Tijdens de Raadsvergadering van dinsdagavond 14-12-1999 die op een patstelling uitdraaide na diverse schorsingen, kwam niet alleen de heffing rioolrechten aan de orde, maar ook de Zalmsnip. Over deze vergadering is al eerder bericht. Ik herhaal hieronder een stukje uit een bericht van de Leeuwarder Courant van 15-12-1999 over deze vergadering m.b.t. de Zalmsnip:
'Om het leed iets te verzachten, zou de Zalmsnip volgend jaar uitsluitend worden uitgekeerd aan belastingbetalers. De PvdA-fractie stak daar echter een stokje voor. Met een motie, gesteund door alle fracties minus de VVD, dwomg de PvdA ook uitkering aan de minima af. Die betalen dankzij het kwijtscheldingsbeleid nu geen belasting.'
Het Collegevoorstel ging er van uit, dat alleen degenen die rechtstreeks de Afvalstoffenheffing betaalden (hetzij via de Frigem-nota's hetzij op aanslag meteen aan de gemeente) de Zalmsnip zouden krijgen en dat een overschot van voorgaande jaren, t.w. ¦450.000,- in de algemene reserve zou verdwijnen. Dit is echter Rijksgeld, hoewel m.n. de PvdA-hoek van mening is dat de gemeente dit geld wel kon inpikken. De redenatie die ik wel heb gehoord was: Omdat het Rijk het geld in het Gemeentefonds stortte, is het van de gemeente en kan het Rijk er niks tegen doen als we het anders besteden. Dit is de bekende houding van: Wij als lokale PvdA maken wel uit hoe het hier toegaat; we hebben nergens mee te maken, ook niet met 'Den Haag'. Kortom: Arrogantie van de macht. Men ziet hierbij echter 'even' over het hoofd dat gezien de inhoud van de circulaire van minister Peper, feitelijk gesproken kan worden van 'geoormerkt' geld. Zie het vervolg van dit verhaal.
Sneu was alleen voor diverse raadsleden en voor wethouder Hermien de Haan, m.b.t. hun eigengereide plannen met de Zalmsnip, dat er op 29-11-1999 net een circulaire binnen was gekomen van het Ministerie van Binnenlandse Zaken, ondertekend door de Minister, A. Peper. De circulaire was gericht aan alle gemeentebesturen en provinciebesturen in Nederland en ging over diverse fiscale zaken, waaronder de Zalmsnip. Een aantal citaten uit de circulaire:
1. Inleiding.
Gemeenten en burgers stellen regelmatig vragen over de toepassing van
de wet tot voortzetting van de lastenverlichting (¦100,- maatregel) vanaf 2000. In het licht daarvan en gelet op het feit dat de Eerste Kamer op 9 november 1999 heeft ingestemd met het wetsvoorstel tot voortzetting van de lokale lastenverlichting vanaf 2000, acht ik het gewenst om door middel van deze circulaire nogmaals uw aandacht te vragen voor verschillende aspecten van de lokale lastenverlichting.
In deze circulaire wordt u tevens op de hoogte gesteld van de laatste
stand van zaken op het gebied van het initiatiefvoorstel
'substraatteelt' en van de wijziging in de Uitvoeringsregeling
Invorderingswet 1990 inzake het kwijtscheldingsbeleid. De circulaire
wordt u mede namens de staatssecretaris van Financiën aangeboden.
2. Lokale lastenverlichting vanaf 2000
De intentie van de lastenverlichting is niet gewijzigd: ook vanaf
2000 is de lastenverlichting bedoeld voor alle huishoudens, en wel
voor de volle ¦100,- Echter vanaf 2000 is er meer vrijheid in de vormgeving van de lastenverlichting.
[N.B.: Het is hiermee duidelijk, dat ALLE HUISHOUDENS gewoon die honderd piek moeten hebben en ook geen andere (lagere) bedragen, zoals bijv. in Leiden.]
In §10.2 van de septembercirculaire van 1999 is reeds aangegeven dat
het "Leidse model", waarbij ¦75,- wordt uitgekeerd aan alle huishoudens en ¦25,- wordt aangewend voor gericht minimabeleid, de uiterste invulling is van de beoogde doelstelling dat alle gezinshuishoudens een herkenbare en gelijke lastenverlichting ontvangen.
[Dat 'Leidse model' klinkt sympathiek, maar het klopt zo dus niet. Specifiek minimabeleid kun je beter niet via de Zalmsnip regelen, maar op een andere manier, is mijn conclusie.]
Al tijdens de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer is aangegeven dat het volledig toevoegen van de lastenverlichting aan de algemene middelen of het exclusief aanwenden van de lastenverlichting voor
minimabeleid, niet is toegestaan. [Duidelijke taal, zou ik zeggen.]
2.1. De vijf meest gestelde vragen
Vraag 1. Kan de lastenverlichting worden verdisconteerd in de tarieven OZB?
Antwoord: Verdiscontering van de lastenverlichting in de tarieven OZB (in de zin van verdiscontering in zowel het eigenaren- als het
gebruikerstarief voor woningen en niet-woningen) is niet toegestaan.
Verdiscontering van de lastenverlichting uitsluitend in het
gebruikerstarief OZB voor woningen is toegestaan; het is echter niet
wenselijk.
[Dit is weer wat tegenstrijdig met het principe dat alle
huishoudens recht op de Zalmsnip hebben, want wie kwijtschelding
gebruikersdeel OZB krijgt, krijgt dan geen Zalmsnip.]
Bewoners van woningen met een relatief hoge waarde ontvangen namelijk in een
dergelijke situatie meer lastenverlichting dan bewoners van woningen
met een relatief lage waarde. Daarnaast is verdiscontering in het
gebruikerstarief vaak slechts een theoretische mogelijkheid. Dat kan
namelijk alleen als de tot nu toe gehanteerde relatieve limiet (het
tarief van de eigenarenbelasting mag niet hoger zijn dan 125% van het
tarief van de gebruikersbelasting) en de bandbreedte voor
tariefdifferentiatie daar nog ruimte voor bieden. Indien de relatieve
limiet nog niet volledig is benut kan hierdoor de lastenverlichting,
afhankelijk van de ruimte ten opzichte van de relatieve limiet al dan
niet geheel, worden verdisconteerd in het gebruikerstarief OZB zonder
dat het eigenarentarief wordt verlaagd. Indien de relatieve limiet al
wel volledig is benut en de lastenverlichting toch volledig wordt
verdisconteerd in het gebruikerstarief OZB, moet de gemeente
tegelijkertijd zorgdragen voor verlaging van het eigenarentarief. In
ieder geval geldt dat een gemeente een tariefdifferentiatie voor
woningen en niet-woningen dient te hanteren, zodat verdiscontering
van de lastenverlichting in de OZB beperkt blijft tot het
gebruikerstarief voor woningen.
Vraag 2. Hoe dient de kostendekkendheid van rechten te worden berekend als de lastenverlichting wordt verdisconteerd in de tarieven?
Antwoord: De berekening van de tarieven (en daarmee de kostendekkendheid) van de reinigingsheffingen of rioolrechten dient plaats te vinden zonder rekening te houden met de lastenverlichting. Vervolgens kan de lastenverlichting in mindering worden gebracht via een nominale korting of via verdiscontering van de lastenverlichting in de tarieven.
Vraag 3. Is het toegestaan de ¦100,- aan te wenden voor een begrotingstekort, waardoor wordt voorkomen dat de gemeentelijke belastingen met een x-percentage moeten worden verhoogd?
Antwoord: De lastenverlichting is bedoeld voor alle huishoudens en
dient als zodanig herkenbaar te zijn. Het is daarom niet toegestaan
de lastenverlichting aan te wenden ten behoeve van de algemene
middelen.
[Het begrotingsoverschot Zalmsnip uit voorgaande jaren laten verdwijnen in de algemene reserve en daarmee op termijn benutten voor de algemene middelen, wat wethouder Hermien de Haan wil, is doodgewoon niet toegestaan. Met betrekking tot alles waarmee Leeuwarden afwijkt van de bedoeling van de Zalmsnip zoals genoemd in deze circulaire, zal de Vereniging P.E.L. een brief sturen naar het ministerie van Binnenlandse Zaken en hiervan melding maken.
Van de SP-raadsfractie heb ik begrepen dat zij m.b.t. de Zalmsnip en de
kamerbewoners, die deze niet krijgen in 2000, hun Tweede Kamerfractie
zullen benaderen.]
Vraag 4. Kan de ¦25,- zoals genoemd in het 'Leidse' model, ook gebruikt worden voor bekostiging van bestaand minimabeleid?
[N.B.: Hier wil kennelijk een gemeente eigen geld besparen op haar
uitgaven voor het minimabeleid en daarvoor de Zalmsnip-gelden
gebruiken. Weg ¦100,- betaling dus... Niet gek op Mac maar gek op Zalm dus... Even vies dus.]
Antwoord: Het 'Leidse' model, waarbij ¦75,- wordt uitgekeerd aan alle huishoudens en ¦25,- wordt aangewend voor gericht minimabeleid, is zoals gezegd de uiterste invulling van de beoogde doelstelling. Bij de invulling van het 'Leidse' model is gesproken over gericht minimabeleid. Hiermee wordt nieuw minimabeleid bedoeld. Bij
bekostiging van bestaand minimabeleid zou er immers geen sprake zijn
van lastenverlichting. Dit is uiteraard anders als de
lastenverlichting wordt aangewend voor het opheffen van voorgenomen
bezuinigingen op bestaand minimabeleid.
[Dat met 'gericht' minimabeleid 'nieuw' minimabeleid wordt bedoeld is maar de vraag. Dat moet dan uit nadere gegevens nog maar blijken. Terecht wordt gesteld dat als je m.b.v. Zalm-geld bestaand minimabeleid betaalt, er geen
sprake is van lastenverlichting. Waarom dat anders zou zijn als 'de
lastenverlichting wordt aangewend voor het opheffen van voorgenomen
bezuinigingen op bestaand minimabeleid', ontgaat me omdat dit eerder
doet denken aan het op slinkse wijze eerst roepen dat je helaas moet
bezuinigen en dan snel de Zalmsnip van stal halen en zeggen dat dat
gelukkig niet hoefde... Als dat het 'nieuwe' minimabeleid in Leiden
is, gaat het niet om beleid van de wethouder van GroenLinks maar van
GroenSlinks...]
Het aanwenden van de ¦25,- voor de algemene middelen, is niet toegestaan.
Vraag 5. Dienen huishoudens die kwijtschelding ontvangen ook ¦100,- lastenverlichting te ontvangen?
Antwoord: De lastenverlichting dient aan alle huishoudens te worden
verstrekt, inclusief de huishoudens die in aanmerking komen voor
kwijtschelding.
[Ook op dit punt zit het Collegevoorstel totaal fout!
Rest van tekst circulaire weggelaten. Gaat over andere zaken.]
De minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties,
A. Peper
Einde van deel van tekst circulaire BiZa d.d. 29-11-1999. Commentaar tussen [].
De studenten-haters bij met name de PvdA-fractie, zoals
fractievoorzitster Marga Waanders en wethouder Hermien de Haan, die
alle kamerbewoners en studenten op kamers als potentiële fraudeurs
zien, zonder dit hard te kunnen maken, wachtte nog een tweede brief:
Er was op dinsdagavond 14-12 jl. ook nog een schrijven van de
colleges van bestuur van de Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. De
tekst luidde als volgt:
Aan het College van B&W
Postbus 21000
8900 JA Leeuwarden
Leeuwarden, 26 november 1999
Uw kenmerk:
Ons kenmerk:
Doorkiesnummer: 058 - 2 961 523
Onderwerp: Zalmsnip voor Leeuwarder Studenten
Geacht College,
Wij hebben begrepen dat de gemeente Leeuwarden volgend jaar de
Zalmsnip van ¦100,- mogelijk aan de Leeuwarder studenten zal onthouden. Als colleges van bestuur van de drie in Leeuwarden gevestigde hogescholen spreken wij hierover onze verbazing uit.
[Zoals vaker gesteld: Student of geen student is voor de Zalmsnip
geen criterium. B&W willen de Zalmsnip niet betalen aan mensen die op
kamers wonen, waaronder veel studenten, maar ook anderen, soms
jongeren die van ¦900,-/mnd uitkering moeten leven. B&W weigeren te begrijpen dat je onzelfstandige woonruimte kunt huren en toch een zelfstandige huishouding kunt voeren. B&W vinden dat kamerbewoners en studenten potentiële fraudeurs zijn, zo blijkt uit het
Collegevoorstel. Fractievoorzitster Waanders van de PvdA vindt dat
gezien de toekomstige 'sociaal-economische positie van studenten' dat
zij geen Zalmsnip hoeven. Waarom dan o.a. de rijke Leeuwarders dan
wel? Alleen de SP en het PEL hebben onverkort vastgehouden aan de
Zalmsnip OOK voor alle kamerbewoners!]
Dat de gemeente Leeuwarden, die zich in de afgelopen jaren toch heel nadrukkelijk heeft willen profileren als 'HBO-stad' met goede voorzieningen en huisvestingsmogelijkheden voor studenten, zo weinig oog heeft voor de financiële positie van deze bevolkingsgroep, begrijpen wij niet. Leeuwarden plaatst zich hiermee in een uitzonderingspositie ten opzichte van andere studentensteden als Groningen. Een negatief uitstralingseffect op het imago van de stad voor studenten kan hiervan het gevolg zijn. Het argument dat de Zalmsnip bedoeld zou zijn als maatregel tot lastenverlichting en niet als inkomensmaatregel en daarom wordt opgenomen in het tarief van de afvalstoffenheffing, spreekt ons niet aan. Wij zijn van mening dat elke in de gemeentelijke basisadministratie opgenomen student een zelfstandig huishouden voert en in principe voor de Zalmsnip in aanmerking dient te komen. Dat de uitvoering van de uitkeringsregeling fraudegevoelig en mede daardoor bewerkelijk is, mag naar onze mening niet betekenen dat 'de goeden dan maar onder de slechten moeten lijden'. Voorts merken wij op dat het feit dat de uitkering in het verleden niet massaal is aangevraagd te maken kan hebben met de wijze waarop daarover is gecommuniceerd. Daarin valt wellicht verbetering aan te brengen.
Langs deze weg willen wij opkomen voor de belangen van onze
studenten in dezen. Als gezamenlijke colleges van bestuur doen wij
een dringend beroep op uw College en op de gemeenteraad om de
Zalmsnip volgend jaar onverkort toe te kennen aan alle Leeuwarder
studenten.
[En ook aan kamerbewoners die geen student zijn, mag ik
hopen?]
Met vriendelijke groet,
mede namens de colleges van bestuur van de CHN en het VHL,
drs. J.C.M. Mensink
lid College van Bestuur
Einde brief Noordelijke Hogeschool Leeuwarden. Commentaar tussen [].
HOE GING HET VERDER: Op vrijdag 17-12-1999 heeft het College een
compromisvoorstel gemaakt over de Zalmsnip en het rioolrecht.
T.a.v. de Zalmsnip is het voorstel nu als volgt:
1. De ¦450.000,- Zalmsnip geld die overbleef van de afgelopen twee jaar wordt gebruikt om de afvalstoffenheffing te verlagen. Dit geld gaat NIET in de algemene reserve.
2. Mensen die kwijtschelding hebben van gemeentelijke belastingen en heffingen hebben in 2000 ook recht op deze honderd piek.
3. Hetzelfde geldt voor mensen in verpleeg- en verzorgingstehuizen.
4. Kamerbewoners, waaronder veel studenten, krijgen nog steeds conform het oorspronkelijke voorstel, in 2000 geen Zalmsnip meer.
secretaris P.E.L.