Verzonden d.d. 14/3/2003 naar 'Lijst.Baanloos':
Notitie inzake
beinvloedingsmomenten Cliëntenraden Sociale Zaken en
belangenorganisaties gericht op de voorbereiding en invoering nieuwe
bijstandswet.
(Wet Werk en Bijstand)
Op 28 maart 2003 is er weer 2-maandelijks Provinciaal Overleg
Cliëntenraden Sociale Zaken Friesland en een van de punten die op de
agenda staan gaat over welke strategie je als belangenorganisatie of
cliëntenraad kunt volgen als je wilt proberen wat invloed te krijgen op
het plaatselijk beleid van je gemeente als de nieuwe Wet Werk en
Bijstand ingevoerd wordt. Men wil een bespreking houden en discussie
voeren aan de hand van onderstaande notitie.
Omdat het hier gaat om een
landelijke wet, is e.e.a. ook van belang voor organisaties elders in
het land. Daarom brengen we deze notitie ook naar buiten voor iedereen
die met deze materie bezig is.
Hieronder volgt de letterlijke tekst die
op 11/3/2003 werd gemaakt:
Op de themamiddag over de nieuwe bijstandswet - op 11 februari j.1. - is afgesproken om een vervolg te geven op het provinciaal overleg Cliëntenraden SoZa. Op de themamiddag is de inhoud van het wetsvoorstel gepresenteerd en besproken. Er is een notitie van Pyt van der Galiën uitgedeeld en op verzoek is het wetsvoorstel met memorie van toelichting toegestuurd. Op het aanstaande overleg van de cliëntenraden op 28 maart staat de beinvloedingsstrategie centraal: welke stappen kunnen de cliëntenraden en belangenorganisaties nemen en op welke momenten?
In deze notitie staan de mogelijke stappen op rij gezet. De notitie is niet bedoeld als handleiding, maar als een lijst met tips. Ook kan de notitie gebruikt worden als 'checklist'.
Landelijk
Een groot aantal landelijke belangenorganisaties houdt zich bezig met
de beïnvloeding van het rijksbeleid met betrekking tot de bijstandswet.
Dat gebeurt vooral via de Sociale Alliantie. Het wetsvoorstel ligt nu
sinds eind december 2002 bij de Raad van State, adviesorgaan van de
regering. Zolang het kabinet Balkenende demissionair is, gebeurt er
niets mee. Het wetsontwerp wordt in deze periode ook niet openbaar
gemaakt. Als het nieuwe kabinet gevormd is (naar verwachting in de loop
van mei) zal het advies van de Raad van State besproken worden in het
kabinet. Het kabinet legt daarna het wetsvoorstel met het advies voor
aan de Tweede Kamer. Ook kan het kabinet besluiten (op basis van het
nieuwe regeerakkoord) om het wetsvoorstel in te trekken. Deze kans is
echter klein.
Het is de vraag of behandeling van het wetsvoorstel in de
2e Kamer nog voor de zomer gebeurt, verwachting is dat het doorgeschoven
wordt naar het najaar.
De 2e Kamer kan - na voorbereiding in de vaste 2e
Kamercommissie SoZaWe - besluiten om het wetsvoorstel op onderdelen te
wijzigen (amendementen). Het kabinet moet dan weer huiswerk verrichten
en met een aangepast voorstel komen. Daarna volgt definitieve
vaststelling van het wetsontwerp in de Tweede Kamer. De Tweede Kamer kan
ook beslissen om het wetsvoorstel te verwerpen (wordt niet verwacht).
Na de vaststelling in de 2e Kamer moet het wetsvoorstel voorgelegd
worden aan de 1e Kamer. Die bekijkt het wetsvoorstel voornamelijk
juridisch-technisch. Als de 1e Kamer akkoord is moet het wetsvoorstel
gepubliceerd worden in de Staatscourant met vermelding van de
invoeringsdatum. Tot nu toe werd gedacht aan 1 januari 2004 als
invoeringsdatum. Gezien de bovengeschetste 'route' is die datum niet
voor de hand liggend.
Je moet dan eerder denken aan juli 2004 of
januari 2005.
De vertraging in de landelijke behandeling en besluitvorming houdt trouwens niet in dat alles stil is komen te liggen. Ambtelijk blijft men aan de slag met het wetsontwerp en dan vooral met de gevolgen voor de uitvoering: ministerie Sociale Zaken, de Vereniging Nederlandse Gemeenten, DIVOSA (club van directeuren van sociale diensten) en niet te vergeten de ambtenaren van de gemeenten. De laatste groep is natuurlijk van groot belang voor de cliëntenraden en lokale belangenorganisaties!
Gemeentelijk
De beleidsambtenaren en directie van de dienst Sociale Zaken weten van
het wetsontwerp en bekijken welke gevolgen de nieuwe wet heeft voor het
eigen gemeentelijk beleid.
De cliëntenraden en belangengroepen kunnen met deze wetenschap de
volgende stappen ondernemen:
1. De inhoud van het wetsontwerp en de kritische analyse daarvan (notitie van Pyt van der Galiën, reactie van Sociale Alliantie: verkrijgbaar bij het FSU) bespreken in de eigen cliëntenraad of belangengroep. Wat vind je er van?
2. Bekijk hoe de politieke verhoudingen in de gemeenteraad en het college van B&W liggen, weet hoe de raad is samengesteld. Regel een lijst met alle namen en adressen van de gemeenteraadsleden en collegeleden. Benut de persoonlijke contacten met raadsleden of vraag aan andere organisaties wie in de raad en in het college goed benaderbaar zijn. Een regelmatige, informele contactlegging - oftewel lobbyen is noodzakelijk voor een effectieve beïnvloeding!
3. Leg contact met de beleidsambtenaar en/of directeur Sociale Zaken. Vraag hoe het er met het wetsvoorstel voor staat, welke voorbereidingen de gemeente treft en hoe de cliëntenraad betrokken wordt. Leg hiermee de basis voor regelmatige contacten, die op wederzijds initiatief gelegd worden. Stel voor dat je als cliëntenraad of belangengroep in een vroeg stadium betrokken wilt worden, mee wilt denken over de afwegingen.
4. Benader de fracties en praat met raadsleden, met name de raadsleden
die in de commissie Sociale Zaken zitten. Bedenk dat door de komst van
het duale systeem (gescheiden verantwoordelijkheden van raad en
college) de gemeenteraad veel meer contact nodig heeft met
maatschappelijke organisaties en dat ook op prijs stelt.
Je hebt
informatie en ideeën te bieden: de meeste raadsleden weten weinig of
niets, die situatie kun je ten voordele benutten.
5. Een formeel moment: stuur een brief aan het college van B&W, met een
afschrift aan de commissie Sociale Zaken, en vraag om als cliëntenraad
of belangengroep op de hoogte gesteld te worden van de
beleidsvoornemens. Het kan zijn dat de gemeente in het beleidsplan
Sociale Zaken 2003 verwijst naar de ontwikkelingen met de bijstandswet.
Gebruik als cliëntenraad je recht om gevraagd of ongevraagd te
adviseren, bijvoorbeeld als reactie op het beleidsplan.
6. De gemeente zal, als duidelijk is dat het wetsvoorstel door het parlement komt, een ontwerpverordening voor de nieuwe Bijstandswet maken. Het college van B&W zet ambtenaren aan de slag en legt dan een ontwerp voor aan de raad. Juist vanwege het duale stelsel is het strategisch heel handig om als cliëntenraad of belangengroep met fracties te praten over eigen initiatiefvoorstellen uit de raad. Die kun je 'voeden'!
7. Houdt de agenda van de raadscommissie Sociale Zaken in de gaten en
benut de inspreekmogelijkheden. In de raadscommissie vindt de
voorbereiding plaats van de besluitvorming door de raad. Hier worden
meestal de standpunten van de fracties al ingenomen.
Als het gaat om
effectieve beinvloedingsmogelijkheden, dan is een bezoek aan de
raadscommissie zonder het bovenom schreven voorwerk te laat en van
gering belang. Je moet voor die tijd al zaken gedaan hebben met de
fracties.
8. De besluitvorming in de gemeenteraadsvergadering is de formele afronding. Aanwezigheid van vertegenwoordigers van de cliëntenraad of belangengroep bij de raadsvergadering is belangrijk om te laten zien dat je van A tot Z attent blijft en de raadsleden kritisch blijft volgen!
Leeuwarden, 11 maart 2003, Pyt van der Galiën en Nanne de Jong.
Nog enige relevante links:
Tekst voorzitter PEL voor website PEL 21/1/2003 over nieuwe Wet Werk en Bijstand.
Brief 4/12/2002 van Landelijke Cliëntenraad en de Sociale Alliantie aan minister-president Balkenende.
Onderwerp: Wet Werk en Bijstand.