N.B.: De bijlagen bij deze brief incl. de papieren versie van deze brief zijn bezorgd bij het Stadskantoor. Voor elk lid van de Commissie Welzijn 1 exemplaar. Dit vanwege het ontbreken van een scanner om de bijlagen in te scannen t.b.v. elektronische verzending. Hierbij alvast de brief zelf.


Aan de leden van de commissie Welzijn van de Leeuwarder gemeenteraad

Onderwerp: CAO-WIW en perikelen bij Stichting Werkwijzer

Leeuwarden,12-10-2000

Geachte Commissieleden,

Op 1-1-1998 startte de WIW. Daarmee kwamen de Banenpool-regeling en de Jeugdwerkgarantiewet te vervallen.
Vanaf 1-1-98 was elke Banenpooler in dienst bij Stichting Werkwijzer. Op 10-12-97 (Brief met Kenmerk DWA-4955) lichtte de toenmalige directeur van Werkwijzer, dhr. Tuinenga, de werknemers in over de veranderingen. In bedoelde brief stelde hij o.a.: "De rechten en/of plichten die uit de Banenpoolovereenkomst zijn voortgekomen blijven van toepassing binnen de nieuwe dienstbetrekking. Daarnaast wordt op dit moment onderhandeld over een CAO voor de deelnemers van de WIW tussen de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en de vakbonden. Wat deze onderhandelingen op zullen leveren is op dit moment niet duidelijk. Wij hopen u hierover voor 1 januari 1998 meer te kunnen vertellen."

De rechten en plichten van de oude Banenpoolovereenkomst zouden dus van kracht blijven. Na moeizame onderhandelingen met de VNG weten uiteindelijk de vakbonden een CAO af te sluiten.
Vreemd genoeg werd kennelijk deze CAO niet meteen in Leeuwarden bij Werkwijzer ingevoerd, maar pas in maart van het jaar 2000.
De nu ontslagen bureaumanager N.J. Geerlings stelt in een brief d.d. 22-3-2000 aan de werknemers:

"Hierbij laat Stichting Werkwijzer u weten, dat in de maand maart 2000 het salaris conform de CAO-WIW zal worden uitgevoerd. Stichting Werkwijzer is verplicht deze CAO na te leven. De CAO bepaalt dat de periodieke verhoging voor ex-banenpoolers in de maand juli zal plaatsvinden en niet zoals nu in de verjaardagsmaand.
Dit betekent voor sommigen van u, dat u vanaf maart 2000 tot juli 2000 een periodiek wordt teruggeplaatst. Het teveel betaalde salaris wordt niet teruggevorderd. Voor alle ex-banenpoolers geldt dat de eerstvolgende periodieke verhoging zal plaatsvinden in de maand juli 2000."

Periodieke verhogingen werden in het oude systeem aan Banenpoolers gegeven in de maand waarop zij indertijd in dienst waren getreden.
Gesproken werd over "het teveel betaalde salaris" dat heel goedgunstig "niet wordt teruggevorderd". Dat was echter geen gunst, maar een recht! Het terugvorderen van reeds betaald salaris onder de oude regeling was tot mislukken gedoemd geweest, omdat voor terugvordering elke juridische grondslag zou hebben ontbroken!
Kortom: Op dat punt was de brief brutaal en misleidend.

In de CAO-WIW wordt bij het hoofdstuk "Overgangsmaatregel voormalige Banenpoolwerknemers" in artikel 26 gesteld:
"Voor de inschaling op periodieken van degenen, die voor inwerkingtreding van de WIW reeds ononderbroken werkzaam waren krachtens de Rijksbijdrageregeling Banenpools, is als fictieve maand van indiensttreding vastgesteld de maand juli."

Echter: Bij het hoofdstuk "Garantiebepaling" in de CAO-WIW wordt in artikel 28 gesteld:

"1. Tussen werkgever en werknemer voor 1 januari 1998 nadrukkelijk overeengekomen arbeidsvoorwaarden, waar de werknemer voor 1 april 1998 daadwerkelijk gebruik van maakte, welke schriftelijk zijn vastgelegd en welke in gunstige afwijken van de bepalingen in deze CAO, worden gedurende de looptijd van deze CAO gehandhaafd, tenzij er sprake is van - in het kader van de WIW - excessieve financiële vergoedingen."

"2. In gevallen waarin de toepassing van bepalingen uit deze CAO leidt tot een onbillijke situatie voor de individuele werknemer kan de werkgever in gunstige zin van deze CAO afwijken."

Na deze brief gebeurde er het volgende m.b.t. de 'oude' Banenpoolers:
a. Voorzover zij een of meer periodieken hadden gehad, verloren zij over een periode van 4 maanden weer hun laatste periodiek.
b. Conform de CAO-WIW werd de maand juli de maand voor een periodieke verhoging, voorzover dit recht bestond volgens de tabellen met de loonschalen en periodieken van de CAO.

Conclusies m.b.t. de v.m. Banenpoolers die voor maart 2000 een of meer periodieke verhogingen hadden gehad:

Hun laatstgegeven periodiek leverden ze in over de periode maart t.m. juni 2000 (4 mnd). Per 1-7-2000 kregen ze hun ingeleverde periodiek weer terug.
Dat klinkt mooier dan het is: Als we kijken naar art. 26 van de CAO met inachtneming van met name artikel 28 lid 2, dan zijn wij van mening dat deze werkwijze voor hen heeft geleid tot een onbillijke situatie: In feite hadden zij op 1-7-2000 hun VOLGENDE periodiek moeten hebben en hadden zij nooit mogen worden gekort.

Zij verloren niet alleen over 4 maanden hun reeds gegeven periodiek, maar liepen daarna in de loon- en periodiekenschaal van de CAO steeds 1 jaar 'achter' qua periodieke verhoging.

Met de 'nieuwe indiensttreders' die nooit Banenpooler waren omdat ze op of na 1-1-98 in dienst traden, gebeurde het volgende: In maart 2000 werkten zij maximaal 2 jaar bij Werkwijzer, zodat ze nog geen periodieke verhoging hadden gehad, zodat ze die ook niet konden inleveren. Hun datum voor een periodiek werd echter bepaald op 1-7-2001, zodat iemand die bv. op 1-10-98 in dienst trad en normaal dan op 1-10-2000 volgens de loonschaal die conform CAO-WIW geldt in het jaar 2000, z'n eerste periodiek had moeten hebben, (indiensttredingsmaand) deze pas krijgt op 1-7-2001. Hij schiet voor 8 maanden die periodiek er bij in en blijft ook z'n volgende periodieken in feite 8 maanden 'te laat' ontvangen. Hij verliest in feite de optelsom van 8 mnd eerste periodiek plus 8 mnd 2e periodiek plus 8 mnd. 3e periodiek enz. en bereikt ook de hoogste loonschaal (120 WML is 120% van het Wettelijk Minimumloon 8 maanden te laat.) Over al die jaren is dat toch een fors bedrag.

Dit doet denken aan een bank waarbij de spaarder elk jaar op 1 januari rente ontvangt, totdat de bank hem een brief stuurt waarin staat dat de rente voortaan op 1 juli wordt betaald en dat er eenmalig geen rente wordt betaald van 1-1 tot 1-7...
Hij ontvangt zijn rente over het voorgaande kalenderjaar dan een half jaar te laat en loopt een half jaar rentederving op. Dat probleem zet zich voort, want hij had in het lopende jaar meer rente kunnen opbouwen als ze hem dat half jaar rente niet hadden ontstolen...
En het jaar daarop opnieuw, want zijn hoofdsom is lager.

Gezien de forse bedragen die hier in de loop der jaren mee gemoeid zijn ten nadele van de 'nieuwe werknemers' kun je stellen dat het ook hier in de rede had gelegen te handelen in de geest van artikel 28 lid 2 van de CAO-WIW door 1-7-2000 aan te houden als eerste peildatum voor de bepaling conform de geldende loonschaal.

Naast deze 'technische' opmerkingen hebben wij ook een aantal politieke opmerkingen:

1. Wij vinden het wel toevallig dat in maart 2000 de CAO-WIW werd ingevoerd waarin werd gekozen voor een uitleg op de voor werknemers ongunstigste wijze, terwijl op 6-4-2000 daarna de Leeuwarder Courant o.a. meldt: "Dik vijf ton te kort bij stichting Werkwijzer".
Het kwam volgens de LC neer op een tekort van ¦381.000 door het falen de eigen personeelssterkte te verminderen, plus ¦177.000 tekort door 'slecht calculeren' van Werkwijzer bij de I/D-regeling. (Instroom/Doorstroombanen)
Samen dus ¦558.000 tekort.

De gemeente past bij: ¦181.000 plus ¦177.000 zodat per saldo een 'gat' resteert van 2 ton. Wethouder Hafkamp stelt dat Werkwijzer in de eigen organisatie moet snoeien. Is daarna de 'kaasschaafmethode' gehanteerd met als eerste slachtoffer: De werknemers?

De werknemers protesteerden: Het blad van de Ondernemingsraad van Werkwijzer van mei 2000 stelt: "Ons protest werd door Werkwijzer gecorrigeerd: "Wij hebben van gemeenten Leeuwarden en Boarnsterhim wel de opdracht om de landelijke CAO uit te voeren." En vermoedelijk ook op de voor Werkwijzer qua loonkosten goedkoopste wijze...

2. Het verbaast ons dat toen de twee bestuursleden van Stichting Werkwijzer, t.w. de wethouders Bilker en Hafkamp afgelopen voorjaar merkten dat er forse tekorten waren, niet verder tot op de bodem zijn gegaan, maar gewoon een deel van de tekorten aanzuiverden.

3. Pas toen het ministerie van Sociale Zaken Werkwijzer m.b.t. de financiële verantwoording een ultimatum had gesteld, kwamen de wethouders weer in beweging en werden op 3-10-2000 de directeur Frikkel en bureaumanager Geerlings gedwongen hun functies neer te leggen. (Bron: Artikel Leeuwarder Courant van 4-10-2000)

4. De wethouders Bilker en Hafkamp zijn politiek verantwoordelijk voor de janboel bij Werkwijzer, omdat ze ook bestuursleden zijn bij Werkwijzer. Ze hebben te laat adequaat gereageerd. Zij hadden afgelopen voorjaar dit probleem grondiger moeten aanpakken en de bezem moeten halen door de leiding daar.

5. Hoewel het nieuws al op straat ligt, wil wethouder Hafkamp op 19 oktober 2000 in besloten vergadering van de Commissie Welzijn 'mondeling' (vooral niet schriftelijk dus!) de 'bedrijfsvoeringsproblemen' bij Werkwijzer toelichten. Dit lijkt toch wat op het willen ontlopen van de politieke verantwoordelijkheid in deze kwestie.
Of is er wellicht nog meer loos dan de pers ons weet te melden?

Tenslotte terug naar de o.i. miezerige uitleg van de CAO-WIW van Werkwijzer richting werknemers. Zij zijn o.i. reeds afgelopen voorjaar het eerste slachtoffer geworden van de financiële perikelen bij Werkwijzer. De CAO hoeft niet zo te worden uitgelegd: Zo kennen bv. Amsterdam en Rotterdan een CAO+ voor hun WIW-ers.
Wij vragen aan U als commissieleden juist nu, nu de tijd van 'puinruimen' kennelijk is aangebroken, Uw best ervoor te doen dat de CAO-WIW op het punt van art. 26 en voor de 'oude' Banenpoolers ook op het punt van art. 28 lid 1 en/of 2 op de voor hen gunstigste wijze wordt geïnterpreteerd met terugwerkende kracht tot de ingangsdatum van deze CAO.

Met vriendelijke groet,

(Voorzitter P.E.L.)

(Secretaris P.E.L.)

C.C.:

Bijlagen: