenteerd. Het zou goed zijn voor de dan te voeren discussie als voor die tijd volstrekt helder zou zijn wat juridisch gesproken wel kan en niet kan in het kader van het internationaal recht.
Het voorstel van wet "Werk en Bijstand" (WeB) stelt in artikel 9 lid 1 onder b dat de uitkeringsgerechtigde verplicht is "gebruik te maken van een door het college aangeboden voorziening, waaronder begrepen sociale activering, gericht op arbeidsinschakeling, alsmede mee te werken aan een onderzoek naar zijn mogelijkheden tot arbeidsinschakeling."
Van een verplichting tot onbetaalde arbeid is dus alleen sprake in
geval deze onbetaalde arbeid gericht is op arbeidsinschakeling. Deze
bepaling biedt op zich natuurlijk geen enkele bescherming.
Het college
zal eenvoudig stellen dat onbetaalde arbeid per definitie de kansen op
de arbeidsmarkt vergroot en de betreffende arbeid dus altijd gericht is
op arbeidsinschakeling. Veel interessanter is hetgeen over deze bepaling
wordt gezegd in de Memorie van Toelichting (artikelsgewijs). Aangezien
niet iedereen over de MvT beschikt wordt de relevante passage hieronder
integraal geciteerd. Commentaar tussen haakjes.
MvT: "Het verrichten van werkzaamheden met behoud van uitkering kan
onder bepaalde voorwaarden verplicht worden opgelegd. In de eerste
plaats staat bij de keuze van programma's door gemeenten de bijdrage van
de activiteiten op de uitstroom naar arbeid centraal.
De programma's
kunnen dus nooit louter dienen als een budgetvriendelijke oplossing voor
het doen verrichten van maatschappelijk nuttige activiteiten waarvoor
geen of onvoldoende publieke financiering voor handen is."
[Hoewel deze passage voor zich zelf lijkt te spreken willen we hier
wijzen op het woord "louter". In de praktijk ondergraaft dit woord het
verbod, aangezien er vanzelfsprekend altijd wel een half dozijn andere
redenen verzonnen kunnen worden.
Feit blijft echter dat het kabinet hier
uitdrukkelijk stelt dat uitkeringsgerechtigden niet gebruikt kunnen
worden als goedkope - in feite vrijwel gratis - arbeidskrachten.]
Hieruit volgt dat de verplichting om mee te werken alleen mag worden
opgelegd indien de te verrichten werkzaamheden noodzakelijk zijn om uit
te stromen naar regulier werk. Dit impliceert dat vastgesteld is dat de
cliënt baat heeft bij het opdoen van werkervaring, of enige tijd nodig
heeft om te wennen aan aspecten die samenhangen met het verrichten van
betaalde arbeid, zoals regelmaat, gezagsverhouding, enz.
[Dit is een cruciale passage! Het *collectief* verplicht opleggen van
onbetaalde arbeid wordt hier impliciet verboden. Het college zal moeten
vaststellen dat de cliënt baat heeft bij het opdoen van werkervaring.
Dat kan vanzelfsprekend uitsluitend per individu vastgesteld worden.
M.a.w., voordat de verplichting tot onbetaalde arbeid opgelegd kan
worden dient er een individuele beoordeling plaats te vinden, gevolgd
door een beschikking. Het college mag bijv. niet alle nieuwkomers in de
bijstand categorisch een verplichting tot onbetaalde arbeid opleggen.]
Daarmee is altijd sprake van een beperkte periode. Gedacht kan worden
aan het instrument proefplaatsing (thans voor arbeidsgehandicapten
opgenomen in de wet Rea), op grond waarvan cliënten maximaal 6 maanden
met behoud van uitkering bij een (reguliere) werkgever mogen werken.
[Alweer een cruciale passage. Er zijn gemeenten waar mensen elk heel of
elk half jaar een nieuw contract voorgelegd krijgen en zo soms jarenlang
onbetaalde arbeid verrichten (de gemeente Achtkarspelen bijvoorbeeld).
Die praktijk wordt hier verboden.]
Over het algemeen zullen de werkzaamheden gepaard moeten gaan met goede
individuele begeleiding, afstemming op de capaciteiten van de cliënt,
enz.
[Zie wat hierboven werd gezegd over het verbod op collectief opgelegde
verplichtingen].
Daarnaast is het van belang dat rekening gehouden wordt met de grenzen van het arbeidsrecht. Als de feitelijke situatie niet wezenlijk verschilt van een situatie waarbij sprake is van een dienstbetrekking, kan de betrokkene via de rechter loonbetaling afdwingen. Ingevolge jurisprudentie worden de volgende maatstaven gehanteerd bij het vaststellen of al dan niet sprake is van een dienstbetrekking:
1) er dient sprake te zijn van een persoonlijke verplichting om arbeid te verrichten, 2) die arbeid wordt verricht onder gezag van een ander (gezagsverhouding), 3) die ander betaalt voor de arbeid een zeker bedrag dat beschouwd kan worden als loon, en 4) aan deze maatstaven wordt gedurende een zekere tijd voldaan.
[Interessant... Je kunt je inderdaad afvragen of er onder bepaalde
omstandigheden niet gewoon sprake is van arbeid in dienstbetrekking. Aan
maatstaven 1, 2 en 4 wordt zonder meer voldaan.
Punt 3 is een beetje
onduidelijk: wanneer wordt een voor arbeid betaald bedrag beschouwt als
loon? In principe is dat voorzover ik nu kan overzien niet al te
moeilijk: op het moment dat de uitkering beschouwd kan worden als
tegenprestatie voor geleverde arbeid. Een uitkering wordt dan niet
langer verstrekt om niet, d.w.z. zonder dat er een tegenprestatie
tegenover staat, maar onder voorwaarde dat er arbeid verricht wordt.
Vandaar de nadruk die het kabinet legt op de randvoorwaarden (beperking
in tijd, uitstroom richting betaalde arbeid als expliciet geformuleerd
doel).
Een bijstandsgerechtigde die gedurende langere tijd onbetaalde arbeid
moet verrichten als tegenprestatie voor het verstrekken van een
bijstandsuitkering, zou met een goede kans op succes naar de rechter
kunnen stappen om loonbetaling af te dwingen! Het zal duidelijk zijn dat
dit punt nader onderzoek verdient.]
Voor cliënten die weinig of geen perspectief hebben op uitstroom naar reguliere arbeid kan de gemeente ervoor kiezen om onbeloonde arbeid op eigen initiatief van de cliënt te honoreren, om zo maatschappelijk isolement te voorkomen of te doorbreken.
[Ook hier valt het weer op dat het kabinet veel genuanceerder en voorzichtiger is dan gemeentebesturen. De gemeente...*kan*...*kiezen*...op eigen initiatief van de cliënt. Ik wil er wel op wijzen dat deze passage ook zo gelezen kan worden dat het de gemeente vrij staat te kiezen tussen een meer vrijwillige en een meer dwingende benadering van genoemde groep.]
Samenvattend kan uit de wet WEB het volgende afgeleid worden t.a.v. onbetaalde arbeid:
1) Gemeenten kunnen aan bijstandsgerechtigden met redelijke perspectieven op de arbeidsmarkt onbetaalde arbeid opleggen. 2) Dat kan niet collectief, maar pas na individueel onderzoek. 3) Uit dit onderzoek moet blijken dat betrokkene baat heeft bij het opdoen van werkervaring of moet wennen aan het verrichten van betaalde arbeid. 4) Het mag alleen als onderdeel van een traject richting reguliere betaalde arbeid 5) Het mag niet ongelimiteerd, maar moet beperkt zijn in tijd. Het kabinet denkt aan een periode van een half jaar, maar geeft hier wel enige speelruimte aan de gemeente. 6) Onbetaalde arbeid mag niet gebruikt worden om bezuinigingen op te vangen. Brok's handige ideetje om de bezuinigingen op de ID-banen op te vangen door bijstandsgerechtigden dat werk voortaan onbetaald te laten doen mag dus gewoon niet. 7) Het mag niet zo zijn dat er feitelijk sprake is van een dienstbetrekking. 8) De punten 3,4 en 5 dienen vastgelegd te worden in een beschikking en een contract. 9) Het is niet geheel duidelijk in hoeverre onbetaalde arbeid dwingend opgelegd kan worden aan bijstandsgerechtigden met weinig of geen perspectief op de arbeidsmarkt.
Ik kan werkelijk niet genoeg benadrukken dat er geen sprake kan zijn van het collectie opleggen van de verplichting tot onbetaalde arbeid. Dat kan niet onder de WEB, en al evenmin onder de ABW. De praktijk in Helmond en Den Bosch heeft geen wettelijke basis, maar is gebaseerd op bluf en intimidatie.