Dit is het inspraakverhaal dat gehouden zou worden in de Commissie Bestuur en Middelen op 17-11-1999. Omdat het al vrij laat was geworden, werd besloten om dit agendapunt plus verdere agendapunten te verplaatsen naar de vergadering van de Commissie Bestuur en Middelen van woensdagavond 24 november a.s. aanvang 19.30 uur. Hieronder de tekst van het inspraakverhaal over het voorstel van B & W over opheffing van de heffing rioolrecht, waarbij het rioolrecht in de Onroerend Zaak Belasting zou worden opgenomen:


AAN DE COMMISSIE BESTUUR & MIDDELEN GEMEENTE LEEUWARDEN

Onderwerp: Aanpassing heffing rioolrechten jaar 2000

Leeuwarden, 17-11-1999

Geachte Commissieleden,

Over het voorstel om de heffing rioolrechten voortaan onder te brengen in de OZB-heffing het volgende:

Er wordt enerzijds gesteld dat de capaciteit van het rioolstelsel afgestemd is op het transport van regenwater, maar anderzijds wordt onder het kopje 'Waarom rioolrechten?' gezegd dat rioolrecht een vergoeding is voor afvoer van water en vuil uit woningen en andere gebouwde roerende en onroerende zaken. Dat is meer dan hemelwater.
De realiteit is, dat het rioolstelsel voor beide dingen wordt gebruikt:

  1. Afvoer hemelwater van zowel roerende als onroerende zaken in zowel particulier als publiek eigendom.
  2. Afvoer van water en vuil uit woningen en andere roerende en onroerende zaken, zowel in particulier als publiek eigendom.
DUS:
  1. Hemelwater plus afvoer van water voor 'huishoudelijk' gebruik.
  2. Idem van publieke eigendom.
Dit brengt ons op de keuze voor alternatief 3 als keuze die hieraan het meest recht doet, hoewel op alle keuzes qua rechtvaardigheid wel iets is aan te merken.

Ons idee is, het rioolrecht te handhaven en de kosten van afvoer van hemelwater van particuliere eigendommen bij de eigenaren te leggen en de kosten van afvoer van water en vuil uit particuliere roerende en onroerende zaken bij de gebruiker.

Die kosten in het eigenaarsdeel OZB stoppen is oneigenlijk, want immers: In de OZB en met name in haar grondslag, de WOZ-waarde zit al verdisconteerd dat een pand regenpijpen heeft. Is dat niet zo, dan was de WOZ-waarde lager en had de eigenaar een probleem.
Ook 'het genot van het hebben van een aansluiting' zoals dat in het jargon heet, zit al verdisconteerd in de WOZ-waarde. Geen rioolaansluiting hebben zou nl. de WOZ-waarde lager doen uitkomen als zijnde een waardeverlagende factor.

Wel een aansluiting hebben op een riool via afvoeren en via regenpijpen betekent nog niet dat die aansluiting gratis gebruikt mag worden. Een kastje hebben voor signaal van radio of TV of een telefoonstopkontakt betekent ook niet dat kabel of telefoon gratis is.
Ons voorstel is om het rioolrecht eigenaarsdeel te handhaven en als grondslag voor deze heffing te kiezen:
Vergoeding van onkosten voor exploitatie van de openbare riolering voor hemelwater op basis van het draagkrachtbeginsel.
Alternatief 3 doet dit in feite ook, alleen koppelen wij dit specifiek aan de hemelwaterafvoer.

Als grondslag voor het eigenaarsdeel rioolrecht kiest alternatief 3 voor de WOZ-waarde. Op blz. 7 wordt dat alternatief verder besproken. Terecht wordt gesteld dat de gebruiker niet wordt belast met de eigenaarsheffing. Wij zien dat als een voordeel.
Wel wordt in algemene zin de grondslag WOZ-waarde wat ongelukkig geformuleerd. (zie blz. 6 alternatief 1) Die motivering geldt in feite ook bij alternatief 3 en 5 (Collegevoorstel) want de OZB loopt ook op de WOZ-waarde. De motivering is: Meer WOZ-waarde, meer oppervlak, meer oppervlak, meer meters riolering. Dit is discutabel: Groot pand op laag gewaardeeerde lokatie kan toch lage WOZ-waarde hebben en klein pand op toplokatie een hoge.
Daarom kiezen wij voor WOZ-waarde met het draagkrachtbeginsel als achterliggend kriterium.

Er wordt ook gesteld dat dan bezwaarschriften 2 maal moeten worden afgedaan, nl. zowel voor de OZB als voor het rioolrecht.
Dat is een verwarrende zin: Tegen het eigenaarsdeel van dit alternatief moet je bezwaar maken tegen de WOZ-waarde, die invloed heeft op de OZB zelf, op de Waterschapslasten, op het huurwaardeforfait en dan ook op het eigenaarsdeel rioolrechten, in feite een wonder van efficiëntie voor de burger.
En bezwaar tegen het gebruikersdeel rioolrecht dan dat in alternatief 3 loopt via het waterverbruik? Hoezo? Is er dan geen douche, geen toilet, geen keuken? Voor onjuist vastgesteld waterverbruik moet je zijn bij het waterleidingbedrijf, niet bij de gemeente.
Wel moet de toerekening per soort heffing (eigenaarsdeel en gebruikersdeel) evenwichtig zijn en dat was kennelijk volgens de Hoge Raad bij oude systeem niet zo, omdat de tariefstructuur bij de gebruikersheffing niet goed was. Wij zien niet in dat een gebruikersheffing per kub.m. water met bijv. een vast percentage disproportioneel zou zijn.

Wij zien de gebruikersheffing in alternatief 3 niet als een milieuheffing maar als vergoeding voor het gebruik van het riool voor afvalwater waarbij het waterverbruik als meeteenheid wordt gebruikt. Meetproblemen bij collectieve watermeters? In die situatie moet de verhuurder nu ook al de verdeelsleutel bepalen voor zijn kostentoerekening per huishouden, dan ook.

Een bezwaar van B & W tegen een gebruikersheffing op deze wijze is dat het vestigingsbeleid voor bedrijven hierdoor onder druk zou komen te staan. In alternatief 3 worden echter niet alle kosten via het water geïnd, zodat de opslag per kub.m. lager kan zijn.
Bezwaar tegen het B & W voorstel is o.a. dat bij de OZB de eigenaarstarieven onvermijdelijk de gebruikerstarieven op sleeptouw nemen, ook al zet je dat op de maximaal toegestane verhouding van 1:1,25. Alternatief 3 heeft dat probleem niet.

Overige problemen met gebruikersheffing innnen via waterverbruik:

Tenslotte: In de bijlage wordt nog verwezen naar het rapport 'Rioolrechtdifferentiatie' van Hengelo en alternatief 3 zou m.b.t. het eigenaarsdeel ongeschikt zijn voor grote bedrijven. In onze optiek gaat het dan om alleen de kosten van afvoer van hemelwater en waarom zou dat niet kunnen op basis van het draagkrachtbeginsel? Dan vecht men de WOZ-waarde maar aan, dat recht heeft men. En let wel: Ook het B & W voorstel kan die weg niet dichtspijkeren en een argument dat het aantal bezwaarschriften dan toeneemt, is een non-argument. Het is gewoon een taak van de overheid om ook bezwaarschriften te behandelen en wij willen noch burgers noch bedrijven dat recht ontnemen.

secretariaat P.E.L.