Notitie Drugsbeleid
van de VVD


Ingezonden verhaal door VVD Afdeling Leeuwarden d.d. 10/2/2002.


Wij ontvingen van de VVD hun 'Notitie Drugsbeleid' met het verzoek of deze ook op onze website mocht staan. Dat mag, hoewel dit niet betekent dat we van alles van de VVD voortaan ook op onze website willen plaatsen.
Tevens werd ons gevraagd om commentaar op hun Notitie. Gezien de doelstellingen van het P.E.L. is dat laatste slechts mogelijk via een beperkt aantal invalshoeken.
Wij hebben daarom de VVD-notitie ook doorgezonden naar het Straathoekwerk, omdat daar naar onze inschatting vanuit hun dagelijkse praktijk veel meer know-how ligt m.b.t. deze materie dan bij het P.E.L. Wij hebben het Straathoekwerk gevraagd, om als zij tijd en zin hadden, op de VVD-nota een wat uitgebreidere reactie te geven richting VVD.

Hieronder volgt eerst de integrale tekst van de VVD-notitie, waarvan de inhoud uiteraard geheel voor verantwoording is van de VVD Afdeling Leeuwarden. Iedereen die zich geroepen voelt om ook commentaar te geven zou dit bv. kunnen doen in onze 'forum-rubriek' die je via onze website kunt bereiken. (Commentaar van het PEL wordt nog toegevoegd)

Notitie Drugsbeleid VVD.

I. Inleiding.

In het verkiezingsprogramma van de VVD staan verschillende zaken die met drugsgebruik, gezondheidszorg en met overlast van junks te maken hebben. Die verschillende zaken zijn in deze notitie van de VVD gemeenteraadsfractie bij elkaar gebracht in één consistent verhaal.
Deze notitie is op de website van onze afdeling voor iedereen toegankelijk. Via mails zijn media en relevante instanties geattendeerd op deze notitie met het verzoek er aandacht aan te schenken en/of te reageren. Reacties zullen eveneens op de website worden geplaatst.

Softdrugs.

De VVD is liberaal in de tolerantie ten opzichte van keuzes die mensen maken, waarbij we een grote mate van realiteitsbesef aan de dag leggen. Dus: geen achterhoedegevechten in de trant van: "blowen en ander gebruik van soft drugs zou eigenlijk niet moeten en alle coffeeshops moeten dicht".
Dat is achterhaald en het feit dat meerdere landen stapsgewijs werken aan een legalisering van soft drugs wijst ook op de internationaal groeiende consensus over dit standpunt.
We zijn progressief in het feit dat we openstaan voor een experiment voor de aanpak van de achterdeurproblematiek. De huidige situatie aan de achterdeur trekt criminelen aan, het is uitermate schimmig en er gaat veel zwart geld in om.

De vrolijke roker die zelf vijf hennepplantjes op zijn balkonnetje heeft staan is al lang niet meer interessant. Het gaat om grote omzetten en er moet een constante aanvoer zijn van allerlei soorten drugs met een constante kwaliteit.
Dit is allang big business, met een zware verharding van dit milieu, zoals onder meer gebleken is uit verschillende grote rechtszaken die de laatste jaren tegen drugscriminelen zijn gevoerd (de Hakkelaar, Charles Z. etc.).
Criminelen hebben de soft drugs - en bijvoorbeeld XTC - allang ontdekt en tot hun territoir gemaakt omdat pakkans en strafmaat in Nederland aanzienlijk lager zijn dan bij de handel in harddrugs.

Hoe zo'n experiment vorm zou moeten krijgen is nog niet uitgekristalliseerd. De lokale overheid zou kunnen werken met een concessieverlening voor het verbouwen van hennep en er zelfs aan kunnen verdienen.
Dat zou de voortzetting zijn van een oude traditie want Hollanders hebben in de 17de en 18de eeuw goud geld verdiend met de handel in opium in het Verre Oosten, hadden daar zelfs een monopolie in! Probleem is dat het OM landelijk gezien hierin een harde negatieve lijn aanhoudt, waardoor de gemeente strafbaar zou zijn o.g.v. de Opiumwet als zij hier te entamerend te werk zou gaan. Hier moeten we de ontwikkelingen afwachten.

Een redelijk nieuw probleem bij de softdrugs is het feit dat er door de kwekers hard gewerkt is aan veredeling van de verschillende soorten middelen. De werkzame stoffen in bijvoorbeeld Superskunk benaderen de hoeveelheid werkzame stoffen in bijvoorbeeld heroïne al heel behoorlijk, met alle risico's op verslaving van dien. Dit is een risico voor de toekomst.

Coffeeshopbeleid.

Voor wat betreft de hoeveelheid coffeeshops is het huidige aantal, zoals vastgelegd in de evaluatie coffeeshopbeleid, de bovengrens.
Anders dan café's hebben coffeeshops vaak te maken met klanten die snel aanwippen, auto laten draaien en weer vertrekken. Voor coffeeshops hangen vaak mensen rond, waarvan de coffeeshop in de Kleine Kerkstraat een voorbeeld is. Het wordt snel door mensen als bedreigend ervaren.

Afgezien van het aantal moet er voor coffeeshops een vestigings- en locatiebeleid worden gevoerd waarbij vestiging in woon- en winkelbuurten moet worden vermeden.
Aansluiting kan worden gezocht op het horecaconcentratiebeleid.
Het gemeentelijk non beleid van de jaren 90 waarbij er - door een lek in de regelgeving - een coffeeshop kon worden gevestigd in elk achenebbisj pandje in de stad moet worden omgebogen in een volwassen vestigingsbeleid met het getalscriterium als bovengrens. Dat moet op de duur voor de hele bedrijfstak leiden tot een planologisch acceptabele situatie voor de stad.

Harddrugsbeleid.

Bij harddrugs ligt het betrachten van tolerantie moeilijker. De handel valt heel duidelijk in de strafrechtelijke sfeer en gebruikers plegen veel criminele feiten. Gebruik van harddrugs werkt, bijvoorbeeld bij het gebruik van crack, een onmiddellijke en acute verslaving op, met een grote behoefte aan drugsgebruik.

Polidruggebruik, waarbij er naast harddrugs nog allerhande soorten pillen worden geslikt al of niet in combinatie met alcohol, met onvoorspelbare effecten op het gedrag, is daarnaast de laatste jaren steeds meer in zwang gekomen.
Gewelddadige incidenten op straat waarbij mensen op straat ineens mataglap worden, hebben hier mee te maken.
Zinloos geweld valt ook vaak op deze materie terug te leiden, met daarbij de omstandigheid dat psychiatrische patiënten, door een gewijzigd opnamebeleid steeds vaker in het daklozencircuit vervallen, sowieso al labiel zijn, dan ook drugs gaan gebruiken en daarmee een extra risico vormen.

Er moet bedacht worden dat er ook harddrugsgebruikers zijn die een modus vivendi hebben gevonden om met hun verslaving om te gaan.
Ze hebben een huis, een baan en vaak een relatie. Bij spuitomruilprojecten komen ook vaak keurige heren in driedelig grijs hun nieuwe injectienaalden ophalen. Dit is een groep die zichzelf redt en die hun verslaving redelijk onder controle heeft. Niet elke harddruggebruiker is met andere woorden een crimineel.

Het opsporen van harddrugs en het vervolgen van de mensen die er in handelen valt in de sfeer van het Strafrecht waarbij de lokale overheid geen taak heeft, misschien met uitzondering van het feit dat hiervoor voldoende menskracht bij de politie moet worden vrijgemaakt en dat hierop door de raad kan worden toegezien. De VVD vindt dat dit beleid onverkort moet worden doorgezet en waar nodig geïntensiveerd.

Afkick- en Opnamebeleid.

Resteert de groep problematische harddruggebruikers, vaak dakloos, voor wie keuzes moeten worden gemaakt. De laatste jaren is op verschillende plaatsen in het land ervaring opgedaan met het creëren van voorzieningen en een adequate aanpak van deze groep.

In het verleden is vaak met name het slachtofferschap van deze groep benadrukt en deze mag natuurlijk ook niet worden veronachtzaamd.
Afkickprojecten, op basis van vrijblijvendheid hebben tot dusver echter een bedroevend resultaat opgeleverd. Verder blijkt dat een aanpak, gebaseerd op vermeend aanwezig verantwoordelijkheidsbesef bij de gebruiker vaak op een teleurstelling uitloopt.

Daar staat tegenover dat de overlast op straat groeit en dat heel veel mensen zo langzamerhand spuugzat zijn van de kleine criminaliteit die hen overkomt en onveiligheidsgevoelens die ze soms op straat voelen. Er dient bedacht te worden dat 80 tot 90% van de kleine criminaliteit gepleegd wordt door een zeer klein aantal daders die praktisch allemaal, zonder uitzondering, problematisch harddruggebruiker zijn.

De VVD heeft er landelijk en lokaal voor gepleit dat ten eerste opname in Psychiatrische Ziekenhuizen wordt versimpeld door een aanpassing van het B.O.P.Z. (Besluit Opname etc.). Het is nu heel moeilijk om iemand gedwongen op te laten nemen, waarbij je je in alle gemoede af kunt vragen of een dakloze psychotische junk, met één of meer verslavingen, elke situatie, met achterliggende keuzes, wel altijd in zijn totaliteit overziet.

Daarnaast is er, eveneens lokaal en landelijk, gepleit voor een versnelde verruiming van de W.O.V. (Wet Opvang Verslaafden).
Dit is een nieuwe maatregel waarbij strafrecht en hulpverlening hand in hand met elkaar gaan.

Een zware verslaafde recidivist kan voor een op zich simpel feit tot anderhalf jaar van straat worden gehaald op grond van deze maatregel.
In het begin van het traject overheerst het Strafrecht waarbij gedwongen wordt afgekickt, later krijgt het hulpverleningsaspect de overhand en wordt er gewerkt aan een nieuw perspectief zoals huisvesting en een baan.
De vrijblijvendheid van eerdere afkickprojecten is hier met andere woorden vervangen door een harde strafrechtelijke start van het traject, vanuit het idee dat de motivatie gedurende het traject dan wellicht groeit en met als achterliggend voordeel dat de straat een geruime tijd van de aanwezigheid van zo'n persoon verlost is.
In vakkringen wordt het dwangaspect dat aan deze regeling verbonden is, fel bekritiseerd, dit in tegenstelling tot de kritieken op de eerdere, meer vrijblijvende aanpak.
The proof of the pudding is in the eating, zo vindt de VVD.

De maatregel geldt nu slechts in de vier grote steden en er gaat zeker een afschrikwekkend effect vanuit. Dat werkt het risico in de hand dat de betreffende groep zich elders gaat oriënteren en dat is een ontwikkeling waar de VVD Leeuwarden niet op zit te wachten. De regeling moet zo snel mogelijk een landelijke werking krijgen om het verplaatsen van problemen te voorkomen.
Nu al groeit de groep harddruggebruikers in Leeuwarden. De gemeente moet, bij eventueel achterblijven van het Rijk, bereid zijn om bijvoorbeeld G.S.B.-geld in te zetten om introductie van de W.O.V.-regeling in Leeuwarden mogelijk te maken.

Voorzieningenbeleid.

De groep dakloze verslaafden die nu in Leeuwarden verblijft moet worden opgevangen. Daarvoor zijn verschillende voorzieningen aanwezig, zoals bijvoorbeeld de Terp. Ook de dagopvangvoorzieningen maken deel uit van dit aanbod dat in zijn totaliteit door de VVD wordt onderschreven. Het is wel zaak dat Leeuwarden niet beleidsmatig een zodanig grote ambitie op zijn schouders laadt dat we de problemen van heel Nederland willen oplossen. Voor de bestaande groep moeten voorzieningen en bezigheden worden ontwikkeld, niet meer en niet minder.

In dit kader moet vermeld worden dat de VVD er geen voorstander van is dat Leeuwarden de bevolkingsadministratie van alle daklozen in Fryslân voor haar rekening neemt.
De stad heeft t.o.v. de rest van de provincie sowieso een aanzuigende werking op probleemgevallen en deze moet niet worden versterkt door regelingen centraal uit te voeren.

De beschikbare middelen voor de verslavingszorg en de maatschappelijke opvang die Leeuwarden voor de hele provincie moet verdelen, moeten decentraal in de provincie worden ingezet.
Het is geen probleem als de instellingen uit Leeuwarden deze geldstroom volgen en gaan decentraliseren. Het is wel een probleem als het geld voor de hele provincie centraal in de stad wordt ingezet en als de verslaafden de geldstroom volgen.

Ook het feit dat ex gedetineerden, die vaak verslaafd de gevangenis uitkomen, zonder veel problemen een uitkering en een voorschot hierop kunnen krijgen wordt door de VVD niet toegejuicht. Het is een bekend feit dat de criminaliteitscijfers in alle steden met een Huis van Bewaring hoger liggen dan in vergelijkbare steden zonder HvB. Gedetineerden blijven soms hangen in de stad, hebben hiermee verder geen binding en pakken hun oude bezigheden weer op.

Voorheen kregen vrijgelatenen een treinkaartje of vervoer naar hun laatste verblijfplaats, dat is echter afgeschaft. De VVD vindt dat de gemeente hierin een rol zou kunnen vervullen. Naast het niet meer verstrekken van voorschotten bij de Sociale Dienst, zouden werknemers van de Stichting Werkwijzer of de Stadswacht vrijgelaten gedetineerden gratis naar een stad van hun voorkeur in Nederland kunnen vervoeren!
Door de gedetineerden, die hun straf erop hebben te zitten, zal het als een prettige service worden ervaren en deze service creëert additionele, niet concurrentievervalsende werkgelegenheid.

Bij het verder uitwerken van de voorzieningen voor de bestaande groep harddruggebruikers kan worden geleerd van ervaringen elders in den lande. Bij het runnen van die voorzieningen moet er sprake zijn van een exploitatie met strakke afspraken die consequent gehandhaafd worden. Iemand die zich misdraagt in de Terp slaapt 's nachts buiten, zo simpel ligt dat nu al.
Als een verslaafde afspraken kan maken en nakomen met zijn of haar dealer, dan moet dat ook mogelijk zijn met de exploitant van een opvangvoorziening en met de omgeving van die opvangvoorziening. Als dat niet mogelijk is, dan heeft de verslaafde een probleem en niet de instelling of de omgeving van die instelling.

In concreto houdt dit in dat het toegangspasje van de opvang moet worden ingetrokken bij wangedrag en het niet nakomen van afspraken.
Gekoppeld aan het intrekken van het pasje vervalt ook het postadres dat betrokkene in de praktijk altijd op het adres zet van de opvanginstelling.
De Sociale Dienst is dan vervolgens niet meer in staat om een uitkering te verstrekken, want dit kan alleen als iemand een vaste woon- of verblijfplaats heeft en dat is in deze situatie niet meer het geval.
Op het moment dat iemand dan toch een uitkering wil aanvragen dan zal hij of zij zich moeten vervoegen bij een loket van een Sociale Dienst elders in het land. Bij het uitreiken van een pasje moet dit heel helder worden meegedeeld.

Het is noodzakelijk dat de verschillende instellingen die in Leeuwarden werkzaam zijn hierover goede afspraken maken, die desnoods in de subsidiecontracten kunnen worden vastgelegd, om te voorkomen dat er binnen Leeuwarden van postadres wordt gewisseld.
Het moet heel duidelijk zijn dat er voorzieningen zijn waarop een goede en verantwoordelijke manier gebruik van moet worden gemaakt.

Toekomstig Beleid/initiatieven.

Het blijft een tegenstrijdigheid dat er voorzieningen worden gecreëerd voor een groep mensen van wie we kunnen aannemen dat hun inkomen niet toereikend is voor hun verslaving en dat ze dit inkomen op alle mogelijke wijzen zullen proberen aan te vullen.
Vanuit de optiek van het beperken van overlast qua criminaliteit en aantasting van de leefbaarheid in wijken en buurten is de VVD daarom voorstander van een experiment met het gecontroleerd verstrekken van heroïne aan een zorgvuldig geselecteerde doelgroep.
Daarbij moet gedacht worden aan mensen die al lang verslaafd zijn en altijd hun domicilie in Leeuwarden hebben gehad (dit zijn dezelfde criteria die bijvoorbeeld Amsterdam hanteert).
Het is gebleken dat een groep verslaafden, naast methadon toch behoefte houdt aan harddrugs.

Vanuit dezelfde overlastoptiek is de VVD ook voorstander van een gebruiksruimte, waarbij er over locatie-eisen nog geen standpunt is geformuleerd.
Voordat beslissingen worden genomen en concrete locaties worden aangewezen, dienen eerst de objectieve locatie-eisen onderwerp te zijn van een inspraakprocedure.

Met een gebruikersruimte hoeft er niet meer op straat gesnoven, geslikt, gespoten en geprikt te worden hetgeen de overlast op sommige plekken in de stad aanzienlijk zal verminderen. Ook in een dergelijke ruimte en in de omgeving daarvan passen strakke beheersafspraken. Het contact met de hulpverleningsinstellingen wordt vergemakkelijkt, er kan eens een arts langskomen, dat soort zaken valt simpeler en beter te regelen.

Tenslotte heeft de VVD waardering voor experimenten elders in het land waarbij verslaafden de kans wordt geboden om iets bij te verdienen, mits daar werk voor wordt verricht.
Het feit dat mensen weer in een iets normaler dagritme komen en wellicht op termijn nog een stap voorwaarts kunnen zetten wint het hier van het principe dat verdiensten moeten worden gekort op een uitkering. Bij de verkopers van de straatkrant De Riepe is al sprake van een dergelijke situatie.
Het is niet ondenkbaar dat deze aanpak wordt uitgebreid, waarbij dan niet aan een tweede straatkrant, of aan een eigen Leeuwarder straatkrant moet worden gedacht (Liwwadders bestaat al, per slot van rekening), maar waarbij bijvoorbeeld schoonmaakwerk wordt verricht. In de Randstad is het beeld van een groep junks met bezems die lekker aan het werk zijn, al lang geen uitzondering meer, iedereen heeft er baat bij. Per dag wordt er uitbetaald.

Het moet niet zo zijn dat zoiets in Leeuwarden niet van de grond zou komen omdat dat als betuttelend zou worden ervaren vanuit achterhaalde politieke dogma's.

Tot Slot.

Met de inhoud van deze notitie is het beeld gegeven van de manier waarop de VVD de afgelopen vier jaar stelling heeft genomen en van de wijze waarop zij dat de komende vier jaar wil doen.

Namens de fractie,

Tom van Mourik,
Fractievoorzitter.