'GEDWONGEN SPREIDINGSBELEID'

Onderzoekers: Achterstanden en criminaliteit allochtonen worden blijvend.


Opgehaald van website dagblad Trouw: Bericht d.d. 16/11/2002: 'Gedwongen spreidingsbeleid' Onderzoekers: Achterstanden en criminaliteit allochtonen worden blijvend.


Uit het dagblad Trouw van zaterdag 16/11/2002:

'Gedwongen spreidingsbeleid'

Onderzoekers: Achterstanden en criminaliteit allochtonen worden blijvend

door Kustaw Bessems

2002-11-16

ROTTERDAM - De grote maatschappelijke achterstand en hoge criminaliteit zullen in grootstedelijke achterstandswijken van generatie op generatie worden overgedragen, tenzij allochtonen gespreider komen te wonen en álle ouders in die wijken opvoedingsondersteuning krijgen.

[Dit is nogal een forse bewering. Opvoedingsondersteuning voor ALLE ouders in die wijken? Behoorlijk generaliserend. Omdat je in een bepaalde buurt woont moet je DUS opvoedingsondersteuning krijgen? En als je een spreidingsbeleid voert wordt het allemaal beter? Sommige allochtonen en autochtonen gedragen zich als a-so. Dat is m.i. helaas een feit.
Ooit voerden de woningcorporaties hier voor a-so gezinnen informeel een spreidingsbeleid bij de woonruimteverdeling.
De toenmalige directeur van Patrimonium, dhr. Oostijen, zei ons eens:
"Vroeger dachten we dat dat a-so gezin zich dan wel wat zou 'optrekken' aan de rest van de buurt. Maar dat bleek niet zo te zijn."
In werkelijkheid trok dat ene gezin de directe omgeving 'omlaag'. Wat gebeurde er: De buren probeerden weg te komen en verhuisden. M.a.w.: Wat moet je verwachten van een spreidingsbeleid?]

Dit concluderen wetenschappers van de GGD in Rotterdam en de Universiteit Leiden na onderzoek onder meer dan 4000 Rotterdamse middelbare scholieren.

Vooral Marokkanen en Turken, in mindere mate ook Antillianen, wonen in slechte buurten. "De zwakke economische en maatschappelijke positie van veel ouders in deze buurten maakt hen tot inadequate opvoeders die niet in staat zijn hun kinderen goed voor te bereiden op een succesvolle deelname aan de Nederlandse samenleving", schrijven de onderzoekers.

[Dat zou kunnen. Alleen goed onderwijs en later werk plus de vastbesloten wil om de zooi achter je te laten, helpen. De eerste twee dingen kunnen door de maatschappij geregeld worden, het laatste is een kwestie van emancipatie en intelligentie. Nu al zijn het sommige allochtone jongeren, vooral meisjes die gaan studeren en hun weg beginnen te vinden. Slimme ouders stimuleren dat, domme ouders werken dat tegen.]

Een aantal allochtone ouders kan hun kinderen niet zo opvoeden dat die buiten de criminaliteit blijven. Deze kinderen lopen daarnaast een groot risico op te groeien 'met precies dezelfde zwakke sociaal-economische status als hun ouders'. Antilliaanse, Kaapverdische en Marokkaanse jongens en Antilliaanse en Surinaamse meisjes plegen het vaakst misdrijven. Zij staan onvoldoende onder toezicht van hun ouders en de sociale controle van hun gemeenschap schiet tekort.

[Dus 'een aantal'. Dat betekent dan m.i. 'hulp waar nodig', maar niet voor allen. Maatwerk dus en niet 'groepsgewijs'.]

Allochtone jongeren hebben aanzienlijk vaker een slechte relatie met hun ouders. Zij krijgen minder steun en worden vaker thuis geslagen. Zij hebben ook minder vaak een goede band met leraren.

Ze zijn ongelukkiger dan hun Nederlandse leeftijdgenoten, wat zich met name bij jongens uit in normafwijkend gedrag. Allochtone jongeren die alleen vrienden binnen de eigen groep hebben en die afwijzend staan tegenover Nederlandse normen als tolerantie voor homoseksuelen, plegen meer delicten.
[Precies hetzelfde als Nederlandse 'potenrammers' en a-so jongeren.]

De onderzoekers stellen een aantal rigoureuze maatregelen voor. Zij juichen het toe als in probleemwijken harde maatregelen worden genomen voor de veiligheid, maar leggen zelf de meeste nadruk op opvoeding en onderwijs. A l l e ouders in achterstandswijken zouden opvoedingsondersteuning moeten krijgen. Daarnaast zouden allochtonen moeten worden verspreid over wijken. "Dwang moet daarbij niet worden geschuwd", zegt onderzoeksleidster J. Junger Tas.


Einde bericht dagblad Trouw. Commentaar tussen [].

Tenslotte: M.i. zou alleen aan ouders die het nodig hebben opvoedingsondersteuning moeten worden aangeboden. Verplicht stellen helpt m.i. niet; het gaat me veel te ver en wekt alleen maar weerstand op. En dan dat spreidingsbeleid: De onderzoekers willen dat verplicht stellen. Dat zou dan moeten helpen. Ik geloof daar niks van: De blanke buren als corrigerende factor voor een bv. zwart a-so gezin? Onzin, daar komt niks van terecht. Het enige wat er gebeurt is een verhuisgolfje van de buren. Nogmaals: Het enige wat op termijn helpt en dan vooral m.b.t. de tweede generatie allochtonen is opleiding, inclusief een redelijke beheersing van de Nederlandse taal (zonder dat kun je je hier niet echt goed redden; net zo min als ik me in Ankara zou redden zonder het Turks wat te beheersen) scholing en geschoold werk.
Dan krijgt men ook een keuze voor wat betreft waar men wil wonen. Nu al is het zo, dat m.i. onder allochtonen de meningen zeer verdeeld zijn over de vraag of men bij elkaar wil wonen of juist niet. Het gaat er m.i. om die individuele keuzevrijheid te scheppen.

Voor wat betreft woonruimteverdeling door woningcorporaties zou een gedwongen spreidingsbeleid voor allochtonen maar niet voor autochtonen m.i. betekenen dat je het principe van gelijke behandeling en gelijkwaardigheid los laat en daarmee gaat een van de grondslagen verloren van onze maatschappij:
Jantje is autochtoon en voor hem gelden de 'gewone' spelregels bij woningtoewijzing, maar voor Achmed, die allochtoon is niet, want Achmed is een probleem. Voor hem bedachten we dus maar andere spelregels waarbij wij voor hem de keuzes al maakten...
Daarmee zou een hoge prijs worden betaald voor een m.i. niet werkende 'oplossing' van de gesignaleerde problemen. Het betekent:
Om de Nederlandse maatschappij te redden moesten we haar grondslagen helaas (deels) opofferen... Dat zouden we niet moeten willen.


secretariaat Ver. P.E.L.