Reactie Vereniging P.E.L. op concept Maatregelenverordening van de
Wet Werk en Bijstand


Onderstaande brief werd op 20/9/2004 verzonden aan de Commissie Welzijn in verband met de behandeling van o.a. de Maatregelenverordening Wet werk en Bijstand op 29/9/2004 in hun vergadering.


VERENIGING PLATFORM EEN- EN TWEEPERSOONSHUISHOUDENS LEEUWARDEN
POSTBUS 2602 8901 AC LEEUWARDEN
Telefoon: 058-2671636 E-mail: root@pel.xs4all.nl
URL website: http://clik.to/pel
==============================================

Leeuwarden, 20/9/2004

Geachte leden van de commissie Welzijn,

Hierbij ons commentaar op de door het college aan u voorgelegde verordeningen WWB. Ons commentaar op de reïntegratieverordening heeft u reeds eerder ontvangen.

Maatregelenverordening

Algemene toelichting onder 2: de term 'maatregel' en de uitleg over 'punitief' contra 'reparatoir': Dit hele verhaal is hypocriet.
Het college suggereert dat er tussen gemeente en cliënt sprake is van een overeenkomst volgens burgerlijk recht, waarbij twee partijen vrijelijk een overeenkomst sluiten.
Hiervan is natuurlijk geen sprake. Er is sprake van gedwongen winkelnering waarbij de leverancier (de gemeente) eenzijdig de voorwaarden en de sancties vaststelt. Al evenmin is er sprake van een reparatoire sanctie. Het doel van de sanctie is namelijk het wijzigen van het gedrag van de cliënt door middel van leedtoevoeging.

Algemene toelichting onder 4: de invoeringstermijn en overgangsregeling. Het college is van mening dat de onmiddellijke werking van de maatregelenverordening (als afgeleide van de WWB) met zich mee brengt dat de maatregelenverordening van toepassing is op gedragingen die zich voor de inwerkingtreding van de verordening hebben voorgedaan. Gezien een recente uitspraak van de Rechtbank in Arnhem (Rechtbank Arnhem 31-08-2004, nr. AWB 04/4789) is het maar zeer de vraag of dit standpunt nog te handhaven is.
Volgens de rechtbank brengt de onmiddellijke werking enkel met zich mee dat vanaf de inwerkingtreding van de WWB deze moet worden toegepast, maar dat er geen terugwerkende kracht aan verbonden is. M.a.w. , bij herziening/terugvordering van onder de ABW verleende bijstand dient de grondslag daarvan te worden gevonden in de ABW.

Artikel 6: Horen van belanghebbende. Art. 6 bevat veel te veel uitzonderingsbepalingen. Het college kan in vrijwel alle gevallen afzien van het horen van belanghebbende. Dit lijkt ons een slechte zaak. Bovendien is het ons niet duidelijk waarom de vereiste spoed zich verzet tegen het horen van belanghebbende. Maakt het dan iets uit of een maatregel wordt getroffen in januari of in februari?

Artikelsgewijze toelichting: artikel 3 lid 1 m.b.t. het opleggen van een maatregel wegens zeer ernstige misdragingen jegens een lid van het college. Het college verdient een groot compliment voor het feit dat ze afziet van het opleggen van een maatregel aan zich op een dergelijke wijze misdragende uitkeringsgerechtigden. Wij zijn het volstrekt eens met de redenering van het college.

Even boven het hiervoor genoemde: de concrete verplichtingen als
- het toestaan van huisbezoek. Huisbezoek mag niet ontaarden in huiszoeking. Ongemotiveerd huisbezoek dient afgewezen te worden.

Artikelsgewijze toelichting: art. 3 lid 2: opeenstapeling van maatregelen. Aangezien de financiële consequenties bij een opeenstapeling van maatregelen rampzalig kunnen zijn pleiten wij er voor hiervan af te zien. Een korting van 20 % is al erg genoeg, nog eens 10 % kan er gemakkelijk toe leiden dat iemand zijn/haar lopende verplichtingen niet na kan komen. Men dient tevens in het achterhoofd te houden dat een behoorlijk percentage van de ingediende bezwaarschriften gewonnen wordt. Het is dan des te schrijnender dat iemand mogelijk in het gelijk gesteld wordt, maar inmiddels al wel een behoorlijke huurachterstand heeft.

Artikel 7: Afzien van het opleggen van een maatregel. Het college stelt voor in principe een maatregel niet meer vooraf te laten gaan door een waarschuwing. Het voert hiervoor twee redenen aan:
1 De gemeentelijke voorlichting is van een dusdanig ongekend hoog niveau dat alle uitkeringsgerechtigden op de hoogte zijn van alle voor hen geldende wetgeving, beleidsregels, jurisprudentie enz.
2 Een waarschuwing gaat er van uit dat herstel van de oude situatie mogelijk is. Aangezien dat niet het geval is, is het opleggen van een maatregel feitelijk zinloos.

Beide redenen staan volledig los van de realiteit. Wet- en regelgeving is krankzinnig complex, zodanig complex dat zelfs hoger opgeleiden er in verdwalen. Gemeentelijke voorlichting vereenvoudigt het buitengewoon complexe systeem noodzakelijkerwijs altijd, aangezien het anders per definitie voor de meeste mensen onbegrijpelijk is. Zelfs voorlichting op het meest basale niveau wordt door een deel van de doelgroep niet begrepen. Dit probleem los je niet op door er een bezweringsformule als 'informatie op maat' op los te laten.
Letterlijk genomen zou dat betekenen dat elke afzonderlijke klant een op haar/hem afgestelde vorm van voorlichting zou krijgen (feitelijk dus individuele voorlichting zou moeten krijgen). Vanzelfsprekend is dit ondoenlijk. Aangezien voorlichting dus per definitie niet perfect is en ook niet kan zijn, kunnen zich maar al te gemakkelijk gedragingen voordoen die in strijd zijn met regelgeving zonder dat de klant zich hiervan bewust is.Het geven van een waarschuwing is in dat geval alleszins redelijk.

Ook de tweede door het college aangevoerde reden is onjuist. In veel gevallen kan een waarschuwing een oude situatie nog wel herstellen. Een duidelijk voorbeeld betreft de sollicitatieplicht. Het beleid hieromtrent is - althans formeel - aangescherpt. Mocht iemand volgens deze nieuwe normen onvoldoende solliciteren dan kan een waarschuwing afgegeven worden. Natuurlijk is dan nog herstel van de oude situatie mogelijk. Iemand gaat weer meer solliciteren en herstelt daarmee immers de oude situatie. Wij zijn van mening dat alles er voor pleit standaard eerst een waarschuwing te geven voordat een maatregel wordt opgelegd.

                                                               
  Met vriendelijke groet,

                                                                
  Namens de Vereniging PEL

                                                                
  (Voorzitter)

                                                                
  (secretaris)


Einde brief PEL.