VRAGENBRIEF PEL AAN B&W OVER VERPLICHTE MEDISCHE BEHANDELING BIJSTANDSGERECHTIGDEN IHKV ARTIKEL 55 WET WERK EN BIJSTAND
Update 31/1/2006:
Reactie College van B&W d.d. 31/1/2006 op raadsvragen (identieke vragen) ChristenUnie en FNP


We hebben onderstaande vragenbrief aan het College van B&W gestuurd over het al dan niet toepassen van artikel 55 Wet Werk en Bijstand. Daar staat in:

"Artikel 55 Nadere verplichtingen.
Naast de verplichtingen die ingevolge hoofdstuk II in elk geval aan de bijstand verbonden zijn, dan wel daaraan door het college verbonden worden, kan het college vanaf de dag van melding als bedoeld in artikel 44, tweede lid, verplichtingen opleggen die strekken tot arbeidsinschakeling, dan wel die verband houden met aard en doel van een bepaalde vorm van bijstand of die strekken tot zijn vermindering of beëndiging. Een verplichting kan, op advies van een arts, inhouden het zich onderwerpen aan een noodzakelijke behandeling van medische aard."

Het gaat met name om die laatste zin. In het artikel op deze website 'Meerderheid partijen akkoord met mogelijkheid dwang B. en W. bij medische behandeling van mensen in de bijstand' n.a.v. een artikeltje in de Leeuwarder Courant van 10/3/2004 hebben wij hier al eerder over bericht.
In verband met enige verhalen die ons bereikten, willen wij graag weten of het College in de praktijk gebruik maakt van dit wetsartikel en zo ja, hoe vaak. Hieronder volgt de letterlijke tekst van onze brief:

VERENIGING PLATFORM EEN- EN TWEEPERSOONSHUISHOUDENS LEEUWARDEN
POSTBUS 2602 8901 AC LEEUWARDEN TELEFOON: 058-2671636
E-mail: root@pel.xs4all.nl Website: http://verenigingpel.nl


Leeuwarden 19-12-2005

Aan het college van Burgemeester en Wethouders

Onderwerp: verplichte medische behandeling bijstandsgerechtigden

Geacht college,

Artikel 55 Wet Werk en Bijstand (WWB) geeft u de mogelijkheid bijstandsgerechtigden te verplichten een medische behandeling te ondergaan wanneer dit noodzakelijk wordt geacht voor hun mogelijkheid tot arbeidsinschakeling. De wet verbindt hieraan wel de voorwaarde dat een dergelijke verplichting uitsluitend opgelegd kan worden na advies door een arts.
Bij de vaststelling van de verordeningen WWB in de gemeenteraad is besloten uitvoering te geven aan dit artikel, ondanks een unaniem negatief advies van de cliëntenraad. Destijds verklaarden alleen FNP en ChristenUnie zich tegen toepassing. Wel zegde het college destijds toe terughoudend te zullen zijn bij de toepassing van dit artikel.
In verband met dit artikel hebben wij de volgende vragen voor het college:

- Is er sinds invoering van de WWB op enige schaal uitvoering gegeven aan art. 55 WWB?
- Zo ja, wie bepaalt dan of er doorverwijzing naar een arts plaats vindt? Ligt de verantwoordelijkheid daarvoor uitsluitend bij de casemanager?
- Beperkt het college zich bij de toepassing van art. 55 WWB uitsluitend tot medische problemen van fysieke aard of worden ook cliënten met psychische problemen verplicht zich onder behandeling te stellen?
- Indien dit laatste het geval is: welke criteria hanteert het college hierbij dan?

Met vriendelijke groet,

Namens het bestuur van de Vereniging PEL

Pyt van der Galiën

Kopie: Cliëntenraad Sociale Zaken
Leden Cie. Welzijn


Einde tekst brief PEL aan College van B&W.

UPDATE 31/1/2006:

Naderhand bleek, dat ChristenUnie en FNP onze brief in zijn geheel hadden overgenomen en gebruikt hadden voor het stellen van raadsvragen aan het College van B&W, zonder ons te vragen of ons in te lichten... Aan de ene kant verheugend dat ze raadsvragen gingen stellen, aan de andere kant wel gewoon plagiaat en kennelijk gebrek aan fantasie om zelf vragen te bedenken...
Hieronder volgt de letterlijke tekst van de vragen (identiek aan onze vragen plus de reactie van het College zoals vastgesteld in hun vergadering van 31/1/2006:


Aanhangsel 112792

Antwoord van burgemeester en wethouders op schriftelijke vragen als bedoeld in artikel 41, eerste lid, van het Reglement van Orde voor de vergaderingen van de raad der gemeente Leeuwarden, ingediend op 3 januari 2006.

Inleiding:
De fracties van de ChristenUnie en de FNP hebben per brief vragen gesteld aan het college betreffende het onderwerp: "verplichte medische behandeling bijstandsgerechtigden."
Het citaat van de inleiding op de vragen is:
Artikel 55 Wet Werk en Bijstand (WWB) geeft u als college de mogelijkheid bijstandsgerechtigden te verplichten een medische behandeling te ondergaan wanneer dit noodzakelijk wordt geacht voor hun mogelijkheden tot arbeidsinschakeling. De wet verbindt hieraan wel de voorwaarde dat een dergelijke verplichting uitsluitend opgelegd kan worden na een advies door een arts. Bij vaststelling van de verordening WWB in de gemeenteraad is besloten uitvoering te geven aan dit artikel ondanks een unaniem negatief advies van de cliëntenraad. Destijds verklaarden wij als ChristenUnie en FNP ons tegen toepassing. Wel deed u als college de toezegging terughoudend te zijn bij de toepassing van dit artikel. In verband daarmee hebben wij de volgende vragen aan het college.

Vragen					Antwoorden

1. Is er sinds de invoering van de WWB op enige schaal uitvoering gegeven aan artikel 55 WWB?

Aan artikel 55 wordt uitvoering gegeven. Het komt voor dat in reïntegratietrajecten naar werk een medische behandeling is opgenomen. Dit geschiedt uitsluitend met schriftelijke instemming van de belanghebbende.
Tot op heden is nimmer een verplichting opgelegd om mee te werken aan een behandeling van medische aard.

2. Zo ja, wie bepaalt dan of er doorverwijzing naar een arts plaats vindt? Ligt de verantwoordelijkheid daarvoor uitsluitend bij de casemanager?

Het verwijzen naar een arts ter verkrijging van een advies aan het bijstandverlenend orgaan vindt in alle stadia van het besluitvormingsproces plaats en gebeurt o.a. door de casemanager of het door de gemeente ingeschakelde reïntegratiebedrijf.

Voor zover de in de vraag bedoelde "doorverwijzing" inhoudt een verwijzing naar een arts of een andere professionele hulpverlener ter behandeling van het vastgestelde "medische" probleem op de weg naar economische zelfstandigheid, zal de verplichting worden opgelegd door de daartoe gemandateerde kwaliteitsmedewerker.

3. Beperkt het college zich bij de toepassing van artikel 55 WWB uitsluitend tot medische problemen van fysieke aard of worden ook mensen met psychische problemen verplicht zich onder behandeling te stellen? Indien dit laatste het geval is: welke criteria hanteert het college hierbij dan?

Het wettelijk begrip "behandeling van medische aard" omvat fysieke en psychisch medische hulpverlening.
De reikwijdte van deze mogelijkheid wordt uitdrukkelijk begrensd door die behandelingen die in rechtstreeks verband staan met het beperken van een beroep op de uitkering.

Daarbij zal bij het gebruik van de bevoegdheid de algemene eis van proportionaliteit in acht worden genomen, dat wil zeggen dat de behandeling in verhouding tot het doel (economische zelfstandigheid) geen onevenredige inbreuk mag maken op de persoonlijke levenssfeer of op de lichamelijke integriteit.

Vooral deze laatste belangen worden zeer nadrukkelijk in de afweging betrokken, mede in relatie tot bijvoorbeeld het perspectief op de arbeidsmarkt, het te verwachten resultaat van de behandeling en de ingrijpendheid en de aard van die behandeling. Het is niet mogelijk om hier nadere wegingsfactoren te benoemen omdat deze bepaald worden door de individuele situatie.

Tenslotte wordt aan de belanghebbende de mogelijkheid van een second opinion gegund en kan hij/zij tegen ieder besluit bezwaar en (hoger) beroep aantekenen.

Leeuwarden, 31 januari 2006

Burgemeester en wethouders van Leeuwarden,

burgemeester.

secretaris.


Einde tekst met raadsvragen en antwoorden van het College.