Artikel geschreven door penningmeester PEL, R. Kelder, t.b.v. 'Te Gast'-rubriek Leeuwarder Courant.
Tot op heden (10-1-2001) niet geplaatst.


'Openbaarheid is licht, geheimhouding duisternis'

De titel van dit artikel is een citaat uit het boekje 'Over plaatselijke begrooting' van J.R. Thorbecke uit 1847. We zijn inmiddels ruim 150 jaar verder, maar zo nu en dan lijkt het erop alsof in Leeuwarden het lichtknopje nog steeds niet is gevonden.
Wat is er aan de hand?
Hoewel de Gemeentewet openbaarheid van raads- en commissievergaderingen als uitgangspunt heeft en slechts bij uitzondering toestaat dat in beslotenheid wordt vergaderd, bestaat de indruk dat in Leeuwarden te pas en te onpas wordt overgegaan tot het veilige sluiten der deuren. Voorbeelden hiervan zijn o.a. de besluitvorming rondom de opvang aan de Zuidergrachtswal en de vele besloten vergaderingen in verband met de stedelijke vernieuwing.
Hieronder zal ik ingaan op de procedure rondom de beslotenheid van een raads- of commissievergadering. Daarnaast zal ik een alinea wijden aan de geheimhouding van stukken; een onderwerp dat vaak met beslotenheid samenhangt. Ik sluit af met een aantal aanbevelingen.

Zoals hiervoor al is gesteld: op grond van de Gemeentewet (art. 23) is bij zowel raadsvergaderingen als commissievergaderingen openbaarheid het uitgangspunt. De deuren worden slechts dan gesloten wanneer minimaal een vijfde van het aantal leden dat de presentielijst heeft getekend daarom verzoekt of de voorzitter het nodig oordeelt. Dit lijkt vlot geregeld, maar na dit sluiten der deuren mag er nog niet inhoudelijk vergaderd worden. Er moet nu door de aanwezige leden gestemd worden over het feit of er al dan niet met gesloten deuren vergaderd zal worden. Het is de raad c.q. de commissie zelf die uiteindelijk verantwoordelijk is voor beslotenheid van de vergadering.
Het mag dus niet zo zijn dat het ambtenarendom in samenwerking met een sterke voorzitter en eventueel de betreffende wethouder kan besluiten dat een vergadering niet openbaar zal zijn. Het is absoluut noodzakelijk dat ieder raadslid elke keer opnieuw een gewetensvolle afweging maakt tussen openbaarheid en beslotenheid.
Overigens worden in art. 24 Gemeentewet een aantal onderwerpen genoemd die absoluut niet in beslotenheid behandeld mogen worden. Tot deze onderwerpen behoort onder andere de 'invoering, wijziging en afschaffing van gemeentelijke belastingen'.
Onlangs was dit onderwerp aan de orde in de commissie bestuur en middelen.
Anders dan te doen gebruikelijk werd de vergadering m.b.t. dit punt echter niet openbaar aangekondigd. Gevolg: geïnteresseerde/belanghebbende burgers wisten niet dat het punt aan de orde zou komen en konden geen gebruik maken van hun recht tot inspraak. Formeel is het punt dus in de openbaarheid behandeld, maar feitelijk was men 'lekker onder elkaar'.
Wanneer men zich schijnbaar laat verleiden tot dit soort handigheidjes lijkt enige twijfel aan de democratische gezindheid van degene die dit bedacht heeft op zijn plaats.

Uiteraard is het verslag van de vergadering met gesloten deuren niet-openbaar, de raad kan hier overigens anders over beslissen.
Daarnaast kunnen zowel de raad als het college van B&W geheimhouding omtrent de inhoud van stukken aan de raadsleden opleggen (art. 25 Gemeentewet). Er moet dan wel een belang genoemd in art. 10 Wet openbaarheid van bestuur (WOB) in het geding zijn. In dat artikel worden meerdere belangen genoemd, in de gemeentelijke praktijk zullen vooral de volgende twee een rol spelen:

Het spreekt voor zich dat het zeer verdedigbaar kan zijn op grond van deze belangen bepaalde zaken voor korte of langere tijd uit de openbaarheid te houden. Het besluit daartoe kan echter slechts dan op voldoende begrip en draagvlak in de samenleving rekenen wanneer er zeer terughoudend en - voor zover mogelijk, i.v.m. de inherente geheimzinnigheid - zo transparant mogelijk mee wordt omgegaan.

Teneinde het iets minder duister te laten zijn in Leeuwarden doe ik ter afsluiting de volgende aanbevelingen:

Leeuwarden als bestuurlijke lichtstad!