Brief PEL aan commissie Welzijn over reïntegratie en handhaving in de Wet Werk en Bijstand.


Op dinsdagavond 9 maart 2004 vergadert de commissie Welzijn o.a. over 2 belangrijke onderwerpen die te maken hebben met de Wet Werk en Bjstand, nl. de reïntegratie en het handhavingsbeleid, ofwel het sanctiebeleid bij de WWB. B. en W. hebben daarover een notitie voorgelegd in de vorm van twee Memo's en aan de hand van de standpunten van de meerderheid van de commissie Welzijn worden dan later twee van de vijf benodigde Verordeningen gemaakt die de gemeenteraad dan moet vaststellen. Het aat o.a. over de vraag of Leeuwarden gebruik gaat maken van de mogelijkheid die de Wet Werk en Bijstand biedt om mensen te verplichten te gaan "werken met behoud van uitkering". M.a.w.: Verplichte tewerkstelling zonder loonbetaling... Over de onderwerpen die op 9/3/04 aan de orde komen bij dit agendapunt, is de volgende brief verzonden naar de leden van de commissie Welzijn:


VERENIGING PLATFORM EEN- EN TWEEPERSOONSHUISHOUDENS LEEUWARDEN
POSTBUS 2602 8901 AC LEEUWARDEN
Telefoon: 058-2671636 e-mail: root@pel.xs4all.nl

Aan: de leden van de Cie. Welzijn

Betreft: vergadering Cie. Welzijn 9 maart 2004

Onderwerp: bouwstenen kaderdiscussie Werk en Inkomen

Geachte leden van de Commissie Welzijn,

Op 9 maart a.s. worden de onderwerpen reïntegratie en handhaving door u besproken. Daartoe heeft u onlangs een behandelvoorstel ontvangen. Op dit behandelvoorstel willen wij hierbij op een aantal punten kort ingaan. Ter wille van de overzichtelijkheid volgen wij daarbij de indeling van het behandelvoorstel, zij het in een andere volgorde.

Reïntegratie

1. Huidige praktijk van reïntegratie

Het beeld dat in het Memo geschetst wordt van de huidige reïntegratiepraktijk is een sprookje.
- Cliënten kunnen in de praktijk zelden of nooit kiezen tussen twee verschillende RIB's.
Sterker, vrijwel geen enkele cliënt is zelfs maar op de hoogte van de mogelijkheid.
- Bij ons komen op jaarbasis enkele tientallen serieuze klachten binnen over RIB's. Het afgelopen jaar heeft dat geleid tot het indienen van 2 bezwaarschriften. Overigens leiden die klachten inderdaad maar zelden tot een formele procedure. Dat is in vrijwel alle gevallen om één van de twee volgende redenen:

1. Formele procedures duren lang en de afloop is onzeker. Mensen hebben daar geen zin in. Daarnaast hebben veel mensen geen vertrouwen in de onafhankelijkheid van de bezwaarschriftencommissie en in de wijze van afhandeling van klachten door de Sociale Dienst en/of het RIB. In plaats van een formele klacht in te dienen gaat men over tot stille sabotage of 'ontwijkingsgedrag'.
Dat is misschien niet bijzonder fraai, maar in veel gevallen wel buitengewoon effectief. Het met de regelmaat van een klok overschrijden van de wettelijke termijnen voor de behandeling van een bezwaarschrift draagt overigens ook allesbehalve bij aan het vertrouwen van bijstandsgerechtigden in formele procedures.

2. Veel mensen met een bijstandsuitkering zijn bang dat het indienen van een klacht consequenties zal hebben voor hun uitkering. Standaardreactie op de suggestie om een klacht of bezwaarschrift in te dienen: "Maar het reïntegratiebedrijf heeft gezegd dat ze het zullen melden aan de Sociale Dienst wanneer ik weiger mee te werken" (waarbij onder meewerken moet worden verstaan: doen wat het RIB zegt).
Wij ontvangen regelmatig klachten over intimidatie door RIB's. Het moet overigens gezegd worden dat wij maar zelden klachten krijgen over intimidatie door de Sociale Dienst.
Dat het niet indienen van een formele klacht een niet te voorkomen gegeven is zoals in het memo beweerd wordt getuigt van hypocrisie. Het komt een deel van het ambtelijk apparaat en de RIB's gewoon goed uit dat er zo zelden een klacht ingediend wordt.
Enkele suggesties onzerzijds:
- bij de aanvang van een traject krijgt een cliënt de gelegenheid zelf een RIB uit te zoeken (die uiteraard wel aan een aantal kwaliteitscriteria behoort te voldoen)
- RIB's behoren een interne klachtenprocedure te bezitten en die ook serieus te nemen (bijv. door een reglement voor de afhandeling van klachten op papier te zetten en de cliënt daar ook van op de hoogte te stellen), iets wat bij ons weten bijna nooit gebeurt.
- de Sociale Dienst gaat ook tijdens een traject regelmatig op eigen initiatief controleren of het traject goed loopt en of beide partijen zich aan de afspraken houden - de Sociale Dienst maakt eindelijk eens serieus werk van het tijdig afhandelen van bezwaarschriften.
- er wordt een laagdrempelige onafhankelijke klachtencommissie ingesteld - ambtenaren schrijven niet langer in memo's dat confrontaties nodig zijn om mensen te doen inzien dat het roer om moet en kan. De Sociale Dienst is geen therapeutische instelling en ambtenaren behoren geen uitspraken te doen over zaken waar ze geen barst verstand van hebben.

2 Werken met behoud van uitkering

Over dit onderwerp kunnen we in feite kort zijn. Als lid van de cliëntenraad onderschrijven wij het als bijlage toegevoegde advies over dit onderwerp. Wij dringen er bij u op aan om in plaats van het werken met behoud van uitkering – gelegaliseerde uitbuiting – de mogelijkheid te onderzoeken uitkeringen terug te ploegen conform het voorstel dat wij enige tijd geleden aan u toegezonden hebben.
Ook het Prohef – initiatief verdient verder onderzoek. Mogelijk is er ook een combinatie van beide ideeën mogelijk.
De op blad 4 genoemde mogelijkheid van het aanbieden van dagbestedingsprogramma's die volledig in het teken staan van solliciteren en het volgen van trainingen lijkt ons een volledig zinloze exercitie. Het schrijven van een fatsoenlijke sollicitatiebrief kan probleemloos tijdens één middag geleerd worden. Het voornaamste doel van deze suggestie lijkt te zijn het creëren van werkgelegenheid voor het begeleidingscircus dat op zoek is naar een nieuwe markt nu de gesubsidieerde arbeid op haar einde loopt.

3 Reïntegratie-aanbod voor fase 4

Ons lijkt het onvermijdelijk dat slechts aan een selectie uit de fase 4 doelgroep een reïntegratieaanbod gedaan kan worden.
Enerzijds vanwege de gelimiteerde beschikbare middelen, anderzijds vanwege onze inschatting dat zich in deze fase 4 een aantal cliënten bevinden die eigenlijk in de WAO thuishoren. Wij geven de voorkeur aan harde selectiecriteria, aangevuld met een wat individuelere benadering. Wij kiezen dus voor een mengvorm. Hoe je de selectiecriteria ook definieert, een zekere subjectiviteit zal bij die definitie altijd een rol spelen. Het zou kunnen dat iemand die eigenlijk volgens de criteria kansloos zou zijn iedereen verrast. M.a.w., iemand die er blijk van geeft erg graag te willen zou niet per definitie afgeschreven moet worden omdat zij/hij niet aan de selectiecriteria voldoet.

Namens het bestuur van de Vereniging PEL

Pyt van der Galiën