7-5-2001

Dhr. Tom van Mourik, fractievoorzitter VVD, heeft een verhaal geschreven voor de 'Te Gast' rubriek van de Leeuwarder Courant. Onderwerp: De kwestie met de WOZ-waarden en de OZB in 2001. Hij vroeg of zijn verhaal ook als ingezonden stuk op onze website kon. Dat kan, maar de consequentie is dan wel dat we hier ook commentaar op leveren.
Hieronder volgt eerst zijn verhaal en daarna nogmaals het verhaal, maar dan 'gequoot' en voorzien van commentaar door ondergetekende.

secretaris PEL


Te Gast, door:

Tom van Mourik
Fractievoorzitter VVD
Gemeenteraad Leeuwarden.

Ondernemers draaien op voor Leeuwarder Belastingstrop

De affaire rond de onroerende-zaakbelasting (ozb) in Leeuwarden leeft tot nu toe vooral in een kleine groep van deskundigen en politici. Dat is niet vreemd, want de materie is ingewikkeld en de consequenties zijn moeilijk te doorgronden. Toch is een bredere discussie gewenst, want er liggen ingrijpende voorstellen op tafel die voor veel mensen - vooral ondernemers - grote financiële gevolgen zullen hebben. Het probleem is namelijk niet het wegwerken van de belastingtegenvaller van alleen dit jaar; in het geding zijn de tarieven voor de komende jaren. Er zitten fikse verhogingen aan te komen voor 2002 en volgende jaren.
In deze bijdrage probeer ik jargon zoveel mogelijk te vermijden, op één uitzondering na. Dat is het tijdvakpercentage, de bandbreedte waarbinnen de gemeenten tarieven voor woningen en niet-woningen verschillend mogen vaststellen. Het tijdvakpercentage kan per gemeente anders uitvallen en geldt voor een langere tijd. Leeuwarden wil het tussentijds openbreken. Ter reparatie van de belastingblunder, zo lijkt het in eerste instantie. Maar er zit ook een ideologische component in verscholen: de kosten van de miljoenenblunder moeten éénzijdig worden verhaald op de ondernemers.
Met een te optimistische raming van de belastinginkomsten heeft de gemeente zich vergaloppeerd. Veel niet-woningen bleken minder in waarde te zijn gestegen dan gedacht. Bovendien bleken binnen die groep de zogeheten incourante objecten als scholen, sporthallen en de luchtmachtbasis, helemaal niet in waarde te zijn gestegen. Voor beide tegenvallers wil het college een beperkte groep belastingbetalers laten opdraaien, de ondernemers. Zij betalen het gelag, zodat de ramingen weer kloppen.
Om dit prijskaartje eenzijdig bij deze groep eigenaren neer te kunnen leggen zoekt het college haar toevlucht in een zeer gekunstelde oplossing: het tijdvakpercentage moet worden verhoogd van 1,17 naar 1,64. Dit is één van de hoogste percentages van Nederland, waardoor Leeuwarden in economisch opzicht zijn hand overspeelt ten opzichte van Noord-Nederland.
Aan de hand van de Achmea-toren wil ik laten zien wat het voorkeursscenario van het college in de praktijk betekent. De toren zal na afbouw een WOZ-waarde hebben van ongeveer ¦40 miljoen. Dit is gebaseerd op aantal m2 en huurprijzen. In 2001 zou Achmea ¦230.000 aan ozb moeten betalen (tijdvakpercentage: 1,17). Als het college dit percentage ophoogt tot 1,64, betaalt Achmea in 2002 en volgende jaren voor dezelfde toren minimaal ¦314.880. Een lastenstijging derhalve van 36 procent. De toren is natuurlijk een heel groot gebouw, maar hetzelfde principe geldt ook voor de kledingzaak op de hoek, of een boerderij. Er zal al snel sprake zijn van een lastenverzwaring van ¦100 per maand.
Niet alleen komen de lasten van de blunder onevenredig zwaar terecht bij één groep, ook dreigt Leeuwarden zich zo uit de markt te prijzen. Ter vergelijking: Achmea zou voor een identieke toren in Groningen dit jaar ¦186.080 betalen; in Assen ¦143.360; in Meppel ¦147.529; in Heerenveen ¦137.040; in Drachten ¦158.000; in Zwolle ¦151.760 en in Emmen ¦164.880.
Op de vergelijking is iets af te dingen: in Leeuwarden zit de rioleringsheffing bij de ozb in (ongeveer 25 procent), bij de andere gemeenten niet. Dan nog blijft Leeuwarden met het beoogde tarief voor 2002 met kilometers voorsprong de duurste gemeente.
Het is allerminst zeker of de beoogde bedragen ook kunnen worden ingeboekt als het voorgestelde tarief wordt vastgesteld. De uitgestippelde weg is namelijk bezaaid met juridische voetangels en klemmen.
Zo mag het tijdvakpercentage alleen worden verhoogd als de tarieven worden verlaagd. Deze regel is bedoeld voor gemeenten die vooraf kenbaar maakten dat zij alleen nog maar voorlopige tarieven hadden vastgesteld. In Leeuwarden is hiervan geen sprake.
Het college wil nu als oplossing toch achteraf een soortgelijke situatie creëren: zij stelt voor de tarieven voor de woningen voor dit jaar met terugwerkende kracht met 1 cent te verlagen. De verrassing zit hem dan in de tarieven voor 2002, zoals blijkt uit het voorbeeld van de Achmea-toren.
Overigens profiteren de woningbezitters niet van de verlaging: zij krijgen geen geld terug en ook geen nieuwe aanslag. Dit wordt gebaseerd op een tot nu toe onbekende gedragsregel waarbij bedragen minder dan ¦9 niet worden uitbetaald.
Dat het college zich bewust is van de risico's, blijkt wel uit de ¦1 miljoen die zij wil reserveren voor het voeren van juridisch verweer. Er wordt op veel bezwaarmakers gerekend. Maar slechts enkelen zullen naar verwachting doorzetten tot de hoogste rechtsinstantie. Niet iedereen kan zich de uitgebreide en langdurige procedures veroorloven.
In de praktijk zullen de grootste bedrijven een gerede kans maken op vernietiging van hun aanslag. De kleineren, die niet zijn doorgegaan, kunnen hieraan geen rechten ontlenen.
Zij zijn hun geld kwijt. Het belastingrecht is hierin bikkelhard.
Een ingehuurde belastingautoriteit, prof. Monsma, stelt dat de kans op succes voor de gemeente iets groter is dan de kans op mislukking. Dat is wel heel erg mager. Feitelijk gezien heeft de gemeente een tegenvaller aan de inkomstenkant van haar begroting omdat haar ramingen niet kloppen. Dan is het logischer om eerst te kijken of de uitgavenkant van diezelfde begroting niet omlaag kan. Dat geldt temeer nu de gemaakte fouten voor 100% aan de gemeente zelf te wijten zijn!
Einde ingezonden verhaal van VVD-fractievoorzitter Tom van Mourik.


Hieronder nogmaals zijn verhaal, maar dan voorzien van commentaar.


Te Gast, door:

Tom van Mourik
Fractievoorzitter VVD
Gemeenteraad Leeuwarden.

Ondernemers draaien op voor Leeuwarder Belastingstrop

De affaire rond de onroerende-zaakbelasting (ozb) in Leeuwarden leeft tot nu toe vooral in een kleine groep van deskundigen en politici. Dat is niet vreemd, want de materie is ingewikkeld en de consequenties zijn moeilijk te doorgronden. Toch is een bredere discussie gewenst, want er liggen ingrijpende voorstellen op tafel die voor veel mensen - vooral ondernemers - grote financiële gevolgen zullen hebben. Het probleem is namelijk niet het wegwerken van de belastingtegenvaller van alleen dit jaar; in het geding zijn de tarieven voor de komende jaren. Er zitten fikse verhogingen aan te komen voor 2002 en volgende jaren. In deze bijdrage probeer ik jargon zoveel mogelijk te vermijden, op één uitzondering na. Dat is het tijdvakpercentage, de bandbreedte waarbinnen de gemeenten tarieven voor woningen en niet-woningen verschillend mogen vaststellen. Het tijdvakpercentage kan per gemeente anders uitvallen en geldt voor een langere tijd. Leeuwarden wil het tussentijds openbreken. Ter reparatie van de belastingblunder, zo lijkt het in eerste instantie. Maar er zit ook een ideologische component in verscholen: de kosten van de miljoenenblunder moeten éénzijdig worden verhaald op de ondernemers.

Reactie secretaris PEL:
Zonder erg technisch te worden komt de ontstane situatie op het volgende neer: In december 2000 stelde de Raad vast hoeveel OZB-geld er op het kleed moest komen. Door een ambtelijke fout werd de Raad misleid m.b.t. de WOZ-waarden van een aantal incourante bedrijfsobjecten. Op basis van die WOZ-waarden hadden de ambtenaren t.b.v. B&W berekend hoe hoog de tarieven moesten zijn voor woningen en bedrijven om de gewenste opbrengst te realiseren. Omdat een deel van de WOZ-waarden voor bedrijven te hoog waren ingeschat en de werkelijke WOZ-waarden lager bleken te zijn, viel er een fors gat in de opbrengst die gerealiseerd moest worden. M.a.w.: Als er gerekend was met de juiste WOZ-waarden was het OZB-tarief voor bedrijven al in december 2000 door de Raad hoger vastgesteld op basis van de ambtelijke berekeningen. De VVD maakt nu van de gelegenheid gebruik om het op te nemen voor de belangen van de bedrijven.
Dat mag. Vast staat, dat vanwege de rechtszekerheid de OZB-tarieven voor bedrijven en ook voor woningen dit jaar niet achteraf nog eens omhoog mogen.
Met terugwerkende kracht verlagen mag juridisch gesproken wel, omdat daardoor noch een bedrijf noch een woninghuurder of -eigenaar in zijn belang wordt geschaad. Het PEL wenst op te komen voor de belangen van woninghuurders en -eigenaren met niet al te veel geld die veelal in de goedkopere woningen wonen. Dat mag ook. Juist op die plaatsen zijn dit jaar forse klappen gevallen: De stijging van de WOZ-waarden bij de woningen is namelijk zeer ongelijkmatig verlopen: De goedkoopste woningen stegen naar verhouding het meest: Het gaat daarbij bv. om simpele portiekflatjes uit de 50-er jaren, veelal bewoond door kleine huishoudens met weinig geld. Zo noteerden wij waardestijgingen van 157 procent, met uitschieters tot 170 procent! (Sam Dresdenstraat achter de Valeriusstraat) En als je dan de z.g. 'referentiewoningen' bekijkt waarop dergelijke stijgingen gebaseerd zouden zijn, is het helemaal om te huilen: Er zit geen lijn in en er lijkt niets van te kloppen. Helemaal treurig is het om vanuit de voor sloop bestemde laagbouwwoningen Mariniersespel te horen, dat de WOZ-waarde van hun woningen vrolijk op ¦140.000,- werd gesteld...
Dat is dan 28 maal ¦10,95 gebruikersdeel OZB is ¦306,60
Wie inkomsten heeft ter hoogte van het voor hem/haar/hen geldende bijstandsniveau zou nog kwijtschelding kunnen proberen te krijgen, maar wie daar net iets boven zit qua maandinkomsten is mooi de klos...
Wij hebben hen inmiddels geadviseerd een bezwaarschrift in te dienen.

De VVD beweert dat nu de reparatie eenzijdig wordt verhaald op de ondernemers.
Maar dat is misleidend: Als de Raad in december 2000 bij haar besluit had geweten wat ze nu weet, waren de tarieven OZB voor de bedrijven eenvoudigweg hoger vastgesteld dan nu. In feite hebben de bedrijven dit jaar een voordeel:
Ze betalen gewoonweg te weinig! Die 'ideologische component' is niet aanwezig bij B&W, maar bij de VVD. De zaak wordt gewoon op z'n kop gezet en 180 graden door hen verdraaid.
Het vergaderstuk voor de vergadering van de Commissie Bestuur en Middelen van 28-3-2001 stelde op blz. 4 onderaan:

"Resultaten interne werkgroep. Resultaten op hoofdlijnen: b. Als er goed gerekend was, waren de tarieven voor woningen ¦0,65 lager geweest dan ze nu zijn (huidige tarief ¦24,65 ; had moeten zijn ¦24,- ." Einde citaat.
Dat zijn dus de feiten voor de OZB 2001 m.b.t. de woningen. Ook een brief van 28-3-2001 van het door B&W in de arm genomen adviesbureau Monsma en Partners noemt in een voetnoot de relatief hoge lastendruk van de woningsector t.o.v. de bedrijvensector en stelt: "Dit is ambtelijk becijferd op ¦0,65." Einde citaat.
De feiten zijn dus: Voor 2001 zijn de woningtarieven OZB gewoon te hoog vastgesteld. Daarom willen wij (en D66 plus de SP) die 65 cent eraf hebben met terugwerkende kracht! En niet die ene cent zoals B&W willen terwille van het vergroten van het tijdvakpercentage. Dit is niet zozeer een ideologische keuze van ons als wel een keuze op basis van het ongetwijfeld achterhaalde simpele begrip 'rechtvaardigheid'. Met die 65 cent vergroot je ook het tijdvakpercentage. Hiermee is niet gezegd dat de bedrijfstarieven OZB vanaf 2002 meer omhoog moeten dan nodig is om het ontstane financiële gat van december 2000 te dichten. Als we dat tijdvakpercentage opvatten als 'bandbreedte' hoef je niet beslist de volle bandbreedte te benutten als je gaten wilt repareren.

Van Mourik:
Met een te optimistische raming van de belastinginkomsten heeft de gemeente zich vergaloppeerd. Veel niet-woningen bleken minder in waarde te zijn gestegen dan gedacht. Bovendien bleken binnen die groep de zogeheten incourante objecten als scholen, sporthallen en de luchtmachtbasis, helemaal niet in waarde te zijn gestegen. Voor beide tegenvallers wil het college een beperkte groep belastingbetalers laten opdraaien, de ondernemers. Zij betalen het gelag, zodat de ramingen weer kloppen. Om dit prijskaartje eenzijdig bij deze groep eigenaren neer te kunnen leggen zoekt het college haar toevlucht in een zeer gekunstelde oplossing: het tijdvakpercentage moet worden verhoogd van 1,17 naar 1,64. Dit is één van de hoogste percentages van Nederland, waardoor Leeuwarden in economisch opzicht zijn hand overspeelt ten opzichte van Noord-Nederland.

Secr. PEL:
Als de VVD haar zin krijgt en het tijdvakpercentage niet wordt veranderd, blijft voor de komende jaren dat percentage gelijk. B&W willen het financiële gat 'dichten' door dat in te halen qua opbrengst over de komende drie jaren.
Als ze dat niet zouden doen waren het ongetwijfeld diezelfde VVD en ook de NLP die als eerste zouden roepen dat B&W een onverantwoord financieel beleid voerden. Nu niet dus, want nu gaat het om de financiële belangen van de 'eigen achterban'. Beetje 'dubbel' dus allemaal.

Van Mourik:
Aan de hand van de Achmea-toren wil ik laten zien wat het voorkeursscenario van het college in de praktijk betekent. De toren zal na afbouw een WOZ-waarde hebben van ongeveer ¦40 miljoen. Dit is gebaseerd op aantal m2 en huurprijzen. In 2001 zou Achmea ¦230.000 aan ozb moeten betalen (tijdvakpercentage: 1,17). Als het college dit percentage ophoogt tot 1,64, betaalt Achmea in 2002 en volgende jaren voor dezelfde toren minimaal ¦314.880. Een lastenstijging derhalve van 36 procent.

Secr. PEL:
Een bedrag is maar relatief: ¦100,- is veel geld voor iemand met een bijstandsuitkering maar voor een miljonair stelt ¦100,- weinig voor.
Voor vooral de eigenaren en huurders van de goedkoopste woningen heeft qua het te betalen OZB-bedrag vergeleken met 1999 vaak een verdubbeling plaats gevonden van het te betalen bedrag! Daar kon de tariefsverlaging OZB 2001 (tarief per ¦5000,- WOZ-waarde) lang niet tegenop! Zij zouden hun handen dichtknijpen als hun OZB-bedrag slechts met 36 procent was gestegen.

Van Mourik:
De toren is natuurlijk een heel groot gebouw, maar hetzelfde principe geldt ook voor de kledingzaak op de hoek, of een boerderij. Er zal al snel sprake zijn van een lastenverzwaring van ¦100 per maand. Niet alleen komen de lasten van de blunder onevenredig zwaar terecht bij één groep, ook dreigt Leeuwarden zich zo uit de markt te prijzen. Ter vergelijking: Achmea zou voor een identieke toren in Groningen dit jaar ¦186.080 betalen; in Assen ¦143.360; in Meppel ¦147.529; in Heerenveen ¦137.040; in Drachten ¦158.000; in Zwolle ¦151.760 en in Emmen ¦164.880.
Op de vergelijking is iets af te dingen: in Leeuwarden zit de rioleringsheffing bij de ozb in (ongeveer 25 procent), bij de andere gemeenten niet. Dan nog blijft Leeuwarden met het beoogde tarief voor 2002 met kilometers voorsprong de duurste gemeente. Het is allerminst zeker of de beoogde bedragen ook kunnen worden ingeboekt als het voorgestelde tarief wordt vastgesteld. De uitgestippelde weg is namelijk bezaaid met juridische voetangels en klemmen. Zo mag het tijdvakpercentage alleen worden verhoogd als de tarieven worden verlaagd. Deze regel is bedoeld voor gemeenten die vooraf kenbaar maakten dat zij alleen nog maar voorlopige tarieven hadden vastgesteld. In Leeuwarden is hiervan geen sprake.

Secr. PEL:
In het Raadsstuk 'Belastingverordeningen 2001' bij punt 4.3 voor de Raad van 18-12-2000 staat o.a.: "De vierjaarlijkse herwaardering met waardepeildatum 1 januari 1999 is nagenoeg afgerond." Einde citaat.
Een harde en concrete aankondiging dat de tarieven nog aan wijziging onderhevig zijn in verband met nog niet (geheel) vaststaande waardegegevens ontbreekt inderdaad, maar afgaande op de brief van Monsma en Partners van 28-3-2001: "Onze inschatting is thans dat de kans dat deze procedure wordt gewonnen groter is, dan de kans dat deze wordt verloren." denken wij dat er niet veel keuze is als je e.e.a. nog enigszins eerlijk wilt oplossen. Er is eenvoudigweg nog geen jurisprudentie over een aanval op een herzien tijdvakpercentage, vandaar dat B&W achter hun voorstel een noodscenario hebben gezet waarop dan wordt teruggevallen. Wij begrijpen wel dat de VVD er belang bij heeft zoveel mogelijk juridische twijfel te zaaien, maar hun alternatief is voor ons onaanvaardbaar, omdat dan de fout die de gemeente maakte m.b.t. de WOZ-waarden van diverse bedrijfsobjecten, deels wordt gerepareerd over de ruggen van de woninghuurders en -eigenaren. En waar vallen dan gezien de totaal ongelijkmatige stijgingen van de WOZ-waarden van de woningen de hardste klappen?
Juist, bij degenen die in de goedkoopste woningen wonen. En DAT is voor ons totaal onacceptabel. Overigens betekent een reparatiescenario deels op kosten van woningeigenaren ook dat de dure woningen in bv. Zuiderburen of Havankpark of straks Bullepolder qua OZB ook flink meer moeten betalen, wat de door de VVD zozeer gewenste 'stedelijke vernieuwing' en concurrentie met dure huizen contra de dorpen ook niet zal bevorderen.
We zijn overigens van mening dat op termijn de hele OZB moet worden afgeschaft en vervangen door een kleine verhoging van de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting, waarna dat extra geld richting gemeentefonds moet gaan. Dat gaat nogal wat uitvoeringskosten schelen en verlost iedereen van veel ergernis.

Van Mourik:
Het college wil nu als oplossing toch achteraf een soortgelijke situatie creëren: zij stelt voor de tarieven voor de woningen voor dit jaar met terugwerkende kracht met 1 cent te verlagen. De verrassing zit hem dan in de tarieven voor 2002, zoals blijkt uit het voorbeeld van de Achmea-toren.
Overigens profiteren de woningbezitters niet van de verlaging: zij krijgen geen geld terug en ook geen nieuwe aanslag. Dit wordt gebaseerd op een tot nu toe onbekende gedragsregel waarbij bedragen minder dan ¦9 niet worden uitbetaald.

Secr. PEL:
Op dit punt zijn we het met Van Mourik eens: Als een burger een stuiver te weinig OZB zou betalen, stuurt de gemeente de belastingdeurwaarder, al zou dat ook ¦1000,- uitvoeringskosten met zich meebrengen. Is de uiteindelijk uitkomst in de Raad dat de beide woningtarieven 1 cent dalen, dan moet dat geld terugbetaald worden. Dat is consequent. Met 'gemeentelijk beleid' om bedragen kleiner dan ¦9,- OZB maar in eigen zak te steken, hebben we niks te maken:
Voor wie al heeft betaald: Let op de uiteindelijke OZB-tarieven, ga de OZB-aanslag herberekenen en trek dat bedrag volgend jaar gewoon af van de OZB-aanslag 2002. Dat z.g. 'beleid' van de gemeente staat bovendien niet op papier en werd zeker niet door de Raad vastgesteld, afgezien van de vraag of de Raad bevoegd is om zoiets maar even vast te stellen.

M.b.t. twijfels over de juridische houdbaarheid van een herzien tijdvakpercentage hebben wij heel andere twijfels dan de VVD. De onze zijn gelegen in de manier hoe B&W hun tariefsverlaging geven. 1 cent zou weliswaar voldoende zijn, maar: Men stuurt geen nieuwe aanslag en men geeft ook niks terug. In feite wordt het te betalen bedrag niet ECHT verlaagd.
Weliswaar kan die ene cent juridisch gesproken en zou de tariefsvermindering ambtshalve kunnen worden toegepast zonder nieuwe aanslag, maar het gaat hier niet zomaar om een tariefsverlaging terwille van het herstellen van een te hoog woningtarief: Deze tariefsverlaging is de 'drager' van een besluit tot verhoging van het tijdvakpercentage. Is ook dan niet een nieuwe aanslag nodig?
Kan het ook dan wel om te zeggen: Minder dan 9 piek krijg je niet terug? Een papieren tariefsverlaging zonder dat je laat zien dat deze ook echt wordt uitgevoerd, klinkt niet zo sterk, juridisch gesproken. Ik ben geen jurist, maar leggen B&W hiermee door een halfbakken uitvoering zelf niet nu al een bom onder de verhoging van het tijdvakpercentage?
Die vraag is niet gesteld door de commissie op 18-4-2001 in besloten vergadering met prof. Monsma. (Bijlage 1 bij stuk B&W voor vergadering Commissie Bestuur en Middelen van 25-4-2001 noemt aantal vragen plus antwoorden. Belangrijk zijn vraag 2 en 5. Vandaaruit kwam ik tot bovengenoemde vraag.)
Het lijkt me (gewoon puur op m'n intuïtie) juridisch veiliger om (afgezien van rechtvaardigheidsoverwegingen) die 65 cent tariefsverlaging voor de woningtarieven uit te voeren voor 2001, een herziene gecorrigeerde aanslag te sturen en het al teveel betaalde gewoon terug te geven.
Kortom: Niet ZEGGEN dat je iets gaat doen, maar ook uitvoeren. Dat is 'hard', ook voor de rechtbank. Natuurlijk: Dat slaat een extra financieel gat over 2001. Zoals we al eerder betoogden: Dat is gewoon een consequentie van de gemaakte fout, die voor rekening hoort te zijn van de gemeente, net zoals dit jaar de te lage opbrengst OZB vanuit de bedrijven.

Van Mourik:
Dat het college zich bewust is van de risico's, blijkt wel uit de ¦1 miljoen die zij wil reserveren voor het voeren van juridisch verweer. Er wordt op veel bezwaarmakers gerekend. Maar slechts enkelen zullen naar verwachting doorzetten tot de hoogste rechtsinstantie. Niet iedereen kan zich de uitgebreide en langdurige procedures veroorloven. In de praktijk zullen de grootste bedrijven een gerede kans maken op vernietiging van hun aanslag. De kleineren, die niet zijn doorgegaan, kunnen hieraan geen rechten ontlenen.
Zij zijn hun geld kwijt. Het belastingrecht is hierin bikkelhard.
Een ingehuurde belastingautoriteit, prof. Monsma, stelt dat de kans op succes voor de gemeente iets groter is dan de kans op mislukking. Dat is wel heel erg mager. Feitelijk gezien heeft de gemeente een tegenvaller aan de inkomstenkant van haar begroting omdat haar ramingen niet kloppen. Dan is het logischer om eerst te kijken of de uitgavenkant van diezelfde begroting niet omlaag kan.
Dat geldt temeer nu de gemaakte fouten voor 100% aan de gemeente zelf te wijten zijn!

Secr. PEL:
Als de komende jaren de fout over de ruggen van woningeigenaren en huurders wordt gerepareerd, kunnen zij met de stukken in de hand zoals die er tot nu toe liggen, ook best eens gaan praten met een fiscaal jurist.
Het verhaal van de VVD komt in de kern neer op: Wij vinden voor de komende jaren de OZB voor bedrijven te hoog worden in vergelijking tot andere steden.
Dat is een politieke stellingname en dat mag uiteraard. Het ZOU een weg kunnen zijn om als volgt te redeneren:

  1. Verlaag de woningtarieven met ¦0,65.
    Dat is rechtvaardig en geeft een verhoogd tijdvakpercentage. Daarin ontstaat meer 'bandbreedte'. Repareer dan via de bedrijfstarieven OZB vanaf 2002 in 3 jaar de schade, maar niet meer dan dat. M.i. is het niet verplicht om de volle 'bandbreedte' te benutten.
    Laat buiten beschouwing: De schade over 2001 incl. de kosten voor de 'dure jongens' zoals PWC en Monsma en Partners. Dek dat uit de algemene reserve.
    Tot zover is dit scenario 2 in het laatste B&W-voorstel.
  2. Zie dan of de gewenste totaalopbrengst OZB wat is bij te stellen naar beneden. Dat is een puur politieke discussie: In feite breek je op dat punt het Raadsbesluit open van 18-12-2000. Pak niet 1 groep qua bezuinigingen, maar bezuinig overal een beetje (kaasschaafmethode), maar blijf af van de bijzondere bijstand. Die is hard nodig. Herbereken vervolgens scenario 2.
    Resultaat: Alle tarieven voor 2002 ev. worden wat lager dan zich nu laat voorzien. Bezuinigings-suggestie: Sloop minder woningen door het beleid wat bij te stellen qua stedelijke vernieuwing.

Tenslotte: Mocht de uitkomst van het komende Raadsdebat waarin de knoop nu definitief moet worden doorgehakt, toch zo zijn, dat het resultaat ertoe leidt dat de huurders en eigenaren van woningen vanaf volgend jaar de gemeentelijke fout deels kunnen betalen, dan stellen wij voor om van de WOZ-waarde van de woningen ¦20.000,- 'buiten invordering' te laten.
Dat komt neer op een bedrag van 4 maal het gebruikerstarief per ¦5000,- en voor een eigenaar daarbij 4 maal het eigenaarstarief per ¦5000,- . Dit is gebaseerd op een royale uitleg van de Verordening OZB 2001 (Raadsstuk 18-12-2000) waarin staat bij art. 6 lid 2: "Indien de heffingsmaatstaf van de onroerende zaak beneden de ¦20.000,blijft, wordt geen belasting geheven."
Daaroverheen wilden we dan nog een korting van ¦20,- geven per object.
Artikel 6 lid 3 zegt: "Voor belastingbedragen tot ¦20,- vindt geen invordering plaats." (Als er meer dan 1 belastingsoort staat op 1 aanslag kijkt men overigens naar het totaalbedrag op de aanslag.)

Motivatie: We vinden het wat gek als een object bv. ¦20.000,- waard is, dat je dan niks betaalt, maar als het object ¦25.000,- waard is, dat je dan over de volle 25 mille OZB betaalt. Hetzelfde verhaal geldt voor die 20 piek.

Dit is ons 'noodscenario' voor 2002 ev. als de Raad in meerderheid zegt dat het tijdvakpercentage blijft zoals die is of als het B&W-voorstel wordt aangenomen incl. hun juridische noodscenario.
E.e.a. vereist dan wel een wijziging van art. 6 lid 4 en 6 van de verordening OZB. Wellicht is het sowieso een idee, nu de verordening toch moet worden aangevuld/gewijzigd om daar ook een noodscenario in te zetten, dit voorstelletje dan ook maar te beschouwen als onderdeel van het noodscenario/terugval-optie. Doe je dat nl. niet, dan betekent terugvallen op het noodscenario het moeten gebruiken van het oorspronkelijke tijdvakpercentage wat weer betekent: Reparatie financieel gat over 2002 ev. deels op kosten van de woningen, terwijl juist bij de WOZ-schattingen DAAR niks fout ging...

secretariaat Ver. PEL