Het PEL heeft een korte notitie opgesteld m.b.t. het opheffen van de armoedeval. Hieronder eerst de aanbiedingsbrief bij deze notitie en vervolgens de notitie zelf.


Vereniging PEL
Postbus 2602
8901 AC Leeuwarden

Secretariaat Cliëntenplatform
Postbus 21000
8900 JA Leeuwarden
T.a.v. Mirjam Korporaal

Onderwerp: Notitie Ver. PEL inzake 'armoedeval'

Leeuwarden, 23-5-2000

L.S.,

Op de geplande vergadering van de Cliëntenraad van wo. 31 mei a.s. staat o.a. de mening van het cliëntenplatform inzake de armoedeval-problematiek op de agenda. Het COELO/SGBO rapport "Armoedeval: is ontsnappen mogelijk?" speelt hierbij uiteraard een belangrijke rol.
Het valt ons op dat in feite een werkelijk structurele oplossing in dat rapport niet wordt gegeven of als 'politiek onhaalbaar' wordt afgedaan. Wij menen echter dat alleen een structurele oplossing kan leiden tot een echte oplossing van het probleem. Daarom hebben we gemeend in de vorm van een korte schets toch een richting te moeten aangeven waarin de structurele oplossing moet worden gezocht, zonder nu meteen alles 'over de kop' te halen. Een echte oplossing zal naar onze mening door de landelijke politiek gegeven moeten worden. Hoe goed bedoeld bv. een voorstel van PUF ook is voor een 'persoonlijke inkomensthermometer' (om maar iets te noemen dat op gemeentelijk niveau mogelijk zou zijn): Het lost structureel niets op maar leidt tot een verdere individualisering van het armoedeprobleem omdat voor iedereen die gebruik maakt van een gemeentelijke regeling een persoonlijke inkomensanalyse moet worden gemaakt, om over het extra beslag op ambtelijke capaciteit (uitvoeringskosten) maar te zwijgen.

Wij beseffen terdege dat een landelijke structurele oplossing vergroting eist van het hiervoor noodzakelijke politieke draagvlak.
Hiervoor is het nodig dat ook de gemeenten via de VNG en de Divosa bij de regering aandringen op een structurele oplossing. Strategisch gesproken zijn wij het eens met de aanpak van het landelijke anti-armoedeproject 'Aanpak 99' die er op neer komt dat gestreefd moet worden naar structurele oplossingen op langere termijn, terwijl in tussen tijd de inkomensondersteunings-mogelijkheden die gemeenten hebben zo breed mogelijk worden gehouden. We kunnen deze mogelijkheden op dit moment namelijk niet missen en zullen het zolang moeten doen met 'lokale lappendekens van bijspijkerregelingen', om de anti-armoedebeweging te citeren. Dit is in het kort de mening van het Dagelijks Bestuur van het PEL.

Wij hopen, dat deze inbreng nog kan worden meegenomen voor de geplande vergadering van de Cliëntenraad van 30 mei a.s.

Hoogachtend,

secretaris PEL.


Voorstel vereniging PEL om 'armoedeval' op te heffen

'Een korte schets'

Wat is 'de armoedeval' en wanneer treedt verschijnsel op?

Dit is het verschijnsel dat optreedt als iemand met een minimumuitkering of een uitkering net boven het minimum een laag betaald baantje accepteert. Door het wegvallen van allerlei regelingen waarop men recht had via de bijzondere bijstand, het wegvallen van recht op kwijtschelding van diverse belastingen en retributies en het lager worden van de huursubsidie treedt het effect op dat men er qua besteedbaar inkomen niet of nauwelijks op vooruit gaat. De 'armoedeval' treedt echter NIET op als men een baan krijgt die MEER oplevert dan:

[Bron: COELO-rapport: 'Armoedeval: is ontsnappen mogelijk?]

Voor alleenstaanden is het beeld wat vertekend omdat het rapport uitgaat van de fictie dat een alleenstaande gemiddeld minder huur betaalt voor zijn woning dan een meerpersoonshuishouden. Die 110% WML ligt dus in werkelijkheid hoger. Bij bovengenoemde WML-bedragen is t.o.v. een minimumuitkering 10% koopkrachtwinst gerealiseerd, volgens de berekeningen in het COELO-rapport.

De onderste CAO-schalen bij regulier betaald werk liggen echter boven het minimumloon. Daar zit "ruimte" tussen. Conclusie moet dan ook zijn dat de 'armoedeval' VOORAL EEN PROBLEEM IS BIJ DE BAANTJES DIE ZIJN GEMAAKT IN HET KADER VAN ADDITIONELE WERKGELEGENHEID EN DEELTIJDBANEN.
Dus bv. werk via Banenpool, WIW, Melketiers ed. Met name sommige uitzendbureau's en bepaalde specifieke functies schijnen qua beloning nogal slecht uit te vallen. De 'armoedeval' is geen probleem voor de inkomens vanaf de onderste CAO-schalen en ZAL veelal geen probleem worden voor veel mensen in de bijstand voorzover ze zijn aangemerkt als 'fase 4 cliënt', hetgeen wil zeggen dat er (voorlopig) geen enkel uitzicht is op uitstroom naar betaald werk.

Welke inkomensafhankelijke regelingen hebben de meeste invloed op de 'armoedeval'?

Niet de bijzondere bijstand of de kwijtscheldingen die je kwijtraakt bij werkaanvaarding, maar de snelle 'afbouw' van de huursubsidie 'hakt er in'. Volgens een eerder COELO-rapport (jan. 2000) veroorzaakt dit het grootste deel van de 'armoedeval'. Toch kan dit 'instrument' niet gemist worden of worden vervangen door 'woonbonnen' o.i.d. met een vaste waarde, zoals VROM schijnt te willen.

Ook zijn we er op tegen dat er allerlei oneigenlijke criteria in deze regeling worden ingebouwd, zoals het willen kijken naar de aard van de inkomensbron om daarmee dan te regelen dat iemand zonder betaald werk minder IHS krijgt of slechts tijdelijk IHS, zoals de VVD wil. Ook mogelijke criteria bij 'woonbonnen' dragen dit gevaar in zich. Wonen is een recht, of je nu betaald werk hebt of niet! "Chantage" en "pushen" in de richting van betaald werk m.b.v. het dreigen met korten of intrekken van de huursubsidie is in feite dreigen met ontzegging van een grondrecht omdat dit op vrij korte termijn leidt tot het verlies van de woning door geldgebrek en niet meer op te lossen huurschulden. Het helpt bovendien niet, omdat de redenen waarom iemand wel/niet betaald werk heeft, zoekt of kan zoeken, niet puur financieel zijn. Bovendien gaat het zowel om vraag als om aanbod dat met elkaar moet 'sporen'.
Rekensommen in de zin van: Er zijn zoveel vacatures en zoveel werklozen en dus snappen we niet waarom niet iedereen betaald werk heeft zijn van een dusdanig VVD en "Telegraaf" achtig simplisme, dat het riekt naar kwaadwilligheid.
Alles verklaren vanuit 'financiële prikkels" is een miskenning van de realiteit en daarom misleidend, goedkoop en populistisch. Het zijn in feite 'werkgeverspraatjes'. Dit wil niet zeggen dat een financiële vooruitgang helemaal geen rol speelt: Het heet dat dit een mede-bepalende factor wordt als de koopkrachtverbetering per saldo 10% minimaal is. Is het minder of leidt werkaanvaarding zelfs tot achteruitgang van het besteedbaar inkomen, dan is het een remmende factor.

Welke structurele oplossingen zijn er voor de armoedeval?

Er zijn vele oplossingen bedacht en te bedenken, die in twee groepen kunnen worden ingedeeld: Sleutelen aan de bestaande praktijk en oplossingen die ingrijpender zijn.
Uit het COELO-rapport blijkt dat het sleutelen aan inkomensafhankelijke regelingen in de bijzondere bijstand door bv. het maken van 'glijdende schalen', zodat het recht hierop niet verloren gaat boven de 100% WML maar meer geleidelijk, niet veel effect heeft. Ofwel: Het zet niet echt zoden aan de dijk.
Uiteraard is de armoedeval ineens verdwenen als alle regelingen ineens domweg verdwijnen, maar i.t.t. wat ons de VVD-propaganda wil doen geloven, leidt dit niet tot opheffing van de werkloosheid, maar meer tot opheffing van de werkloze.
Modern is het wel: Niet de werkloze HEEFT een probleem, maar de werkloze IS het probleem; dat is de achterliggende kern-gedachte plus een poging om het liefst voor (bijna) niks een flink blik loonslaven open te kunnen trekken.

Maar hoe dan wel?

Wij stellen voor dat er het volgende moet gebeuren:

  1. Er zijn al diverse rapporten verschenen over de armoedeval en de 'lappendeken' van bijzondere bijstandsregelingen voor mensen met een minimum-uitkering plus de per gemeente wisselende kwijtscheldingsmogelijkheden van gemeentelijke belastingen, waterschapslasten ed. Het moet dus mogelijk zijn om te bepalen wat huishoudens in Nederland gemiddeld extra krijgen indien zij alle mogelijkheden zouden gebruiken die er in hun situatie op dit gebied in hun gemeente zijn. Met dit extra bedrag worden alle minimumuitkeringen verhoogd.
    Tegelijkertijd wordt de bijzondere bijstand afgeschaft, behalve de 'hardheidsclausule' voor extreme situaties die niemand had kunnen bedenken, maar zich een enkele keer toch voordoen.
    Ook de mogelijkheid om kwijtschelding te krijgen van bv. gemeentelijke belastingen en het Waterschap wordt afgeschaft. Het principe is dat iedereen gewoon in staat moet zijn zijn/haar belastingen te voldoen.
  2. Het koopkrachtverlies dat mensen met een minimum-uitkering in de loop der jaren hebben geleden ten opzichte van mensen die betaald werk doen, is fors. Dit komt mede omdat jarenlang de koppeling van lonen en uitkeringen, die zorgt dat de uitkeringen de lonen volgen, buiten werking werd gesteld. Wij stellen voor, dat deze achterstand stapsgewijs wordt ingehaald.
    Op deze wijze ontstaat om een voorbeeld te noemen, ook weer een bescheiden 'spaarcapaciteit' die er fictief en op papier nu ook is maar in werkelijkheid niet.
    Geld voor de eerste 'stap' wordt gehaald uit de enorme besparing op de uitvoeringskosten bij de gemeenten als allerlei arbeidsintensieve regelingen op het gebied van bijzondere bijstand en gemeentelijke belastingen niet meer hoeven te worden uitgevoerd.
  3. Ook de bijstand wordt voortaan belastingtechnisch onder het bruto-netto traject gebracht, net als bij de lonen en de andere uitkeringen het geval is. Belastingaftrekposten worden niet in mindering gebracht op de uitkering.
    Op dit punt wordt de wet gewijzigd.
    Een van de voordelen is dat mensen met bv. extreme ziektekosten (bv. gezin met ziek kind en kosten die boven de dekking uitgaan van bv. de AV-Plus polis ook recht krijgen op teruggave van een deel van de kosten die niet vergoed worden.)
    Algemeen voordeel is, dat als de overheid via bv. een belastingmaatregel de goedkope aanschaf van bv. een computer wil stimuleren, ook mensen met een bijstandsuitkering formeel onder dergelijke belastingmaatregelen vallen.
  4. Het wettelijk minimumloon wordt verhoogd met hetzelfde bedrag als de bijstand wordt verhoogd. (Zie punt 1.)
    Dit gebeurt om zowel technische redenen - dit loon kan uiteraard niet lager zijn dan een bijstandsuitkering - en anderzijds om degenen met additionele banen die het minimumloon ontvangen, tegemoet te komen. Uiteraard wordt hierdoor het werkgeversdeel loonbelasting en premies en het werknemers 'bruto-netto' traject ook hoger.
    Om enerzijds de belastingsystematiek niet te verstoren (zoals de Wet Vermeend/Moor deed met allerlei negatieve effecten op bv. de huursubsidie) maar anderzijds de loonkosten 'aan de onderzijde' niet te laten stijgen, wordt een deel van loonbelasting en premieafdracht voor werkgevers 'buiten invordering' gesteld.
    Simpel gezegd: Alles moet gewoon worden opgegeven, maar niet alles hoeft aan de fiscus te worden afgedragen. Het effect is tevens dat het minimumloon dichter bij de onderste CAO-schalen komt te liggen.
    Tussen bonden en werkgevers wordt afgesproken dat dit geen extra loonopdrijvend effect gaat hebben op deze CAO-lonen. Iets extra's krijgt men in feite al omdat is aangekondigd dat het arbeidskostenforfait nog iets meer verhoogd zal worden dan aanvankelijk in het nieuwe belastingstelsel was voorzien.
  5. Omdat bijzondere bijstand en kwijtscheldingsbeleid in dit scenario niet meer bestaan, is een deel van de armoedeval verdwenen.
    Resteert het effect van de huursubsidie op de armoedeval. Dat is fors.
    Enerzijds is het inkomensafhankelijke principe van de huursubsidie niet te vermijden als je tenminste recht wilt doen aan het idee: Hoe meer koopkracht, hoe meer huur je op eigen kracht kunt betalen, anderzijds verloopt de afbouw in de inkomens/normhuur tabellen zodanig dat vooral alleenstaanden al bij een loon van 103% WML het hele recht op huursubsidie al verdwenen is!
    Het was indertijd bij de invoering van het 'nieuwe' huursubsidiesysteem een misvatting om te menen dat de verbeteringen ook alleenstaanden ten goede zouden komen...

Bij huursubsidie gaat het om het belastbaar inkomen en de 'normhuren', d.w.z. dat stuk van de huur waarvan wordt aangenomen dat je dat helemaal zelf kunt betalen.
Voor een alleenstaande vanaf 23 jaar is bij het laagste belastbare inkomen de normhuur ¦349,- in het huursubsidietijdvak 1999-2000. Probleem is dat die normhuur bij een inkomensstijging al snel de pan uitrijst.
Probleem twee is dat die inkomensstijging in de tabel gaat in stapjes van ¦500,-/jaar belastbaar inkomen. Elke ¦500,- stijging op jaarbasis geeft een sprong naar boven qua 'normhuur'.
Over het feit dat die sprongen niet eens gelijkmatig gaan, hebben we het dan nog maar niet eens.
In de gezinstabel gebeurt qua systematiek hetzelfde, alleen minder heftig.
Simpel gezegd: De huursubsidie bouwt te 'schokkerig' en te snel af bij een stijgend inkomen. Als dit in grafiek wordt getekend stelle men zich traptreden voor waarvan de horizontale delen niet even lang zijn en ook nog te kort om je voeten goed neer te zetten en de verticale delen niet even hoog zijn. Bovendien loopt de trap ook nog te steil omlaag...
Voor je het weet rol je de trap af en dat nu is exact wat er gebeurt m.b.t. huursubsidie en 'armoedeval'!
Dit 'kermis-ontwerp' moet worden aangepast.

Om het 'armoedeval' effect te verminderen zal de 'trap' allereerst minder steil moeten zijn:

  1. De huursubsidie eindigt dan bij ongeveer 150% WML.
  2. De huursubsidie bouwt af in inkomensstapjes van bv. ¦100,- belastbaar inkomen per jaar.
  3. De aan deze inkomensstappen gekoppelde normhuren moeten gematigder stijgen. Je verliest in de alleenstaandentabel bij elke ¦500,-/jaar inkomensverbetering ongeveer ¦240,- IHS is 48% van de inkomensverbetering!
    Door bv. bij stapjes van ¦100,-/jaar belastbaar inkomen de normhuur/mnd ¦1,- te laten stijgen, is ¦12,- normhuur/jaar wordt nog maar 12% van de inkomensverbetering verloren.

Het bovenstaande is erop gebaseerd dat de huur zit tussen het niveau van de normhuren voor minima en de (kwaliteits)kortingsgrens, dus tussen ¦349,- en ¦611,- Het deel van de huur boven de bij een bepaald inkomen horende normhuur en ¦611,- wordt nl. kostendekkend voor 100% weggesubsidieerd. Stijgt de normhuur met ¦20,-/mnd dan verlies je ook ¦20,-/mnd IHS.

HET BOVENSTAANDE IS IN GROTE LIJNEN HET IDEE HOE DE HUURSUBSIDIE VERANDERD KAN WORDEN ZONDER DAT DE SYSTEMATIEK "INKOMEN VERSUS NORMHUUR" VERANDERD HOEFT TE WORDEN.
Door op deze manier te 'schuiven' verdwijnt grotendeels het negatieve effect van de huursubsidie op de armoedeval.
Bij de uitwerking wordt uiteraard rekening gehouden met de voorgestelde verhoging van de ABW door de laagste inkomenstabel (Van ¦0,- tot minimum) met dat bedrag op jaarbasis te verhogen. (Hierna volgen dus stapjes van bv. ¦100,-)

Te verwachten reacties:

Uiteraard zal onmiddellijk worden geroepen dat een dergelijke huursubsidie maatregel 'onbetaalbaar' is; het hardst door diegenen die zelf op hun hypotheekrente 50% tot 60% terugkrijgen van de inkomstenbelasting.
Naar analogie daarvan zou de huursubsidie moeten stijgen bij een toenemend inkomen...

Voortdurend wordt gesproken over 'meevallers' bij de overheid en over hoe rijk we zijn 'met z'n allen', maar de politieke wil om structureel met de armoedeval af te rekenen ontbreekt...

Als de 'dekking' van deze huursubsidiemaatregel niet uit de 'meevallers' mag komen, zou gedacht kunnen worden aan het afbouwen van de hypotheekrente aftrek op de eigen woning tot een voor iedereen gelijk percentage, bv. 33,3 procent (eenderde deel) of de laagste belastingschijf, pakweg 36 procent. Deze jaarlijks terugkomende besparing kan deels ingezet worden om de armoedeval-effecten van de huursubsidie er goeddeels uit te halen.

Tenslotte:

Als de armoedeval-effecten van bijzondere bijstand, kwijtscheldingsbeleid en huursubsidie zijn verdwenen onder gelijktijdige compensatie van de negatieve effecten die opheffing van de gemeentelijke inkomensondersteunende maatregelen met zich mee brengt, is in elk geval geldelijke vooruitgang bij het aanvaarden van laagbetaald werk een feit.

23-05-2000
Vereniging PEL