Opmerkingen n.a.v. ons voorstel over een computer voor minima.


Verzonden d.d. 2/10/2002 aan de leden van de Raadsadvies Commissie Welzijn.


Naar aanleiding van het feit dat voor de vergadering van de Commissie Welzijn een behandelvoorstel inzake het vraagstuk "Een PC voor minima" is ingediend door de heer Roekiman van PAL/GroenLinks het volgende:

Op 8/5/2002 stuurden wij een brief naar de Raad over het onderwerp:
Een PC voor minima. Wij hebben daarin getracht een voorzet te geven tot een discussie over de vraag of het zinvol is om te proberen mensen met een minimum-inkomen te helpen om te komen tot aanschaf van een computer en zo ja, hoe dat dan zou kunnen.

Wij vinden het een goed voorstel van PAL/GroenLinks om een werkgroep te formeren, bestaande uit de woordvoerders van elke fractie om met ambtelijke ondersteuning te bekijken wat de mogelijkheden zijn.

In aanvulling op onze brief daarom bij deze nog een aantal losse suggesties:

A. De kosten: Het is duidelijk dat ons voorstel in deze tijd van bezuinigingen niet bepaald onder de meest optimale omstandigheden gelanceerd is. De ruw berekende kosten bedroegen circa 1,1 miljoen euro, latere berekeningen met behulp van recenter cijfermateriaal van afdeling Sociale Zaken leidden tot een uitkomst van ruwweg 875.000 euro.
Daar ook de gemeente deze maand met een fors bezuinigingspakket komt, is een nadere suggestie van onze kant om te onderzoeken in hoeverre externe financiering (deels) geldelijke dekking kan bieden.
Wij denken hierbij aan:

a. Onderzoek naar subsidiemogelijkheden vanuit 'Brussel'.
In welke (project)vorm zou e.e.a. gegoten kunnen worden om EEG-subsidie te verkrijgen in enigerlei vorm? Beschikt de gemeente over ambtelijke know-how om dit na te kunnen gaan?

b. Mede-financiering via 'sponsoring' vanuit het lokale bedrijfsleven?
Wij denken dan aan m.n. de wat grotere bedrijven.

c. Welke subsidiemogelijkheden heeft het Rijk nog in huis?

d. Op 26/9/2002 is de notitie 'Evaluatie Stipejild' besproken in de Cliëëntenraad Sociale Zaken. Conclusie in de notitie was, dat er sprake is van een grote onderbenutting bij het geven van 'Stipejild' door de RIB's. Mede daarom wordt volgens de notitie het 'Stipejild' verhoogd tot 900 euro. De onkostensoorten waarvoor een RIB aan een trajectdeelnemr 'Stipejild' mag betalen, waren en zijn vrij 'breed' opgezet. Uit de notitie blijkt dat ook in een aantal gevallen (5 procent) 'Stipejild' werd betaald ter medefinanciering van een computer en/of accessoires, veelal in relatie tot een opleiding.
Wij nemen aan dat bedoelde notitie t.z.t. ook in de Commissie Welzijn nog ter sprake wordt gebracht.
Wellicht kan een gedeelte van het niet-benutte Stipejild worden ingezet ter mede-financiering van de onkosten van het 'PC voor minima' verhaal.
Aan de hand van de notitie komen wij op een door de gemeente aan de RIB's betaald bedrag aan Stipejild van 203.764 euro vanaf 2000 tot op heden en een door de RIB's uitgegeven bedrag van 63.194 euro.
M.a.w.: Bij de RIB's zit nog 140.570 euro aan niet uitgegeven Stipejild.
De gemeente werkt m.b.t. de uitbetaling aan de RIB's met bevoorschotting en over 2000 plus 2001 werd niet het volle bedrag wat voor Stipejild werd uitgetrokken, aan de RIB's betaald. Dat was immers niet nodig omdat zij hun voorschotbetalingen nog lang niet hadden opgesoupeerd.

Kortom: Is wellicht binnen het totaalbudget voor Stipejild nog enige begrotingsruimte te maken, cq. te vinden zonder dat er tekort Stipejild beschikbaar is? Dit dus nadat eerst de huidige 'onderbenutting' verholpen is.

e. Welke subsidiemogelijkheden kunnen (grote) particuliere fondsen nog bieden ter aanvullende financiering?

f. Besparingen aankoopzijde (Reeds genoemd in onze brief van 8/5/2002) door quantum-kortingen te bedingen en/of rechtstreeks in te kopen vanaf de fabriek?

B. Problemen regelgeving: Zoals bekend wil de regering af van de categoriale bijzondere bijstand, althans grotendeels. O.i. was dat de meeste praktische vorm geweest om het 'pc voor minima' verhaal bij onder te brengen: Lagere uitvoeringskosten dan bij een individuele toetsing, zoals bv. bij de 'gewone' bijzondere bijstandsverstrekkingen.
Om toekomstige problemen te vermijden zal bij de verstrekking (In ons verhaal dus het aanbieden van een huurkoop overeenkomst waarbij bij correcte afbetaling een deel wordt kwijtgescholden) dus een individuele toets plaats moeten vinden.

Enige suggesties daarvoor:

a. Voor gezinnen en eenoudergezinnen met kinderen: Bv. voor kinderen vanaf een bepaalde leeftijd. Men kan hier bv. kiezen voor kinderen vanaf 12 jaar of jonger, waarbij onze voorkeur uitgaat naar een eerdere leeftijd omdat men dan alvast spelenderwijs leert omgaan met een computer. De toets bestaat uit het nagaan of de ouders voldoen aan de randvoorwaarden (bv. de randvoorwaarden zoals geschetst in onze brief) plus een check op het GBA hoe oud het kind/de kinderen zijn.

b. Voor gezinnen zonder kinderen en alleenstaanden: Suggestie is om te proberen een echte individuele toetsing te vermijden, bv. door het aanbieden van een huurkoopovereenkomst te koppelen aan een trajectovereenkomst.
Dit is een drie partijen overeenkomst tussen een volwassene, een RIB en Sociale Zaken. Het feit dat iemand een trajectovereenkomst ondertekent, betekent dat een individueel traject wordt uitgezet richting werk, scholing ed. Ter vergroting van de slaagkans dient men o.i. te beschikken over een aantal basisvaardigheden, waarbij o.i. ook hoort:
Het kunnen omgaan met een computer.
Dit betekent vergeleken bij onze oorspronkelijke opzet bv. wel dat mensen die drie jaar of langer in de bijstand zitten maar bv. te maken hebben met een 'rustplan' (Om medische of sociale redenen voorlopig geen traject) dan geen gebruik kunnen maken van het huurkoop-aanbod, wat wij eigenlijk liever anders hadden gezien. Wij kiezen echter noodgedwongen voor deze beperkere opzet vanwege het probleem van de individuele toetsing en vanwege het financieringsprobleem: De doelgroep wordt op deze wijze kleiner en daarmee worden de kosten lager.
Als een regeling eenmaal 'draait' kan aan de hand van de praktijk eventueel later worden bezien of er 'ruimte' is om de kriteria iets royaler te maken.

C. Rechtmatigheid:

Uit het concept-antwoord wat het College van B en W op onze brief had willen geven het volgende citaat:

"Het uitgangspunt is dat zowel uitgaven die geacht worden te passen in het als normaal te beschouwen bestedingspatroon alsmede voorziene uitgaven behoren te worden voldaan uit het ter beschikking staande inkomen. Ook al is dit inkomen op het niveau van het sociaal minimum. Voor dergelijke uitgaven dient men vooraf te reserveren dan wel achteraf gespreid te betalen. ook de aanschaf van een computer dient dus te worden voldaan uit het ter beschikking staande inkomen."

Reactie: Pas langzamerhand zal de aanschaf van een computer even normaal worden als de aanschaf van een radio, een TV, een koelkast en een wasmachine. Indien men kijkt naar de geschiedenis van vele huishoudelijke apparaten, ziet men dat het eerst de rijkeren zijn die een dergelijk 'luxe-artikel' kunnen aanschaffen en hoe pas langzamerhand dergelijke apparaten doordringen tot de massa van lagerbetaalden. Zo kostte bv. een TV in 1953 1000 keiharde guldens... Pas begin 60-er jaren begon de koelkast dankzij een commercial op radio-piraat Veronica zijn opmars in Nederland. Zo zal het ook de computer vergaan en uiteindelijk wordt ook deze machine een 'gewoon' huishoudelijk apparaat. O.i. behoort op dit moment een computer voor de laagstbetaalden echter nog niet tot de 'standaard-aanschaffingen'.
Ook het argument dat men voorafgaand aan de aanschaf dient te reserveren of achteraf maar gespreid moet betalen, delen wij niet. Indien niet formeel maar wel feitelijk een bijstandsuitkering een zekere spaarcapaciteit bevat, waarom heeft de Raad dan indertijd de 'Regeling Duurzame Gebruiksgoederen' ingesteld? Wij dachten juist om reden dat bij mensen die langdurig inkomsten op bijstandsniveau hebben, de spaargelden ingeteerd zijn en spaarcapaciteit niet of nauwelijks aanwezig is.
Bovendien gaat ons voorstel al uit van een 'mix' van 'sparen achteraf' en een bedrag 'om niet', terwille van het realiteitsgehalte van ons voorstel. Kortom: Deels wordt dus al voldaan aan de opmerking van B en W dat men achteraf dan maar gespreid dient te betalen.

Hierbij past tenslotte nog de opmerking, dat wij dat in zijn algemeenheid niet zouden willen aanbevelen als goede raad voor mensen in de bijstand als methode voor het aanschaffen van duurzame gebruiksgoederen, omdat al menigeen financieel onderuit is gegaan via kopen op afbetaling bij postorderbedrijven, die vaak woekerrentes rekenen bovenop de aflossingen.
In ons voorstel zijn wij uitgegaan van een renteloze lening voor de helft van het aanschafbedrag.

Tenslotte: Dit waren een aantal 'losse' suggesties waar misschien iets bruikbaars tussen zit indien inderdaad een werkgroep vanuit de Raad geformeerd kan worden die zich over het vraagstuk wil buigen hoe te komen tot een PC voor minima.


Leeuwarden,2/10/2002

secretariaat P.E.L.